Hopeïet

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Hopeïet
Hopeïet
Mineraal
Chemische formule Zn3(PO4)2·4H2O
Kleur Kleurloos, (grijs)wit of (licht)geel
Streepkleur Wit
Hardheid 3
Gemiddelde dichtheid 3 kg/dm3
Glans Glasglans
Opaciteit Doorzichtig tot doorschijnend
Breuk Oneffen
Splijting Perfect, [100] ; goed, [010] ; slecht, [001]
Kristaloptiek
Kristalstelsel orthorombisch
Brekingsindices 1,572 - 1,592
Dubbele breking 0,0180
Lijst van mineralen
Portaal  Portaalicoon   Aardwetenschappen

Het mineraal hopeïet is een gehydrateerd zink-fosfaat met de chemische formule Zn3(PO4)2·4H2O.

Eigenschappen[bewerken | brontekst bewerken]

Het doorzichtig tot doorschijnend kleurloze, (grijs)witte of (licht)gele hopeïet heeft een glasglans, een witte streepkleur en de splijting van het mineraal is perfect volgens het kristalvlak [100], goed volgens [010] en slecht volgens [001]. Het kristalstelsel is orthorombisch. Hopeïet heeft een gemiddelde dichtheid van 3, de hardheid is 3 en het mineraal is niet radioactief.

Naam[bewerken | brontekst bewerken]

Het mineraal hopeïet is genoemd naar de Schotse scheikundige Thomas Charles Hope (1766 - 1844). De Schot David Brewster beschreef het voor het eerst in België in 1824.[1]

Voorkomen[bewerken | brontekst bewerken]

Hopeïet is een secundair mineraal, dat gevormd wordt in zink-afzettingen. De typelocatie is Vieille Montagne (Altenberg), Moresnet, provincie Luik, België. Het mineraal wordt verder onder andere gevonden in de Broken Hill-mijn, Kabwe, Zambia.

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Externe link[bewerken | brontekst bewerken]