Zaak-Ye

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Vanaf eind 2005 woedde in het Belgisch voetbal een omkoop- en gokschandaal, beter bekend als de zaak-Ye.[1] Spelers en trainers werden ervan beschuldigd geld te hebben aangenomen van de Chinese gokmaffia. Doel van de betalingen zou zijn geweest de uitslagen van wedstrijden te beïnvloeden, waardoor grote winsten behaald zouden kunnen worden bij het gokken op deze uitslagen.

Gokken op voetbalwedstrijden[bewerken | brontekst bewerken]

In vele landen is gokken een lucratieve bezigheid. Gokken op uitslagen van voetbalwedstrijden is ook in West-Europa ingeburgerd, bijvoorbeeld via de toto. Met de komst van het internet zijn de mogelijkheden om te gokken enorm toegenomen. Legaal gokken is echter aan strenge regels gebonden, waardoor er ook een groot illegaal gokcircuit bestaat, waar veel geld in omgaat. Zo werd begin 2005 in Peking een netwerk opgerold van internetgokkers, dat binnen één jaar zo'n 27 miljoen dollar verdiend had door de uitslagen van voetbalwedstrijden te manipuleren.

Wanneer een gokker op voorhand zeker weet dat een wedstrijd in een 7-0-nederlaag van zo'n club zal eindigen, en een fiks bedrag inzet, kan hij na 90 minuten voetbal aan het andere eind van de wereld een enorme winst tegemoetzien. De kern van het omkoopschandaal is dat een aantal spelers en trainers van vooral kleinere clubs in België benaderd zijn om wedstrijden te manipuleren en een aantal daarvan wordt beschuldigd op de voorstellen te zijn ingegaan. Voor de betaler(s) niets meer dan een investering, waarmee de winst uit het voorspellen van uitslagen behaald moest worden.

Bal gaat aan het rollen[bewerken | brontekst bewerken]

In oktober 2005 speelde de eersteklasser STVV tegen La Louvière. Doelman Dušan Belić had een 'ongelukkige wedstrijd'. Mede door zijn blunders verloor STVV met 1-3. Tijdens die wedstrijd gingen in Engeland de eerste alarmbellen rinkelen: bij online gokkantoor Betfair merkte men dat er opvallend veel gegokt werd op deze match. Ook de volgende wedstrijd van STVV stond in de warme belangstelling van gokkers: in totaal zou er €300.000 ingezet zijn.

De volgende maand ontving journalist Jan Hauspie van het blad Sport/Voetbalmagazine een tip. In Azië werd zwaar gegokt op de wedstrijd La Louvière-Westerlo. Een zogenaamd spannende match, tot de slotfase waarin Westerlo tweemaal scoorde uit flagrante buitenspelsituaties, waartegen door spelers van La Louvière totaal niet geprotesteerd werd.

Kort daarop ontsloeg Lierse SK hun trainer Paul Put, die in twee wedstrijden een veredeld B-elftal had opgesteld. Officieel werd hij ontslagen omdat de resultaten tegenvielen.

Hauspie, op de voet gevolgd door het blad Humo, ging zich in de zaak verdiepen, en al snel bleken er zoveel merkwaardige dingen gebeurd te zijn in zoveel wedstrijden, dat er meer aan de hand bleek dan een paar ongelukkige momenten van een paar spelers. Clubs waar merkwaardige resultaten van genoteerd waren bleken opvallend vaak bezoek gehad te hebben van de Chinese zakenman Zheyun Ye en/of de Belgische spelersmanager Pietro Allatta.

De Gokchinees[bewerken | brontekst bewerken]

Ye maakte zijn entree in het Belgisch voetbal waarschijnlijk in oktober 2004. De eerste club waar hij binnenkwam was Germinal Beerschot. Hij werd daar aanvankelijk beschouwd als potentiële investeerder. Dit liep op niets uit, maar later bekenden drie toenmalige Beerschot-spelers dat Ye hun een halfjaar later €25.000 bood om een bepaalde wedstrijd te verliezen, wat zij overigens weigerden. In november meldde Ye zich vervolgens bij toenmalig tweedeklasser Bergen, dat hij €250.000 aanbood voor shirtsponsoring van zijn in Parijs gevestigde modebedrijf. In feite wilde hij zeggenschap binnen de club, wat de voorzitter/eigenaar afwees.

