Wilde emmer

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Wilde emmer
Wilde emmer
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Stam:Embryophyta (Landplanten)
Klasse:Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade:Bedektzadigen
Clade:Eenzaadlobbigen
Clade:Commeliniden
Orde:Poales
Familie:Poaceae (Grassenfamilie)
Onderfamilie:Pooideae
Geslachtengroep:Triticeae
Geslacht:Triticum (Tarwe)
Soort
Triticum dicoccoides
L.
Pakjes met daarin de graankorrels
Portaal  Portaalicoon   Biologie

De wilde emmer (Triticum dicoccoides, synoniem: Triticum turgidum var. dicoccoides) is de wilde stamvader van de emmertarwe (Triticum dicoccum) en heeft 2n = 4x = 28 chromosomen. Hierbij wil "4x" zeggen dat het vier verschillende genomen heeft (tetraploïde) en na chromosoomverdubbeling ontstaan is uit een diploïde voorouder met 2n=14 chromosomen en de genoomsamenstelling AB. De genoomsamenstelling van de wilde emmer is dus AABB, terwijl die van gewone tarwe AABBDD is. Net als bij emmertarwe worden de graankorrels nauw omsloten door de kafjes.

Wilde emmer komt voor in het zuidoosten van Turkije, in Syrië, Libanon, Jordanië, Palestina, Israël en in het oosten van Irak en Iran. De emmertarwe is het meest verwant met de wilde tarwe in Zuidoost-Turkije.[1]

Bronnen[bewerken | brontekst bewerken]

  1. H. Özkan, A. Brandolini, R. Schäfer-Pregl and F. Salamini, AFLP Analysis of a collection of tetraploid wheats indicates the origin of Emmer and Hard Wheat domestication in Southeast Turkey. Molecular Biology and Evolution 19, 2002, 1797-1801.