Majesteit

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Zie Majesteit (doorverwijspagina) voor andere betekenissen van Majesteit.

Majesteit is:

Achtergrond[bewerken | brontekst bewerken]

"Majesteit" stamt als begrip uit het Romeinse recht en is afgeleid van het Latijnse maiestas. De majesteit of majestas van de Romeinse Republiek was de volheid van haar macht en aanzien. Die majesteit werd geschonden wanneer iemand zich minachtend over de republiek en haar instellingen uitliet. Ook handelingen als feestvieren na een nederlaag van het Romeinse leger, het hinderen van een hoge gezagsdrager of het spotten met de religieuze ceremoniën van de staat werden gezien als majesteitsschennis.

Gebruik van de term[bewerken | brontekst bewerken]

Wanneer men spreekt over "de" majesteit van een bepaalde staat, wordt de abstracte hoogste rechtsmacht en onschendbaarheid van die staat bedoeld. Wie een ambassade overvalt, pleegt daarmee een aanslag op de majesteit van een land.

De titel Majesteit is in Nederland geen predicaat en is relatief nieuw. In de middeleeuwen hadden koningen de titel "Heer" of "Sire" en was alleen de keizer van het Heilige Roomse Rijk van de Duitse Natie een Majesteit. Later kwam de titel "Hoogheid" in zwang voor de koningen, Deze laatsten gingen zich steeds vaker "Majesteit" noemen en in de late 18e eeuw werd deze titel of aanspreekvorm gemeengoed onder de koningen.

De pausen waren zuinig met het gebruik van "Majesteit" als aanhef van een brief. Dat de paus koning Stadhouder Willem III in een brief als Majesteit aansprak terwijl de pausen deze titel nooit bij Jacobus II of zijn voorgangers hadden gebruikt baarde in 1688 groot opzien in diplomatiek Europa.

De koning van Schotland is de enige Europese koning die de titel nooit heeft gedragen. Toen Elizabeth II het Schotse parlement opende, werd zij door de voorzitter aangesproken als de "Queen of Scots" en werd de aanduiding Majesteit achterwege gelaten.

Varianten[bewerken | brontekst bewerken]

Er zijn plaatselijke gebruiken en de Pausen hebben in de 16e eeuw bepaalde Europese vorsten een bijzondere titel verleend. Deze keert terug in de aanspreekvorm en zo werden de opvolgers van de "Katholieke koningen" Katholieke Majesteiten. De "Apostolische Koning" werd Apostolische Majesteit.

De huidige koning verkoos in 1975 alleen "Zijne Majesteit de Koning van Spanje" te zijn. Hij heeft desondanks zijn aanspraken op de oude titels van de Spaanse kroon, waaronder deze, niet opgegeven[1].

Namen van marineschepen[bewerken | brontekst bewerken]

In Nederland, het Verenigd Koninkrijk, Canada, Australië, Denemarken, Noorwegen, Zweden, Thailand, Maleisië en andere monarchieën hebben namen van marineschepen een voorvoegsel dat verwijst naar de vorst, zie Zijner Majesteits. Dit is een traditie; het wordt meestal niet gedaan bij andere objecten van de staat.

Noten[bewerken | brontekst bewerken]

  1. Almanach de Gotha [2000] Blz. 336.

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Zoek majesteit op in het WikiWoordenboek.