Daarna maakte Ye, vaak in het gezelschap van Allatta, een tocht van club naar club. Behalve de twee al genoemde hadden zij ook contact met Lierse SK, La Louvière, KFC Verbroedering Geel, KV Oostende en SK Ronse. Slechts twee clubs wezen hen meteen de deur: KSV Roeselare en KV Kortrijk. Ye zou ook individuele sporters benaderd hebben van andere clubs, zoals Sint-Truiden en KV Red Star Waasland. Deze werden bedragen van €5.000 tot €72.000 geboden om een wedstrijd minder goed hun best te doen. Geen geringe bedragen voor spelers in lagere klassen van het Belgische beroepsvoetbal met maandsalarissen van minder dan €1.500.

Diezelfde periode diende een jonge vrouw een klacht in tegen Ye wegens aanranding. Tijdens het verhoor kwam het gerecht meer te weten over de contacten die hij onderhield met de voetbalwereld.

Put en Bodart[bewerken | brontekst bewerken]

Waarschijnlijk hebben Ye en Allatta bij de clubbestuurders van de meeste genoemde clubs geen echte invloed gekregen, alhoewel met Ronse het sponsorcontract al bijna rond was en ook bestuurders van La Louvière van betrokkenheid beschuldigd worden. Wel kan worden aangenomen dat een fors aantal spelers en trainers voor hun aanbiedingen is bezweken en zich daadwerkelijk heeft beziggehouden met het vervalsen van wedstrijden.

De belangrijkste namen, die in dit verband genoemd worden, zijn die van twee voormalige trainers, Paul Put en Gilbert Bodart. Put wordt beschouwd als een centrale figuur in het schandaal: hij was trainer van Lierse SK en zou per wedstrijd €75.000 ontvangen hebben om onder de spelers te verdelen. Twee keer stelde hij zelfs een veredeld B-elftal op, kennelijk om het vooraf afgesproken resultaat (een nederlaag) te bereiken. Officieel werd Put door Lierse ontslagen wegens de tegenvallende resultaten, maar het is mogelijk dat men in de clubleiding lucht had gekregen van zijn praktijken. Put ontkende aanvankelijk alle beschuldigingen heftig, maar werd in februari 2006 als trainer van Excelsior Moeskroen ontslagen, naar verluidt nadat hij had toegegeven twee wedstrijden te hebben beïnvloed.

Bodart werd ook als trainer ontslagen (bij KV Oostende) wegens 'tegenvallende resultaten'. Maar bronnen rond de club meldden dat hij gegokt zou hebben op een nederlaag van zijn team, kort na een bezoek van Ye aan de Vlaamse kustplaats. Na zijn ontslag werd Bodart trainer van La Louvière, en plotseling werd er in Azië op een degradatieduel La Louvière-Sint-Truiden €600.000 gegokt. Aanvankelijk ontkende ook Bodart alles, maar in februari 2006 nam hij ontslag.

Panorama[bewerken | brontekst bewerken]

Op 5 februari 2006 wijdde het VRT-duidingsprogramma Panorama de uitzending aan dit schandaal onder de titel De Tackle van de Maffia. Journalist Tom Van de Weghe gaat in de reportage op zoek naar de gokchinees Zheyun Ye in Shanghai en gaat undercover in het Chinese gokmilieu, waar het Belgisch voetbal heel populair blijkt. Vooral met de club La Louvière verdienen de Chinezen het meeste geld, omdat de club in handen zou zijn van de goksyndicaten. Panorama komt niet met keiharde bewijzen, maar zet alle beschuldigingen op een rij, en noemt nieuwe namen, onder andere die van spelers van Bergen en van trainer Albert Cartier. Na deze uitzending komt de zaak in een stroomversnelling.

