Stelling van Lagrange (groepentheorie)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

In de groepentheorie, een deelgebied van de wiskunde, legt de stelling van Lagrange een verband tussen de orde van een eindige groep en die van zijn ondergroepen. De stelling zegt dat de orde van een ondergroep een deler is van de orde van de groep. Anders gezegd: het aantal elementen van de groep is een geheel veelvoud van het aantal elementen van een ondergroep. De stelling is vernoemd naar Joseph Lagrange.

Definitie[bewerken | brontekst bewerken]

Zij een eindige groep en een ondergroep van . Volgens de stelling van Lagrange is dan de orde van een deler van de orde van , d.w.z.:

In woorden: het aantal mogelijke permutaties (combinaties) van de hoofdgroep is altijd een geheel, positief veelvoud () van het aantal mogelijk permutaties van de subgroep .

Bewijs van de stelling van Lagrange[bewerken | brontekst bewerken]

Allereerst definiëren we de relatie op als volgt

Van zullen we aantonen dat het een equivalentierelatie op is.

  • Reflexiviteit: Omdat een ondergroep van is, erft het neutraal element van , , over. We zien nu dat
en , dus .
  • Symmetrie: Laat en . Er geldt nu dat
.
  • Transitiviteit: Laat met en . Dan
en ook . Omdat een groep is, geldt , zodat
, en dus .

Hieruit concluderen we dat een equivalentierelatie op is. Omdat

zijn de rechternevenklassen van in de equivalentieklassen. Equivalentieklassen vormen een partitie van , en dus is

Ten slotte merken we op dat

Dit betekent dat

Hieruit volgt automatisch dat een deler is van .

Opmerking[bewerken | brontekst bewerken]

Dit bewijs is geleverd met rechternevenklassen, maar we hadden net zo goed gebruik kunnen maken van linkernevenklassen.

Index[bewerken | brontekst bewerken]

Op grond van de stelling van Lagrange kan men zich afvragen hoeveel disjuncte nevenklassen in heeft, oftewel wat de waarde van is. Dit noemt men de index van in . Men noteert dit als:

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]