Geschiedenis van Naarden

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Hannes (overleg | bijdragen) op 30 aug 2007 om 22:59. (link)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.

De geschiedenis van de stad Naarden gaat terug tot de regeerperiode van Keizer Otto I (936 - 968); het heette toen Naruthi. Vermoedelijk kreeg de stad omstreeks 1300 stadsrechten van graaf Floris V. Marktrechten had de stad echter al veel eerder mogen ontvangen.

Naarden lag toen niet op de plek waar het nu ligt. Doordat het oprukkende water van de steeds wilder wordende Zuiderzee het plaatsje steeds meer bedreigde, had men besloten de stad, nadat deze was verwoest tijdens de Hoekse en Kabeljauwse twisten, op een veiligere plek te herbouwen. Deze plek is een uitloper van de Utrechtse Heuvelrug en is tevens de enige plek waar men van het oosten van het land naar de belangrijke steden van het graafschap Holland kon reizen. Ten zuiden lagen uitgestrekte veenmoerassen en ten noorden de Zuiderzee.

Het huidige Naarden is gesticht in 1350. Het oorspronkelijke stratenpatroon van de Naardense vesting is in zijn geheel bewaard gebleven tot op heden, inclusief de dubbele omwalling.

Vesting

De Naardense vesting vanuit de lucht

Op 1 december 1572 kreeg Naarden, protestant geworden tijdens de Tachtigjarige Oorlog een zware slag te verduren. Spaanse troepen veroverden de stad, vermoordden alle inwoners (inclusief vrouwen en kinderen) en braken de Middeleeuwse stadsmuren af. Het was duidelijk dat Naarden beter verdedigd moest worden. Er werden vestingwerken aangelegd volgens het Oudnederlands stelsel. Adriaen Anthonisz (ook verantwoordelijk voor de vestingwerken van Muiden), was hierbij de belangrijkste ontwerper.

De vestingwerken werden verder uitgebreid door de Fransen die, onder leiding van Koning Lodewijk XIV, de verwaarloosde vesting in 1672 zonder slag of stoot hadden veroverd. Deze uitbreidingen bestonden uit het aanbrengen van ravelijnen voor de courtines (weermuur tussen twee bastions) en het aanbrengen van een pallisadewal met gracht voor de hoofdwal. Deze verbeteringen konden echter niet voorkomen dat de stad in 1673 werd veroverd door stadhouder Willem III.

Na de herovering door de troepen van de stadhouder werd besloten om de vesting te moderniseren. Op initiatief van Willem III maakte Adriaan Dortsman, met hulp van Nicolaas Witsen een definitief ontwerp voor de verdedigingswerken van Naarden. Dortsman had echter weinig plezier aan zijn opdracht. De besturen van Amsterdam zagen in de nieuwe vesting eerder een bedreiging dan een bescherming en grepen elke kans aan om de bouw te saboteren. Bij een inspectie in 1681 kwamen ernstige gebreken aan het licht, het gevolg van malversaties waarvan Dortsman grotendeels onterecht de schuld kreeg. Het werk werd afgemaakt door Willem Paen. In 1685 was de huidige verdedigingslinie met een dubbele gordel van wallen en grachten af.

In tegenstelling tot wat veel mensen denken, heeft de beroemde vestingbouwer baron Menno van Coehoorn geen aandeel gehad in de bouw. Wel uitte hij hevige kritiek op het uiteindelijke ontwerp. In het voorwoord van diens boek 'Nieuwe Vestingbouw' leverde Van Coehoorn zware kritiek op een 'Sekere Fortresse' die opvallende gelijkenissen vertoond met de toen bijna voltooide Naardense vesting.