Twee spelers van Lierse gaven op 16 februari aan justitie toe geld aangenomen te hebben. Doelman Cliff Mardulier en aanvoerder Laurent Fassotte werden op staande voet ontslagen en ook assistent-trainer Patrick Deman mocht vertrekken. De volgende dag ontsloeg RSC Anderlecht ex-Lierse-spelers Marius Mitu en Laurent Delorge en werd Put de laan uitgestuurd bij Moeskroen. Deman (de eerste die toegaf omgekocht te zijn) en Mardulier kwamen vervolgens tot een overeenkomst met de KBVB: zij beloofden openheid van zaken te zullen geven. In ruil daarvoor zullen zij niet geschorst worden.

Op 9 maart concentreerde het onderzoek zich op Sint-Truiden. Drie spelers, Marco Nys, Cyril Ramond en Ilija Stolica, werden tijdens de training (daags voor de belangrijke match tegen Anderlecht) opgepakt voor verhoor. Ook oud-doelman Belić en Bodart werden verhoord. Een week later pakten politie en justitie nog grootser uit: er werd huiszoeking gedaan bij de voorzitter van La Louvière en advocaat Laurent Denis, van wie beweerd wordt dat hij een rol in het schandaal speelt. Zes personen werden aangehouden voor verhoor en tegen Ye en Allatta werd een internationaal aanhoudingsbevel uitgevaardigd. Allatta meldde zich later zelf bij de Brusselse politie, maar Ye is nog altijd spoorloos.

Inmiddels heeft het schandaal ook een (zij het bescheiden) vertakking naar Nederland gekregen, allereerst door de transfer van Delorge naar ADO Den Haag. Op 23 april beweerde de VRT dat ook oud-PSV-speler Archie Thompson in zijn tijd bij Lierse zou zijn omgekocht. Overigens werden in hetzelfde programma ook de Lierse-spelers Yves Van der Straeten en Hasan Kacić beschuldigd; zij werden door hun club geschorst.

Een maand later dook de naam op van oud-Ronse-speler Daniel Camus. Het gerecht deed huiszoeking bij hem en beschouwt hem kennelijk als een belangrijke figuur in het schandaal. Hij zou grote sommen geld hebben gekregen om spelers om te kopen.

Kort na de Panorama-uitzending werd tegen de makers een klacht ingediend wegens laster en eerroof, onder meer door Pietro Allatta, Stephan Pauwels en Albert Cartier. De zaak is nog steeds hangende bij het gerecht.

Panorama II[bewerken | brontekst bewerken]

Ook de BBC heeft een actualiteitenprogramma dat Panorama heet. Op 19 september 2006 zond het een reportage uit over dubieuze praktijken in het voetbal. Alhoewel het zich concentreerde op illegale betalingen in de Premier League kwam ook het Belgische voetbal aan de orde, en uit de reportage zou blijken dat, ondanks alle commotie die het omkoop- en gokschandaal veroorzaakt heeft, mensen met snode plannen nog altijd in België terechtkunnen. Sporting Charleroi-manager Mogi Bayat werd in de reportage benaderd door een undercover-journalist, die beweerde via de club spelers binnen te willen halen om zo aan hun transfer naar Engeland veel geld te willen verdienen. Daarop verklaarde Bayat dat de man Charleroi voor 5 miljoen euro mocht hebben. Bondsvoorzitter François De Keersmaecker gelastte na de uitzending een onderzoek, maar merkte wel op dat de uitspraken van Bayat waren uitgelokt.

Justitie[bewerken | brontekst bewerken]

De Brusselse onderzoeksrechter Silviana Verstreken onderzocht het omkoop- en gokschandaal. Op 2 maart 2006 werd duidelijk gemaakt waar haar onderzoek zich op richtte: het spitst zich toe op de clubs La Louvière, Lierse en STVV. Tot de waslijst van delicten die mogelijk gepleegd zijn behoren corruptie, oplichting, witwassen, valsheid in geschrifte en doodsbedreigingen.

