Tweede Kamerverkiezingen in het kiesdistrict Groningen (1888-1897)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Kiesdistrict Groningen (1888)

Tweede Kamerverkiezingen in het kiesdistrict Groningen (1888-1897) geeft een overzicht van verkiezingen voor de Nederlandse Tweede Kamer in het kiesdistrict Groningen in de periode 1888-1897.[1]

Het kiesdistrict Groningen was al ingesteld in 1848. De indeling van het kiesdistrict werd gewijzigd na de grondwetsherziening van 1887. Tot het kiesdistrict behoorden vanaf dat moment de volgende gemeenten: Bedum, Groningen, Haren, Hoogezand, Noorddijk, Slochteren en Ten Boer.

Het kiesdistrict Groningen was in de periode 1888-1897 een meervoudig kiesdistrict; het vaardigde per zittingsperiode twee leden af naar de Tweede Kamer. Elke kiezer bracht twee stemmen uit. Om gekozen te worden moest een kandidaat minimaal de districtskiesdrempel behalen.[2]


Legenda

  • cursief: in de eerste verkiezingsronde geëindigd op de eerste of tweede plaats van de niet-direct gekozen kandidaten, en geplaatst voor de tweede ronde;
  • vet: gekozen als lid van de Tweede Kamer.

6 maart 1888[bewerken | brontekst bewerken]

De verkiezingen werden gehouden na vervroegde ontbinding van de Tweede Kamer.[3]

6 maart 20 maart[4]
Kiesgerechtigden 6.360 6.360
Opkomst 5.098 5.588
Geldige stemmen 10.062 5.578
Blanco stemmen 110 7
Kiesdrempel 2.516 2.789
Kandidaten
S. van Houten[5] 2.573
J.D. Veegens 2.372 3.738
A. Brummelkamp 1.643 1.840
H.J.A.M. Schaepman 1.540
J.A. Nieuwenhuis 935
F. Domela Nieuwenhuis 726
A.M. Prins 103

9 juni 1891[bewerken | brontekst bewerken]

De verkiezingen werden gehouden na ontbinding van de Tweede Kamer.

9 juni 23 juni[4]
Kiesgerechtigden 6.021 6.021
Opkomst 3.939 4.000
Geldige stemmen 7.714 3.947
Blanco stemmen 150 43
Kiesdrempel 1.929 1.974
Kandidaten
J.D. Veegens[5] 2.387
S. van Houten[5] 1.785 2.629
A. Brummelkamp 1.103 1.318
H.J.A.M. Schaepman 1.059
A.L. Poelman 904
F. Domela Nieuwenhuis 320
F. van der Goes 92

10 april 1894[bewerken | brontekst bewerken]

De verkiezingen werden gehouden na vervroegde ontbinding van de Tweede Kamer.[6]

10 april
Kiesgerechtigden 6.026
Opkomst 3.569
Geldige stemmen 6.647
Blanco stemmen 481
Kiesdrempel 1.662
Kandidaten
J.D. Veegens[5] 2.123
H.L. Drucker 1.841
S. van Houten[5] 1.107
A. Brummelkamp 582
J. Haspers 508
H.J.A.M. Schaepman 199
J.G. Gleichman 112

Voortzetting[bewerken | brontekst bewerken]

Bij de herziening van de Kieswet in 1896 werden de meervoudige kiesdistricten opgeheven. Het kiesdistrict Groningen werd gesplitst in twee enkelvoudige kiesdistricten, Groningen en Hoogezand.[7]

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]