Johannes Paulus Lotsy

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Johannes Paulus Lotsy
Jan Paulus Lotsy
Persoonlijke gegevens
Geboren Dordrecht, 11 april 1867
Overleden Voorburg, 17 november 1931
Werkzaamheden
Vakgebied Evolutie en erfelijkheid
Universiteit Leiden
Soort hoogleraar gewoon hoogleraar
Beroep Botanicus
Dbnl-profiel
Portaal  Portaalicoon   Onderwijs

Johannes Paulus Lotsy (Dordrecht, 11 april 1867Voorburg, 17 november 1931) was een Nederlands plantkundige, gespecialiseerd in erfelijkheid en evolutie.

Loopbaan[bewerken | brontekst bewerken]

Na zijn promotie bij de Universiteit van Göttingen kreeg hij een onderwijsopdracht bij de Johns Hopkins-universiteit (1891-1895) waar hij directeur was van het herbarium. Van 1896 tot 1900 werkte hij op Java. Vervolgens werd hij hoogleraar bij de Universiteit van Leiden (1904-1909). Hij doceerde plantensystematiek. Hij werd directeur van het Rijksherbarium (1906-1909), en daarna secretaris van de Hollandsche Maatschappij van Wetenschappen.

Hij is oprichter van de Association internationale des Botanistes (AIdB) en was redacteur van het Botanisches Centralblatt, het orgaan van de AIdB. Hij heeft een voorstel gemaakt voor de classificatie van planten, gebaseerd op fylogenetica. Lotsy stimuleerde een grote rol voor hybridisatie in de evolutie.[1][2]

Expedities[bewerken | brontekst bewerken]

India (1895-1900), de Verenigde Staten (1922), Australië en Nieuw-Zeeland (1925), Zuid-Afrika (1926-27), en Egypte (1930). Hij bestudeerde ook de flora van Italië en Zwitserland.

Publicaties[bewerken | brontekst bewerken]

  • 1928. Voyages of exploration to judge of the bearing of hybridization upon evolution (Genetica : nederlandsch tijdschrift voor erfelijheids- en afstammingsleer). Ed. M. Nijhoff
  • 1922a. Van den Atlantischen Oceaan naar de Stille Zuidzee
  • 1922b. A popular account of evolution. The Cawthron institute, Nelson, Nueva Zelanda. Cawthron lecture. Ed. R.W. Stiles & Co. 22 pp.
  • 1915. Het Tegenwoordige Standpunt der Evolutie-leer
  • 1911. Série IIIA. Sciences exactes. 1–4. Rédigées par J. P. Lotsy
  • 1906a. Résultats scientifiques du Congrès international de botanique, Vienne, 1905. Wissenschaftliche Ergebnisse des Internationalen botanischen Kongresses, Wien, 1905 ... Redigiert von J. P. Lotsy ... Mit ... 1 Karte, etc
  • 1906b. Vorlesungen über Deszendenztheorien, mit besonderer Berücksichtigung der botanischen Seite der Frage, gehalten an der Reichsuniversität zu Leiden, etc.
  • 1899. Rhopalocnemis Phalloides Jungh: A morphological-systematical study. Ed. E.J. Brill
  • 1898. Contributions to the life-history of the genus Gnetum. Ed. E.J. Brill
  • 1894. A contribution to the investigation of the assimilation of free atmospheric nitrogen by white and black mustard. Bulletin / U.S. Department of Agriculture, Office of Experiment Stations. G.P.O. 19 pp.

Boeken[bewerken | brontekst bewerken]

Taxonomie van eenzaadlobbigen[bewerken | brontekst bewerken]

Lotsy beredeneerde dat de eenzaadlobbigen difyletisch zijn, dwz niet monofyletisch, waarbij de Spadiciflorae afstammen van de dicotyledons (in het bijzonder de Piperales) en dat de overige taxa afstammen van een hypothetische voorvader, de Proranales. John Hutchinson, die een monofyletisch oorsprong beredeneerde, beschouwde dit als onwaarschijnlijk. [3] Lotsys taxonomisch voorstel, gebaseerd op zijn publicatie: Vorträge über botanische Stammesgeschichte, vol 3: Cormophyta Siphonogamia Part 1 [4] is als volgt:

Monocotyledones

Bibliografie[bewerken | brontekst bewerken]