Esmée van Eeghen

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Esmee van Eeghen)
Esmée van Eeghen
(foto: Collectie NIOD; fotograaf onbekend)
Volledige naam Esmée Adrienne van Eeghen
Geboren 7 juli 1918, Amsterdam
Overleden 7 september 1944, Paddepoel (gemeente Noorddijk)
Land Nederland
Ook bekend als Elly of Sjoerdje
Jaren actief 1940-1944
Groep Landelijke Knokploegen
Portaal  Portaalicoon   Tweede Wereldoorlog

Esmée Adrienne van Eeghen (Amsterdam, 7 juli 1918 - Paddepoel (gemeente Noorddijk), 7 september 1944) was een Nederlandse verzetsstrijdster in de Tweede Wereldoorlog. Van Eeghens rol is omstreden, omdat zij een affaire begon met een Duitse officier. In april 2024 werd echter door het Fries Verzetsmuseum eerherstel aan haar verleend. Van Eeghen speelde ondanks alles een grote rol in het verzet, vooral in Friesland. Een rol die haar, door haar onstuimige liefdesleven, uiteindelijk noodlottig zou worden. Van Eeghen heeft model gestaan voor de figuur Rachel Stein uit de film Zwartboek.

Levensloop voor de oorlog[bewerken | brontekst bewerken]

Esmée was een telg uit het Nederlandse patriciërsgeslacht Van Eeghen. Haar ouders waren Reginald Hendrik van Eeghen (1889-1936), directeur van de Amstel-brouwerij en jonkvrouw Minette Adrienne van Lennep (1892-1975), beter bekend als Miesje van Lennep.[1] Esmée had een broer die David Hendrik heette en twee jaar jonger was dan zij. Ze had een fijne, beschermde jeugd, ondanks het feit dat haar vader, toen zij acht was, na zijn echtscheiding naar Amerika vertrok, waar hij in 1936 in San Francisco overleed. Haar moeder hertrouwde met Alphert baron Schimmelpenninck van der Oye, van wie zij een derde kind kreeg, Sander.

Verzet[bewerken | brontekst bewerken]

Haar broer David ging na de Nederlandse capitulatie in het verzet. Ook Esmée kwam via een vriend - de latere Bussumse huisarts Henk Kluvers - in het verzet. Om onderdak te regelen voor Amsterdamse studenten kwamen beiden veel in Leeuwarden en in contact met het plaatselijke verzet. Na een overval door het Friese verzet op het Arbeidsbureau aan het Zaailand in Leeuwarden op 25 juni 1943 besloot ze voorgoed in Friesland te blijven.

De regionale Knokploeg (KP)-leider Krijn van den Helm gebruikte haar in eerste instantie als koerierster maar gaandeweg deed zij steeds gevaarlijker werk zoals het vervoeren van Joodse onderduikers en geallieerde piloten naar onderduikadressen.

Piet Oberman (verzetsnaam Piet Kramer), die in de zomer van 1944 Krijn van den Helm opvolgde als KP-leider in Friesland, heeft na de oorlog verklaard: “Esmée was buitengewoon goed op de hoogte van alles wat betrekking had op de verzetsbeweging in Friesland en zij kende veel leidinggevende illegale personen in andere provincies met wie zij als hoofdkoerierster in aanraking kwam. Zij woonde meermalen belangrijke besprekingen bij op het hoofdkwartier van de KP, destijds gevestigd ten huize van de heer Harm Kingma, directeur van een timmerfabriek in Leeuwarden en zijn vrouw Annie. Geheel alleen heeft zij onder andere wapentransporten naar Limburg en Amsterdam verzorgd.

Over de koelbloedigheid van Esmée doen verschillende verhalen de ronde: zo zou zij door een Duitse officier een koffer met wapens langs een controle hebben laten dragen en tijdens een transport van een koffer met bonkaarten zou zij de koffer doodleuk hebben geopend met de opmerking dat zij vertegenwoordigster was van een papierfabriek en met papiermonsters op reis was.

Problemen[bewerken | brontekst bewerken]

Toch ontstonden er problemen omdat Esmée relaties kreeg met verschillende leden van het verzet, onder wie naar verluidt Krijn van den Helm, die getrouwd en vader van een kind was. Het ging helemaal mis toen Esmée in opdracht van het verzet contact moest zoeken met de SD (Sicherheitsdienst).

