Sangirbrilvogel
Sangirbrilvogel IUCN-status: Kritiek[1] (2018) | |||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Sangihe White-eye | |||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||
| |||||||||||||
Soort | |||||||||||||
Zosterops nehrkorni Blasius, 1888[2] | |||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||
Sangirbrilvogel op Wikispecies | |||||||||||||
|
De sangirbrilvogel (Zosterops nehrkorni) is een brilvogel. Deze soort is onderdeel van een soortencomplex van nauw verwante brilvogelsoorten waaronder de kleine zwartvoorhoofdbrilvogel (Z. minor), cerambrilvogel (Z. stalkeri) en de zwartvoorhoofdbrilvogel (Z. atrifrons). Het is een endemische vogelsoort uit Indonesië.
Verspreiding en leefgebied
[bewerken | brontekst bewerken]De sangirbrilvogel komt alleen voor op de Sangihe-eilanden. Het is een vogel die leeft in de middenetages van montaan tropische regenwoud op hoogten tussen de 750 en 1000 m boven de zeespiegel. De vogel foerageert op bessen en insecten.
Status
[bewerken | brontekst bewerken]De sangirbrilvogel was al in de 19de eeuw een zeldzame vogelsoort. Tot 1996 was er slechts één museumexemplaar bekend van het eiland Sangihe Besar (Sangihe-eilanden). In 1996 werd op de Gunung Sahendaruman en het nabijgelegen Sahengbalira met behulp van geluidsopnamen de aanwezigheid van deze soort vastgesteld. Op grond hiervan werd geschat dat er nog 50 individuen aanwezig waren. Bij aanvullend onderzoek, gepubliceerd in 2002 werden geen nieuwe waarnemingen gedaan.[3]
Door de voortdurende omzetting van regenwoud in gebied voor landbouwkundig gebruik, nemen de aantallen nog steeds af. Om deze redenen staat de sangirbrilvogel als ernstig bedreigd op de Rode Lijst van de IUCN.[1]
- ↑ a b (en) Sangirbrilvogel op de IUCN Red List of Threatened Species.
- ↑ (de) Blasius, W., 1888. Die Vögel von Gross-Sanghir. Ornis Jg. 4. Digitale Bibliothek Braunschweig.
- ↑ (en) Riley, J., 2002. Population sizes and the status of endemic and restricted-range bird species on Sangihe Island, Indonesia. Bird Conservation International 12(1):53-78. DOI:10.1017/S0959270902002046