Lagrange-polynoom

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Lagrange-polynomen worden in de numerieke wiskunde gebruikt om van een onbekende functie waarvan maar in een eindig aantal punten de functiewaarde bekend is, de waarde in tussengelegen punten kan worden geïnterpoleerd. Hierbij wordt een lineaire combinatie van polynomen gebruikt, de lagrange-polynomen. Deze polynomen horen bij de punten , en wel zo dat het -de polynoom de waarde 1 heeft in het punt en de waarde 0 in de overige punten. De coëfficiënten van de lineaire combinatie zijn dan juist de bekende functiewaarden in de betreffende punten. De functiewaarde van de lineaire combinatie in een tussengelegen punt , is een benadering van de onbekende functiewaarde in .

De lagrange-polynomen zijn naar Joseph-Louis Lagrange genoemd, maar werden voor het eerst in 1779 door Edward Waring beschreven en in 1783 door Leonhard Euler herontdekt.

Definitie[bewerken | brontekst bewerken]

De lagrange-polynomen, die bij de punten horen, zijn de polynomen van de graad , gedefinieerd door

Eigenschappen[bewerken | brontekst bewerken]

Voor het lagrange-polynoom geldt:

en

.

Het lagrange-polynoom is het unieke -de-graadspolynoom dat aan de bovenstaande eigenschap voldoet, dat wil zeggen

is de unieke oplossing van het stelsel van lineaire vergelijkingen

waarbij het symbool is voor de kroneckerdelta.

Toepassing[bewerken | brontekst bewerken]

Als van de functie de functiewaarde in de punten bekend is, kan door het -de-graadspolynoom

worden benaderd.