Hiervoor zijn een aantal bronnen: allereerst Krijn van den Helm, die heeft gezegd dat Esmée in zijn opdracht contact met Duitse officieren zocht. Dit wordt ook bevestigd door Pieter Wijbenga, een lid van de KP in Leeuwarden, die na de oorlog vertelde dat hij en Krijn Esmée wilden inzetten om twee SD’ers naar Makkum te lokken waar ze geliquideerd zouden worden. Door omstandigheden is van dit plan nooit iets gekomen. Er zijn ook andere voormalige KP’ers die bevestigen dat Esmée spioneerde in opdracht van Krijn. Sommigen zeggen dat ze op die manier informatie over haar broer David probeerde te krijgen die op een trawler in IJmuiden was opgepakt toen hij probeerde om naar Engeland over te steken. De tocht was verraden. Hij overleed kort voor de bevrijding waarschijnlijk van uitputting in Bergen-Belsen.

Esmée werd echter verliefd op een Duitse officier, Hans Schmälzlein, Oberzahlmeister bij het Verpflegungsamt in Groningen, en ging bij hem inwonen. Dat was niet te combineren met een rol in het verzet.

Verraad[bewerken | brontekst bewerken]

Op 15 juli 1944 deden de Duitsers een inval in het hoofdkwartier van het verzet, waar ze een aantal belangrijke documenten buitmaakten. Esmée werd door het verzet niet meer vertrouwd en kwam voor een door het verzet ingesteld 'veemgericht' dat haar eigenlijk ter dood wilde veroordelen, maar haar op voorspraak van Krijn van den Helm, voor de keuze stelde: Leeuwarden verlaten of doodgeschoten worden. Uit onderzoek was ondertussen gebleken dat zij geen verraad had gepleegd, maar dat de gewonde verzetsman Ben de Vries in handen van de SD was gevallen en was doorgeslagen.

Esmée vertrok uit Leeuwarden en dook onder bij haar moeder. De SD maakte jacht op haar en het verzet vertrouwde haar ook niet. Door verraad van haar vermeende vriendin An Jaakke werd zij op 8 augustus 1944 opgepakt door de SD. De SD probeerde haar 'om te draaien', maar daar is ze niet op ingegaan. Onduidelijk is wat ze exact heeft verklaard tegen de SD. Op de avond van 7 september 1944 werd zij samen met Luitje Kremer, 24 jaar en lid van de KP Noord-Drenthe, door een executiecommando onder leiding van Untersturmführer Ernst Knorr doodgeschoten. De volgende dag werd zij in het Van Starkenborghkanaal gevonden. Zij ligt in Baarn begraven. Haar graf is tevens een plaats ter nagedachtenis aan haar broer David, die in concentratiekamp Bergen-Belsen omkwam.

Graf in Baarn
Lijst van gevallenen op het Herdenkingsmonument

De beeldvorming en de media[bewerken | brontekst bewerken]

De meningen over Van Eeghen zijn lange tijd verdeeld geweest. Zo werd zij als een dubbelspion gezien die als een soort Mata Hari het verzet in Leeuwarden verraden zou hebben. Ook de dood van Krijn van den Helm, die door de SD'er Pieter Johan Faber in Amersfoort werd doodgeschoten is aan haar toegeschreven. Dit wordt echter niet door de feiten ondersteund. Wel is duidelijk dat de wat losse levensstijl en goede afkomst van Van Eeghen binnen het verzet in Leeuwarden niet altijd goed begrepen werden.

De figuur Sylvia in het boek Reis door de nacht van Anne de Vries is losjes op Esmée van Eeghen gebaseerd. Paul Verhoeven baseerde zijn heldin Rachel Stein in de film Zwartboek op Esmée van Eeghen. Ook is er een opera Esmée van componist Theo Loevendie en librettist Jan Blokker over haar affaire met Hans Schmälzlein. Door de NCRV werd in de serie "Wonderlijke Wegen" aandacht aan Van Eeghen besteed.

Eerherstel[bewerken | brontekst bewerken]

Op 12 april 2024 werd door het Fries Verzetsmuseum te Leeuwarden eerherstel aan van Eeghen verleend.[2] Voor het museum staat sindsdien vast dat Esmée aan de goede kant stond. Het onderzoek van Hessel de Walle gaf daartoe het laatste zetje. Ook maakte het museum bekend haar naam samen met die van Wieke Bosch (1882–1945) te zullen toevoegen aan een monument met de namen van gevallen verzetsstrijders.[3]

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]