Kruistocht van Tedelis

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Kruistocht van Tedelis
Datum Augustus 1398
Locatie Dellys
Resultaat Aragónese overwinning
Strijdende partijen
Kroon van Aragón Zianiden
Leiders en commandanten
Martinus I van Aragón
Joan Gascó
Jaume de Pertusa
Troepensterkte
70 schepen
7500 kruisvaarders
Verliezen
1000 doden
300 gevangenen

De Kruistocht van Tedelis was een kruistocht van de Kroon van Aragon tegen het Koninkrijk Tlemcen aan het einde van de 14e eeuw.

Achtergrond[bewerken | brontekst bewerken]

Na de Plundering van Torreblanca in 1398[1] waarbij Zianidische piraten de gewijde hostie[2] en 108 gevangenen[3] buitnamen, beval koning Martinus I van Aragón een vergeldingsaanval op Tedelis, tegenwoordig bekend als Dellys[4][5] in Algerije, waarbij hij een vloot charterde onder leiding van Joan Gascó[6] en een leger geleid door Jaume de Pertusa.[7]

De kruistocht[bewerken | brontekst bewerken]

De vloot verzamelde zich op Ibiza en verzamelde een totale strijdmacht van 70 schepen en 7.500 kruisvaarders. De vloot vertrok in augustus 1398 en bereikte met succes Dellys, dat werd geplunderd, waarbij ongeveer 1.000 dorpelingen omkwamen.

Nasleep[bewerken | brontekst bewerken]

Koning Martinus I slaagde erin te onderhandelen over de vrijlating van de gevangengenomen Aragonezen in ruil voor de vrijlating van 300 Zianidische gevangenen die waren gevangengenomen tijdens de aanval op Dellys. Het jaar daarop gaf Martinus opdracht tot een herhaling van de campagne, dit keer gericht op Bona.