West-Indische fluiteend

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Dendrocygna arborea)
West-Indische fluiteend
IUCN-status: Gevoelig[1] (2019)
West-Indische fluiteend (Dendrocygna arborea)
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Aves (Vogels)
Orde:Anseriformes (Eendvogels)
Familie:Anatidae (Eendachtigen)
Geslacht:Dendrocygna
Soort
Dendrocygna arborea
(Linnaeus, 1758)
Originele combinatie
Anas arborea
Verspreidingsgebied
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
West-Indische fluiteend op Wikispecies Wikispecies
(en) World Register of Marine Species
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Vogels

De West-Indische fluiteend (Dendrocygna arborea) is een vogel uit de familie van de eendachtigen (Anatidae). De wetenschappelijke naam van de soort werd in 1758 als Anas arborea gepubliceerd door Carl Linnaeus.[2] Hij baseerde de naam op beschrijvingen door George Edwards, Hans Sloane en John Ray.

Veldkenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

Deze eenden zijn voornamelijk 's nachts actief en verschuilen zich overdag. Dit maakt het moeilijk om wilde exemplaren van de West-Indische fluiteend waar te nemen. Het is, met een lengte van 48 tot 58 cm, de grootste vogel in het geslacht Dendrocygna. Kruin, borst, rug en vleugels zijn donkerbruin tot zwart; de onderdelen zijn vuilwit met diepzwarte markeringen. Het verenkleed van onvolwassen vogels is minder contrastrijk.

Voortplanting[bewerken | brontekst bewerken]

West-Indische fluiteend maakt een nest in boomholten, op grote takken, tussen bromelia’s, tussen het riet of in de buurt van andere dichte struiken. In het nest worden doorgaans 10 tot 16 eieren gelegd.

Verspreiding en leefgebied[bewerken | brontekst bewerken]

Het is een wijdverspreide vogel in de Caraïben en hij wordt tevens gefokt door de lokale bevolking, onder meer op de Bahama's, Cuba, de Kaaimaneilanden, Antigua en Barbuda en Jamaica. Het is een echte standvogel, die zelden verder dan 100 km van zijn nest afdwaalt.

Status[bewerken | brontekst bewerken]

De West-Indische fluiteend heeft ernstig te lijden gehad van massale bejaging en ook de eieren waren erg geliefd bij verzamelaars. Daarnaast hebben ze te lijden onder de klimaatverandering. Verder is het leefgebied van de West-Indische fluiteend aangetast door slecht waterbeheer, vervuiling (onder andere pesticiden in de landbouw), omhakken van mangroven en tropische stormen. De handel in wilde West-Indische fluiteenden is verboden krachtens het CITES-verdrag (Appendix II). De grootte van de populatie werd volgens een beoordeling uit 2012 van BirdLife International geschat op 6 tot 15 duizend individuen. Hoewel de aantallen weer toenemen, staat hij nog steeds als kwetsbaar op de Rode Lijst van de IUCN.[1]