Provinciale Statenverkiezingen 1950

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Provinciale Statenverkiezingen 1950
Verkiezingen van Provinciale Staten in Amsterdam
Datum 26 april 1950
Land Vlag van Nederland Nederland
Opkomst 91,89%
Opvolging verkiezingen
1946     1954
Portaal  Portaalicoon   Politiek
Nederland

De Provinciale Statenverkiezingen 1950 waren Nederlandse verkiezingen die op 26 april 1950 werden gehouden voor de leden van Provinciale Staten in de elf provincies.

Aanloop[bewerken | brontekst bewerken]

Om stemgerechtigd te zijn diende men de Nederlandse nationaliteit te hebben, op de dag van de stemming ten minste 23 jaar oud te zijn en op de dag van de kandidaatstelling te wonen in de provincie waarvoor de verkiezing plaatsvond. Nederlanders die in het buitenland woonden en niet ingeschreven stonden in een Nederlandse gemeente hadden geen stemrecht bij deze verkiezingen.

Uitslagen[bewerken | brontekst bewerken]

Opkomst[bewerken | brontekst bewerken]

1946 1950
# stemmen % # stemmen %
Kiesgerechtigden 5.243.809 5.542.119
Niet opgekomen 410.852 7,83[1] 449.517 8,11[1]
Opkomst 4.832.957 92,17[1] 5.092.602 91,89[1]
Ongeldig/blanco 158.828 3,29[2] 248.972 4,89[2]
Geldige stemmen 4.674.129 96,71[2] 4.843.630 95,11[2]

Landelijk overzicht[bewerken | brontekst bewerken]

Zetelverdeling Provinciale Staten
Partij 1946 1950 verschil
Katholieke Volkspartij[3] 188 189
Katholiek Nationale Partij[3] -    1
subtotaal 188 190 +2  
Partij van de Arbeid 157 156 -1 
Anti-Revolutionaire Partij[4]   78   76
Christelijk-Historische Unie[4]   62   70
Samenwerkende Christelijke Groeperingen[5]    0    1
subtotaal 140 147 +7  
Partij van de Vrijheid[6]   37 -
Volkspartij voor Vrijheid en Democratie[6] -   49
subtotaal   37   49 +12   
Communistische Partij van Nederland   58   31 -27  
Staatkundig Gereformeerde Partij   10   11 +1  
Middenstandspartij -    2 +2  
Gereformeerd Politiek Verbond -    1 +1  
provinciale partijen -    3 +3  
totaal 590 590 0

Uitslagen per provincie naar partij[bewerken | brontekst bewerken]

Provincie Aantal zetels per partij
KVP PvdA ARP CHU VVD CPN SGP MP KNP GPV overige totaal
Groningen 2 17 9 6 6 4 - 0 - 1 - 45
Friesland 3 17 13 10 4 2 0 0 - 0 1[7] 50
Drenthe 2 13 7 5 7 1 - - - 0[8] - 35
Overijssel 14 12 5 8 4 3 1 - - 0 - 47
Gelderland 21 15 7 11 5 1 2 0 0 0 0 62
Utrecht 12 11 7 6 3 1 1 - - 0 0 41
Noord-Holland 19 24 8 5 8 13 0 - 0 0 0 77
Zuid-Holland 16 27 13 9 8 5 3 0 1 0 0 82
Zeeland 9 11 6 8 3 0 4 1 - 0 0 42
Noord-Brabant 52 6 1 2 1 0 0 1 0 - 1[9] 64
Limburg 39 3 1[5] - 1 - - 0 - 1[10] 45
totaal 189 156 76 70 49 31 11 2 1 1 3 590
1

Een "-" in de tabel betekent dat de betreffende partij bij de verkiezingen van 1950 in de betrokken provincie geen kandidatenlijst heeft ingediend.

Eerste Kamerverkiezingen[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Eerste Kamerverkiezingen 1951 voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

De leden van Provinciale Staten in de kiesgroepen II en IV[11] kozen op 31 juli 1951 bij Eerste Kamerverkiezingen 25 nieuwe leden van de Eerste Kamer.

Zie Eerste Kamerverkiezingen 1952 voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

De leden van Provinciale Staten kozen bij de Eerste Kamerverkiezingen op 26 juni 1952 in vier kiesgroepen[11] een geheel nieuwe Eerste Kamer.

Provinciale Statenverkiezingen zijn daarmee behalve provinciaal ook nationaal van belang.