Sleedoorndwergspanner
Sleedoorndwergspanner | |||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||
| |||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||
Pasiphila chloerata (Mabille, 1870) | |||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||
Sleedoorndwergspanner op Wikispecies | |||||||||||||||
|
De sleedoorndwergspanner (Pasiphila chloerata, synoniemen: Rhinoprora chloerata, Chloroclystis chloerata) is een nachtvlinder uit de familie van de spanners (Geometridae).
Kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]
De voorvleugellengte bedraagt tussen de 9 en 10 mm. De grondkleur van de vleugels is bruingrijs. De soort is moeilijk te onderscheiden van andere Pasiphila-soorten. Het buitenste lichte dwarslijntje zigzagt bij de costa maar weinig.
Levenscyclus[bewerken | brontekst bewerken]
De sleedoorndwergspanner gebruikt sleedoorn en krentenboompje als waardplanten. De rups is te vinden van april tot mei. De soort overwintert als ei. Er is jaarlijks een generatie die vliegt in mei en juni.
Voorkomen[bewerken | brontekst bewerken]
De soort komt verspreid van Europa tot het gebied van de Amoer en Centraal-Azië voor. De sleedoorndwergspanner is in Nederland en België een zeldzame soort. De eerste waarneming in Nederland dateert van 1976.
Bronnen, noten en/of referenties
|