Geringde ridderzwam

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Tricholoma cingulatum)
Geringde ridderzwam
Geringde ridderzwam
Taxonomische indeling
Rijk:Fungi (Schimmels)
Stam:Basidiomycota (Steeltjeszwam)
Klasse:Agaricomycetes
Onderklasse:Agaricomycetidae
Orde:Agaricales (Plaatjeszwam)
Familie:Tricholomataceae
Geslacht:Tricholoma
Soort
Tricholoma cingulatum
(Almfelt ex Fr.) Jacobashch (1892[1])
Geringde ridderzwam
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Schimmels

De geringde ridderzwam (Tricholoma cingulatum) is een schimmel behorend tot de familie Tricholomataceae. Hij leeft in Europese bossen en parken in zure bodems in mycorrhiza met wilgen en berken. Vruchtlichamen verschijnen van juni tot oktober of december.

Kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

Uiterlijke kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

Hoed

De vruchtlichamen verschijnen op de grond. De dunvlezige hoed bereikt een diameter van 3 tot 6 centimeter. Het is gewelfd en spreid zich later uit met een stompe bult. Bij jonge exemplaren is de hoedrand nog naar beneden gebogen. Het oppervlak van de hoed is fijn geschubd of viltig, droog en dof. De kleur is lichtgrijs tot grijsbruin en wordt naar de rand toe lichter.

Geur en smaak

Het stevige, witte vruchtvlees is radiaal vezelig-broos en heeft een licht melige smaak en geur. De paddenstoel is eetbaar, maar is niet erg smakelijk.

Lamellen

De lamellen staan bol op de steel. Vlees en lamellen kleuren na kneuzing langzaam geel en met de leeftijd.

Steel

De steel is 5 tot 8 centimeter hoog en 8 tot 12 millimeter dik en is cilindrisch van vorm met uitzondering van de vaak puntige, nooit verdikte basis. Het is van binnen vol, vlezig en broos.

Ring

Het heeft een relatief duurzame gewatteerde tot vliezige ring waaronder het enigszins vezelachtig geschubd is.

Sporenprint

De sporenprint is wit.

Microscopische kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

De smal ellipsvormige sporen meten 4–5 × 2,5–3,5 µm. De sporen vertonen geen kleurreactie (inamyloïde) met jodiumreagentia

Verspreiding[bewerken | brontekst bewerken]

De geringde ridderzwam komt vrij algemeen voor in Nederland. Hij staat op de rode lijst in de categorie 'Kwetsbaar.[2]

Eetbaarheid[bewerken | brontekst bewerken]

De paddenstoel is eetbaar, maar niet erg smakelijk en moet vanwege zijn zeldzaamheid worden gespaard.

Taxonomie[bewerken | brontekst bewerken]

De soort werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door Almfelt in 1830 als Agaricus cingulatus. Verwijzing naar deze soortbeschrijving door Elias Magnus Fries in een werk dat in 1832 werd gepubliceerd, leidde echter tot de wetenschappelijke erkenning van de nieuwe soort. In 1890 werd het door E. Jacobasch overgebracht naar het geslacht van de ridderzwammen (Tricholoma). Het wordt gerekend binnen het geslacht voor de sectie van de Atrosquamosa.