Naar inhoud springen

Uithof (klooster)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door JanB46 (overleg | bijdragen) op 4 nov 2019 om 22:04. (Latijnse oorsprong term in andere talen toegevoegd. Afb. verwijderd; is geen uithof)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.

Een uithof is een grote kloosterboerderij / abdijhoeve van waaruit de vaak aanzienlijke landerijen die aan een kloosterorde toebehoorden, werden bewerkt en beheerd.

In eerste instantie deden monniken meestal zelf het werk op deze uithoven, later werden die taken vaak uitbesteed aan lekenbroeders. Soms werden de hoeves ook verpacht. Vooral kloosters van ordes als de cisterciënzers hadden vaak vele uithoven, bijvoorbeeld in Lamswaarde, Graauw en Othene in Zeeuws-Vlaanderen en Giersbergen in Noord-Brabant. De bedelorden daarentegen kenden geen uithoven.

In het Latijn heet zo'n boerderij een grangium (= korenschuur). De Franse en Duitse term luidt: grangie. In het Engels spreekt men van monastic grange.

Zie ook