Kathedraalschool van Oslo

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Huidig gebouw van de kathedraalschool van Oslo

De Schola Osloensis, in het Noors bekend als de Oslo katedralskole (Kathedraalschool van Oslo) en meer in het algemeen als "Katta" is een school voor middelbaar onderwijs in Oslo, die zich concentreert op de bovenbouw. De school biedt binnen het Noorse schoolsysteem de op de universiteit voorbereidende studiespecialisering (letterlijk: specialisatie voor studies). De kathedraalschool van Oslo is een van de vier scholen in Noorwegen, die een directe oorsprong in de middeleeuwen kan traceren. De school wordt algemeen beschouwd als een van de meest prestigieuze scholen in Noorwegen. In 2003 vierde de kathedraalschool van Oslo haar 850-jarig bestaan.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Volgens de overlevering werd de school in 1153 opgericht door de pauselijk legaat in Scandinavië, de |Engelse kardinaal Nicolaas Breakspeare. De school was verbonden aan de oudste kerk van Oslo, de Sint Hallvardkathedraal. Vanaf de oprichting in de 12e tot de 18e eeuw was de school in de eerste plaats een school voor het opleiden van priesters. De leertradities van de school waren vanaf het begin dan ook die van de Rooms-Katholieke Kerk. Zoals ook elders in het Europa van dat moment waren de lessen gebaseerd op het onderwijscurriculum dat bekendstaat als de Zeven vrije kunsten. De gebruikte taal was Latijn. Dit bleef zo tot in de 18e eeuw. In tegenstelling tot de meeste andere Noorse openbare scholen wordt er vandaag de dag nog steeds onderwijs in het Latijn gegeven.

De 17e eeuw staat in Noorwegen bekend als "Det lærde århundre" (letterlijk de geleerde eeuw). Dit komt doordat onder de leerkrachten van de kathedraalschool enkele van de meest geleerde mensen van die tijd waren. Nadat de grote stadsbrand in 1624 een groot deel van Oslo in de as had gelegd, werd de stad verplaatst en herbouwd, waardoor de school een andere locatie kreeg. Nadat een nieuw gymnasium in Christiania (tot 1878 de naam van Oslo) werd geopend, kregen de studenten lessen aangeboden in buitenschoolse onderwerpen, waaronder astronomie, filosofie, natuurkunde en metafysica.

Tegen het einde van de 18e eeuw werden een aantal hervormingen in de Noorse Latijnse scholen doorgevoerd. De moedertaal van de studenten kreeg voor het eerste een plaats in de schoolbanken; de natuurwetenschappen kregen ene hogere prioriteit; ook werden er schoolbibliotheken opgericht. Straf mocht alleen nog worden gebruikt als dit absoluut niet kon worden vermeden. Ook werden de ideeën van de moderne Verlichting geïmplementeerd; een daarvan was het stimuleren van studenten om hun best te doen.

De traditie van het verplichte Latijn werd in 1869 afgeschaft. De studenten kregen nu de gelegenheid te kiezen tussen een driejarige bovenbouw met of Latijn of de natuurwetenschappen.

Bekende leerlingen[bewerken | brontekst bewerken]

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]