Rangonderscheidingstekens bij de Nederlandse Landmacht

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Rangonderscheidingtekens worden bij de Koninklijke Landmacht gebruikt om aan te geven welke rang of stand een militair heeft. Door de jaren heen zijn rangen en onderscheidingstekens veranderd.

Rangonderscheidingstekens bij de Nederlandse Landmacht na 1956[bewerken | brontekst bewerken]

Onderofficieren, korporaals en manschappen droegen hun rangonderscheidingstekens in navolging van het Engelse en Amerikaanse systeem op de bovenmouwen. Vanaf de jaren 70 werden de rangonderscheidingstekens van de onderofficieren, korporaals en manschappen ook op de schouderbedekkingen gedragen.

Vanaf 1956 werden de rangonderscheidingstekens van de officieren en adjudanten-onderofficier, in navolging van het Engelse en Amerikaanse systeem, op de schouderbedekkingen gedragen.

Tevens werd voorgeschreven, dat alle sterren, enz. goudkleurig zouden zijn.[1]

Voor de opperofficieren vervielen de gekruiste maarschalkstaven. De rang werd nu uitsluitend door het aantal sterren bepaald. Al deze sterren binnen twee omgebogen takken van oranjeloof van goudkleurig metaal.[1]

De hoofdofficieren droegen op de schouderbedekkingen de voorgeschreven sterren onder elkaar boven een tweetal in elkaars verlengde lopende takken van oranjeloof, de z.g. hoofdofficierstakken, die in plaats van de vroegere geborduurde balk kwamen en de subalterne officieren droegen drie, twee of één ster onder elkaar.[1]

Aanspreektitels zijn cursief weergegeven.

Opperofficieren Hoofdofficieren Subalterne officieren
Generaal Luitenant-
generaal
Generaal
Generaal-
majoor
Generaal
Brigade-
generaal*
Generaal
Kolonel Luitenant-
kolonel
Overste
Majoor Kapitein/
Ritmeester
Eerste
luitenant
Luitenant
Tweede
luitenant
Luitenant
Vaandrig/
Kornet

* - De KL kent de rang van Brigade-generaal sinds 1952.

Onderofficieren Korporaals en manschappen
Adjudant Sergeant-Majoor/
Opperwachtmeester*1
Majoor/Opper
Sergeant 1e kl./
Wachtmeester 1e kl.*1
Sergeant/
Wachtmeester*1
Korporaal der
eerste klasse*1*2
Korporaal*1 Soldaat der
eerste klasse*3
Soldaat*5
Soldaat der
tweede klasse*4*2
Soldaat*5
Soldaat
Soldaat*5

*1 - Bij de cavalerie en de militaire administratie zijn de chevrons in zilver (onderofficieren) en wit (korporaals).
*2 - De KL kent de stand van Korporaal der eerste klasse sinds 1952.
*3 - De KL kent de stand van Soldaat der eerste klasse sinds 1941. Tot 2000 was het onderscheidingsteken 1 rode chevron (dat is nu het onderscheidingsteken van de Soldaat der tweede klasse).
*4 - De KL kent de stand van Soldaat der tweede klasse sinds 2000.

*5 De aanspreektitel (soldaat) wijkt bij sommige wapens en dienstvakken af:

Rangonderscheidingstekens bij de Nederlandse Landmacht van 1941 t/m 1952[bewerken | brontekst bewerken]

Van 1941 t/m 1952 werden droegen onderofficieren, korporaals en manschappen dezelfde rangonderscheidingstekens als die in het Britse leger gedragen werden. Deze werden op de bovenmouw gedragen.
Officieren en adjudanten-onderofficier droegen het rangonderscheidingsteken op de kraag.

Aanspreektitels zijn cursief weergegeven.

Opperofficieren Hoofdofficieren Subalterne officieren
Generaal Luitenant-
generaal
Generaal
Generaal-
majoor
Generaal
Kolonel Luitenant-
kolonel
Overste
Majoor Kapitein/
Ritmeester
Eerste
luitenant
Luitenant
Tweede
luitenant
Luitenant
Vaandrig/
Kornet
Onderofficieren Korporaals en manschappen
Adjudant Sergeant-Majoor/
Opperwachtmeester
Majoor/Opper
Sergeant/
Wachtmeester
Korporaal Soldaat der
eerste klasse
Soldaat

Rangonderscheidingstekens bij de Nederlandse Landmacht van 1856 t/m 1940[bewerken | brontekst bewerken]

Van 1856 t/m 1940 werden door onderofficieren, korporaals en manschappen de rangonderscheidingstekens op de ondermouw gedragen, en op de kraag van de overjas.
Officieren en adjudanten-onderofficier droegen de rangonderscheidingsteken op de kraag.
Opperofficieren ook op de ondermouw van de overjas.

Aanspreektitels zijn cursief weergegeven.

Opperofficieren Hoofdofficieren
Generaal* Luitenant-
generaal
Generaal
Generaal-
majoor
Generaal
Kolonel Luitenant-
kolonel
Overste

* - De rang van generaal werd alleen gedragen ten tijde van mobilisatie door de opperbevelhebber der strijdkrachten.

Hoofdofficieren Subalterne officieren
Majoor Kapitein/
Ritmeester
Eerste
luitenant
Luitenant
Tweede
luitenant
Luitenant
Vaandrig/
Kornet
Onderofficieren
Vaandeldrager*2[2] Adjudant Sergeant-Majoor*1/
Opperwachtmeester*1
Majoor/Opper'
Sergeant-Majoor*1/
Opperwachtmeester*1
Majoor/Opper'
Sergeant 1e kl.*1/
Wachtmeester 1e kl.*1
Sergeant 1e kl.*1/
Wachtmeester 1e kl.*1

*1 - Bij de cavalerie en de militaire administratie zijn de chevrons in zilver (onderofficieren) en wit (korporaals).
*2 - De rang van vaandeldrager (hoogste adjudantenrang, twee ronde plaatjes) verviel in 1923.[2][3][4]

Onderofficieren Korporaals en manschappen
Sergeant*1/
Wachtmeester*1
Sergeant*1/
Wachtmeester*1
Korporaal*1 Korporaal*1/
Brigadier[5]*2
Soldaat

*1 - Bij de cavalerie en de militaire administratie zijn de chevrons in zilver (onderofficieren) en wit (korporaals).
*2 - Korporaals bij de cavalerie werden brigadier genoemd.[5]

Het embleem op de kraag en een gekleurde bies langs de opstaande kraag en langs de manchetten gaven aan bij welk wapen of dienstvak een militair was ingedeeld (bij de infanterie werd geen embleem op kraag gedragen)[6].

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]