De laatste keer dat er uitgebreid aan de vestingwerken gesleuteld was, was na de Frans-Duitse oorlogen in de 19e eeuw. Deze toevoegingen bestonden uit het bouwen van een reeks onderaardse 'bomvrije' kazernes in de kelen van een aantal bastions en het bouwen van verzonken mortierkazematten in de saillanten (punten) van een aantal bastions. Verder kwamen er een bomvrij ziekenhuis en een bomvrije bakkerij in een van de bastions. In het bastion Turfpoort is sinds 1955 het Nederlands Vestingmuseum gevestigd, dat een binnen- en buitencollectie toont en veel activiteiten ontplooit.

Vanaf de 17e eeuw maakte Naarden deel uit van de Oude, en later de Nieuwe Hollandsche Waterlinie. Hiervan is het fort Ronduit, aan de noordkant van Naarden, officieel het noordelijkste onderdeel.

De vestingfunctie van Naarden had ook gevolgen voor de bebouwing buiten de eigenlijke vesting. Vanwege de Kringenwet van 1853 moesten gebouwen buiten de vestingwallen en daarmee verwante militaire instellingen (zoals de batterijen aan de Karnemelksloot, onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie) van hout worden gebouwd (een stenen voet van maximaal 50 centimeter was toegestaan). Bij een eventuele aanval konden deze dan gemakkelijk worden afgebrand en kon de vijand zich niet hierachter verstoppen. Zeer fraaie voorbeelden van dit soort huizen zijn te vinden aan de Verlengde Fortlaan en (vooral) de Sandtmannlaan in Naarden (12 merendeels dubbele woningen, in 1910-1912 gebouwd door de Amsterdamse architect G.E.A. Sandtmann, beiden gelegen tegen de grens van Bussum.

In 1926 verloor Naarden haar vestingfunctie, en de verdedigingswerken raakten in verval, zoals in de historie vaker was voorgevallen. Sinds 1932 maakt de Stichting Menno van Coehoorn zich sterk voor behoud van de vesting. Tussen 1964 en 1987 is het grootste deel van de vestingwerken gerestaureerd in opdracht van de Rijksgebouwendienst. In de jaren 1999-2001 zijn de Promerskazerne en de "doorbraak" bij de Utrechtse Poort inclusief het daarvoor gelegen ravelijn VI aangepakt. In de periode 2007-2009 wordt groot onderhoud en restauratie van het buitendijkse deel (bastions Katten en Oud Molen tot aan de Westbeer) uitgevoerd. Dit gedeelte van de vestingwerken (en de restauratie) is goed te zien via een rondvaart. Naarden is lid van de Nederlandse Vereniging van Vestingsteden.

Overige ontwikkeling

Sinds de 17e eeuw (1641) heeft Naarden een trekvaart op Muiden en Amsterdam. In 1874 kreeg Naarden een aansluiting op de spoorlijn Amsterdam-Amersfoort, en in 1892 een tramlijn naar Laren en Muiden. In de 20e eeuw ontwikkelde zich buiten de vesting enige nieuwe industrie in Naarden. Na 1945 vindt er buiten de vesting nieuwbouw plaats, waardoor de stad verdubbelt in inwoneraantal. In de jaren '60, '70 en '90 zijn de vesting, de Grote kerk en vele panden binnen de vesting ingrijpend gerestaureerd. Vanaf de jaren '60 is de discussie gaande over een fusie met het aanpalende Bussum. In de jaren '90 trok Naarden veel nieuwe vestingbewoners die beschikten over verruimde financiële mogelijkheden dankzij de economische opleving van die jaren, waardoor de huizenprijzen binnen de vesting onevenredig sterk stegen. Naast de gebruikelijke voorzieningen bezit Naarden een van de de oudste rugbyclubs van Nederland, RC 't Gooi (1933) en een grote, nieuw aangelegde jachthaven. Het ongeveer 75 jaar oude speelpark Oud Valkeveen, ligt aan het Gooimeer en heeft een meer regionale functie. In 2007 heeft Gedeputeerde Staten van Noord-Holland besloten dat een fusie met Bussum, Muiden en Weesp wenselijk is. Besluitvorming door Provinciale Staten en daarna het Rijk moet nog plaatsvinden.