Rega Institute for Medical Research

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Het Rega Institute for Medical Research is een Belgisch wetenschappelijk onderzoeksinstituut dat verbonden is aan de Katholieke Universiteit Leuven. Het is een samenwerkingsverband van de faculteiten geneeskunde en farmacologie.

Laboratoria[bewerken | brontekst bewerken]

  • Moleculaire Bacteriologie
  • Klinische en Epidemiologische Virologie
  • Immunobiologie
  • Medische Scheikunde
  • Moleculaire Immunologie
  • Virologie en Chemotherapie

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Het Rega Instituut werd in 1954 opgericht op initiatief van en door Pieter De Somer, die het noemde naar Henri-Joseph Rega, professor aan de Leuvense universiteit in de 18e eeuw. Het gebouw van het instituut werd opgetrokken in 1954 op kosten van het bedrijf Recherche et Industrie Thérapeutiques (R.I.T.) in Rixensart, waar De Somer een leidinggevende functie had. In de jaren 1960 trok De Somer zich terug uit R.I.T. om in 1968 na de splitsing van de Leuvense universiteit, de eerste rector te worden van de Nederlandstalige KU Leuven. Vanaf 1970 werkte het Rega Instituut wereldwijd samen met vele industriële bedrijven. Sinds 1985, na het overlijden van De Somer, wordt het instituut geleid door professoren van de verschillende laboratoria die er deel van uitmaken.

In 1987 startte het Rega instituut een samenwerking met Janssen Pharmaceutica (geleid door Paul Janssen). Dit resulteerde in de ontdekking van een geheel nieuwe klasse van hiv-Reverse Transcriptase (RT) inhibitoren, de zogenaamde Non-Nucleoside RT Inhibitoren of NNRTI's, wat leidde tot de aanmaak van verschillende NNRTI-prototypes zoals de zogenaamde TIBO ("TetrahydroImidazoBenzodiazepinOne")- en alpha-APA (Alpha-AnilidoPhenylAcetamide)-derivaten. Dit onderzoek, in samenwerking met Tibotec, resulteerde in de bijzonder krachtige anti-hiv-compound, Rilpivirine (TMC-278). NNRTIs worden op dit ogenblik beschouwd als een van de essentiële ingrediënten van de zogenaamde anti-hiv-cocktails. De bekendste NNRTIs zijn nevirapine en efavirenz.

In 2017 verhuisde het instituut van de Minderbroederstraat in het stadscentrum naar een nieuwbouw op de universitaire onderzoekscampus Gasthuisberg. In de nieuwbouw is ook een 600 m² groot hoog-bioveiligheidslaboratorium. Daarin bevindt zich ook een lab-in-a-box waar automatisch 24/24 en 7/7 ziekteverwekkende micro-organismen bestudeerd kunnen worden. Er zijn onderzoekszones voor de vier bioveiligheidsniveaus van 1 tot en met 4. In dit laatste kan bv. het ebolavirus onderzocht worden.

In 2020 wordt hier de SARS-CoV-2-vaccinkandidaat van de Katholieke Universiteit Leuven ontwikkeld.

Referenties[bewerken | brontekst bewerken]

  • Balzarini J, Celen S, Karlsson A, de Groot T, Verbruggen A, Bormans G., The effect of a methyl or 2-fluoroethyl substituent at the N-3 position of thymidine, 3'-fluoro-3'-deoxythymidine and 1-beta-D-arabinosylthymine on their antiviral and cytostatic activity in cell culture, Antivir Chem Chemother. 2006;17(1):17-23.
  • De Clercq E., Chemotherapy of the acquired immune deficiency syndrome (AIDS): non-nucleoside inhibitors of the human immunodeficiency virus type 1 reverse transcriptase, Int J Immunopharmacol. 1991;13 Suppl 1:83-9.
  • De Clercq E., Perspectives of non-nucleoside reverse transcriptase inhibitors (NNRTIs) in the therapy of HIV-1 infection, Farmaco. 1999 Jan-Feb;54(1-2):26-45.
  • Rudi Pauwels, Koen Andries, Jan Desmyter, Dominique Schols, Michael J. Kukla, Henry J. Breslin, Alfons Raeymaeckers, Jozef Van Gelder, Robert Woestenborghs, Jozef Heykants, Karel Schellekens, Marcel A. C. Janssen, Erik De Clercq, Paul A. J. Janssen, Potent and selective inhibition of HIV-1 replication in vitro by a novel series of TIBO derivatives, Nature 343, 470 - 474 (1 February 1990).

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]