Curium(III)oxide

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Curium(III)oxide
Algemeen
Molecuulformule Cm2O3
IUPAC-naam curium(III)oxide
Andere namen curiumsesquioxide
Molmassa 541,985 g/mol
CAS-nummer 12371-27-6
Wikidata Q420952
Fysische eigenschappen
Aggregatietoestand vast
Smeltpunt 2270 ± 25 °C
Geometrie en kristalstructuur
Kristalstructuur hexagonaal
Tenzij anders vermeld zijn standaardomstandigheden gebruikt (298,15 K of 25 °C, 1 bar).
Portaal  Portaalicoon   Scheikunde

Curium(III)oxide is een anorganische verbinding van curium, met als brutoformule Cm2O3. De stof komt voor als een kleurloze tot lichtbruine vaste stof. Curium(III)oxide is radioactief.

Synthese[bewerken | brontekst bewerken]

Curium(III)oxide kan bereid worden door thermolyse van curium(IV)oxide in vacuüm en bij 600 °C:[1]

Een alternatieve methode is de reductie van curium(IV)oxide met waterstofgas bij een temperatuur tussen 700 en 1055 °C:[2]

Kristalstructuur[bewerken | brontekst bewerken]

Curium(III)oxide komt voor als 3 kristalvormen. De α-vorm kristalliseert uit in een hexagonale structuur en behoort tot ruimtegroep P3m1. De parameters van de hexagonale eenheidscel zijn:

  • a = 380 pm
  • c = 599 pm

Bij hogere temperatuur (meer dan 800 °C) treedt overgang naar de monokliene structuur (de β-vorm) op. De parameters van de monokliene eenheidscel zijn:[2]

  • a = 1428,2 pm
  • b = 365,2 pm
  • c = 890,0 pm
  • β = 100,31 ± 0,05°

Daarnaast is ook een γ-oxide bekend, dat een kubische kristalstructuur bezit (met als lengte van de eenheidscel a = 1100 pm). Het behoort tot ruimtegroep Ia3.[3]

Toepassingen[bewerken | brontekst bewerken]

Curium(III)oxide wordt hoofdzakelijk gebruikt bij de synthese van andere curiumverbindingen, meestal door reactie met zuren. Zo levert de reactie met waterstofchloride bij 400–600 °C curium(III)chloride: