Constant Cremer

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Constant Cremer (Ango-ango, Belgisch-Congo, 1886 - Batavia, Nederlands-Indië, 1937) was de eerste Afrikaanse voetballer in Nederland. Hij speelde van 1902 tot 1907 voor de Tilburgse club Willem II.[1]

Biografie[bewerken | brontekst bewerken]

Belgisch-Congo[bewerken | brontekst bewerken]

Constant (Jimmy) Cremer werd geboren op 23 september 1886 in Ango-ango, een plaats aan de Congo-rivier in Belgisch-Congo. Hij was zoon van een Congolese prinses, Sofie genaamd, en Jan Cremer (1852-1889). Zijn vader handelde in palmpitten, ivoor, katoen, koffie, rubber en (koloniale) kunst. Zijn oom was Jacob Cremer (1847-1923) een van de belangrijkste ondernemers in de tweede helft van de negentiende eeuw in Nederlands-Indië, later minister van Koloniën.

Nederland[bewerken | brontekst bewerken]

In 1892 -zijn vader was reeds overleden- werd Cremer naar Nederland gestuurd en ondergebracht bij zijn tante in Zwolle. In 1898 verhuisde het gezin naar Brabant omdat haar man werd overgeplaatst naar de centrale werkplaats van het staatsspoor te Tilburg. Constant werd ondergebracht bij familie in Breda. De familie had een militaire loopbaan voor hem voor ogen, maar stuurde hem uiteindelijk naar de Rijks-HBS in Tilburg (in het voormalig paleis van Willem II).

Als zwarte jongen van buitenlandse afkomst en weeskind had Cremer het niet gemakkelijk, maar hij toonde een groot doorzettingsvermogen, zowel in de studie en het werk als op het voetbalveld. In 1904 behaalde hij met Willem II het Brabants kampioenschap (er was nog geen landelijke competitie). Cremer was een van de sterren. De NTC berichtte: "Hij speelt zo echt op zijn Congoleesch, hij kan als hij wil, heel wat presteren, is technisch goed en heeft tactisch inzicht."

Nederlands-Indië[bewerken | brontekst bewerken]

Vanwege zijn belangstelling voor chemie vervolgde Cremer zijn studieloopbaan op de School voor de Suikerindustrie in Amsterdam. Stage liep hij o.a. in een beetwortelfabriek in Brabant. Na het behalen van zijn diploma vertrok Cremer in 1908 naar Java waar hij trouwde met Nellie Berlauwt en spoedig carrière zou maken. Hij werkte achtereenvolgens in de suikerfabrieken van Petjangaän, Majong, Phaïton en Kebonagoeng. In 1911 behaalde hij in Soerabaja zijn suikersyndicaatsdiploma.

Cremer was een opvallende verschijning, een buitenstaander zowel in Nederland als op Java. Hij was bepaald geen Indische Nederlander, maar ook geen inlandse Javaan. Het huis waarin hij op Java woonde noemde Cremer naar zijn geboortedorp Ango-ango. Door de wereldwijde depressie eind jaren twintig verloor Cremer in 1932 zijn baan. Hij overleed in 1937, na een kort ziekbed. Op zijn drukbezochte begrafenis was onder meer de burgemeester van Batavia aanwezig. Zijn graf bevindt zich in het huidige Petamburan (Jakarta).

In 1956 verruilde zijn echtgenote, samen met dochter Constance en kleinkind Margreeth, het inmiddels onafhankelijk geworden Indonesië voor Nederland. In 2021 kreeg Cremer meer bekendheid door de tentoonstelling over 125 jaar Willem II in de Tilburgse LocHal, waarin hij werd geëerd als eerste voetballer van kleur op de Nederlandse velden.[2]

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Bronnen[bewerken | brontekst bewerken]

  1. Thijs Kemmeren, Constant Cremer (biografie), brabantserfgoed.nl, 18-01-21. Gearchiveerd op 4 februari 2023.
  2. Erik van Hest, Kippenvel bij familie van Constant Cremer, Brabants Dagblad, 27-09-21. Gearchiveerd op 27 november 2022.