Op 13 april meldde de krant Het Laatste Nieuws dat een aantal spelers en oud-trainers in verdenking gesteld is voor 'passieve private corruptie'. Het ging onder anderen om Mitu, Fassotte, Put, Deman en Mardulier. Een woordvoerder van het parket zei dat er nog zeker meer zullen volgen. Op 14 oktober verklaarde minister van Justitie Laurette Onkelinx dat in totaal zestien personen verdacht worden en dat het gerechtelijk onderzoek nog steeds gaande is.

Enkele factoren compliceerden het werk van de onderzoeksrechter: allereerst was er de bepaling in het bondsreglement, waarin wordt bepaald dat onregelmatigheden binnen 48 uur aan de KBVB gemeld moeten worden. De spelers Daniel Cruz, Luciano Da Silva en Mohammed Messoudi, die geld werd geboden maar weigerden, maar dit niet aan de bond meldden, werden inderdaad (zij het met een lage geldboete) gestraft. Dit zou andere betrokkenen ertoe kunnen brengen tegenover justitie hun mond te houden.

Dan was er nog de figuur Allatta, die een criminele reputatie heeft. Verschillende betrokkenen bij het schandaal beweerden met de dood bedreigd te zijn nadat ze hadden aangegeven zich niet meer met de omkooppraktijken te willen inlaten.

Ook de pogingen van de voetbalbond schoon schip te maken verliepen moeizaam. In verband met zijn rol in het gokschandaal eiste het bondsparket van de KBVB in juni 2006 zware straffen tegen Mitu, waaronder een speelverbod van drie jaar in België. Hierop spanden hij en twee oud-collega's bij Lierse, Fassotte en Igor Nikolovski, een kort geding aan tegen de bond, dat zij tot veler verrassing wonnen. Het Brusselse Hof van Beroep oordeelde dat de bond met het nemen van dergelijk zware disciplinaire maatregelen, voor in de strafzaak in de zaak-Ye is geoordeeld, hun rechten op een rechtvaardig proces en op een verdere uitoefening van hun beroep zou schenden. Daarop schortte de controlecommissie van de bond haar werkzaamheden rond de affaire voor onbepaalde tijd op.

Op 20 augustus 2007 deed de controlecommissie uitspraak in de zaak-Ye. Het zwaarst gestraft werden K. Lierse SK en Paul Put. De commissie acht bewezen dat er bij Lierse aan competitievervalsing gedaan is. De club wordt na het seizoen '07/'08 teruggezet naar de derde klasse, als het Uitvoerend Comité van de KBVB de straf bevestigt. Paul Put werd voor het leven geschorst; de commissie ziet hem als de spilfiguur in de affaire: 'Hij introduceerde Ye en was zijn vertrouwensman. Hij betaalde premies voor het vervalsen van wedstrijden. Hij zette ook spelers onder druk om deel te nemen aan het systeem.' Oud-Lierse-speler Hasan Kacić werd voor twee jaar geschorst en Ninoslav Milenković een jaar voorwaardelijk. Roda JC-doelman Cliff Mardulier werd weliswaar schuldig bevonden, maar niet bestraft, omdat hij door de affaire anderhalf jaar zijn beroep niet heeft kunnen uitoefenen. Patrick De Man en Archie Thompson werden buiten vervolging gesteld.

Op 17 maart 2008 werd K. Lierse SK in beroep vrijgesproken. De beroepscommissie van de KBVB achtte bewezen dat de contacten tussen de club en Ye niet met omkoping te maken hadden maar wel om zakelijke investeringsplannen zoals bij KV Oostende, SK Ronse en RAEC Bergen, clubs waar Ye eerder reeds passeerde. Ook oud-speler Hasan Kacić wordt vrijgesproken. Ex-trainer van K. Lierse SK, Paul Put, wordt uiteindelijk drie jaar geschorst en verliest bovendien ook zijn lidmaatschap bij de KBVB.

Uiteindelijk werd in juni 2014 een proces gevoerd tegen 32 beklaagden, van wie 20 veroordeeld werden tot celstraffen.[2] De zwaarste straf kreeg Pietro Allatta: hij kreeg aanvankelijk 30 maanden gevangenisstraf, wat in december 2015 in hoger beroep zelfs verhoogd werd tot 8 jaar cel.[3]

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Noten[bewerken | brontekst bewerken]