Naar inhoud springen

Willem Marinus van Rossum

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door 131.174.131.171 (overleg) op 13 aug 2019 om 14:24. (→‎Nagedachtenis)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Willem Marinus van Rossum C.Ss.R.
Willem Marinus van Rossum
Kardinaal van de Rooms-Katholieke Kerk
Wapen van een kardinaal
Rang kardinaal-priester
Titeldiakonie 1911-1915:
San Cesareo in Palatio
Titelkerk 1915-1932:
Santa Croce in Gerusalemme
Creatie
Gecreëerd door Pius X
Consistorie 27 november 1911
Kerkelijke carrière
1914-1932 president van de Pauselijke Bijbelcommissie
1915-1918 president van de Poenitentiaria
1918-1932 prefect van de Congregatie voor de Evangelisatie van de Volkeren
Portaal  Portaalicoon   Christendom

Willem Marinus van Rossum C.Ss.R. (Zwolle, 3 september 1854Maastricht, 30 augustus 1932) was een Nederlands redemptorist en kardinaal, en Prefect van Propaganda Fide, thans de Congregatie voor de Evangelisatie van de Volkeren.

Leven

Van Rossum trad in 1873 toe tot de redemptoristen. In 1879 werd hij tot priester gewijd. Hij doceerde Latijn en retorica in Roermond. Van 1883 tot 1892 was hij professor voor dogmatiek en dogmatische geschiedenis aan het bekende grootseminarie van de redemptoristen te Wittem. Hij was er tevens van 1886 tot 1893 studieprefect. Van 1893 tot 1895 was hij de rector van dit seminarie.

Tussen 1895 en 1911 woonde hij in een redemptoristenklooster te Rome. In deze jaren was hij onder andere lid van de commissie die een nieuw wetboek van canoniek recht voorbereidde, de Codex Iuris Canonici die in 1917 zou verschijnen. Paus Pius X benoemde hem in 1911 tot kardinaal-diaken met als titeldiakonie de San Cesareo in Palatio. In 1914 werd hij benoemd tot president van de Pauselijke Bijbelcommissie. Van Rossum werd zodoende de eerste Nederlandse kardinaal sinds de Reformatie en het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie in 1853. Hij nam deel aan het Conclaaf van 1914. In 1915 verkreeg hij de benoeming tot hoofd van de Poenitentiaria, een van de hoogste kerkelijke rechtbanken. In dit jaar werd hij verheven tot kardinaal-priester met als titelkerk de basiliek van Santa Croce in Gerusalemme. In 1918 werd hij benoemd tot titulair aartsbisschop van Caesarea in Mauretania en tot kardinaal-prefect van de Congregatie voor de Evangelisatie van de Volkeren.

Van Rossum overleed op 30 augustus 1932 in het Ziekenhuis Calvariënberg in Maastricht, nadat hij op terugreis vanuit Denemarken ziek was geworden. Op 3 september 1932 werd een uitvaartdienst gehouden in de Sint-Servaaskerk in Maastricht, waarna het stoffelijk overschot naar Wittem werd vervoerd om bijgezet te worden in de grafkelder van de kloosterkerk van de redemptoristen.

Nagedachtenis

In het Amsterdamse Begijnhof staat sinds 1928 een bronzen portretbuste van de kardinaal van de hand van Gerard Hoppen. Het borstbeeld herinnert aan het Eucharistisch Congres dat in 1924 in Amsterdam plaatsvond en maakte oorspronkelijk deel uit van een groter monument, ontworpen door Jan Kuijt met o.a. twee bronzen plaquettes, dat in 1960 werd verwijderd.[1] Op 24 juni 1934, tijdens de zesde "Nederlandschen Katholiekendag", werd er voor hem op het Kardinaal van Rossumplein in 's-Hertogenbosch een standbeeld onthuld, vervaardigd door beeldhouwer August Falise. In de Maastrichtse Sint-Servaasbasiliek bevindt zich een epitaaf uit 1936 van de hand van Charles Vos. Op 22 mei 1939 werd in de Kloosterkerk in Wittem een grafmonument onthuld, ontworpen door de Italiaanse professor Enrico Quattrini.

In Maastricht, Wittem en tal van andere plaatsen zijn straten en pleinen naar de kardinaal vernoemd.

Het archief van Van Rossum bevindt zich in het Katholiek Documentatiecentrum te Nijmegen. Het archief van de redemptoristen dat sinds 2007 bewaard wordt in het Erfgoedcentrum voor Nederlands Kloosterleven te St. Agatha, bevat eveneens gegevens over Van Rossum.

Externe links

Zie de categorie Willem Marinus van Rossum van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.