Zuid-Amerikaanse scheenplaatschildpadden

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Zuid-Amerikaanse scheenplaatschildpadden
zonnende Terekayschildpadden (Podocnemis unifilis) in Brazilië.
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Reptilia (Reptielen)
Orde:Testudines (Schildpadden)
Onderorde:Pleurodira (Halswenders)
Superfamilie:Pelomedusoidea
Familie:Podocnemididae (Scheenplaatschildpadden)
Geslacht
Podocnemis
Wagler, 1830
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Zuid-Amerikaanse scheenplaatschildpadden op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Herpetologie

Zuid-Amerikaanse scheenplaatschildpadden[1] (Podocnemis) zijn een geslacht van schildpadden dat behoort tot de familie scheenplaatschildpadden (Podocnemididae).

Naam en indeling[bewerken | brontekst bewerken]

De wetenschappelijke naam van de groep werd voor het eerst voorgesteld door Johann Georg Wagler in 1830. Er zijn zes soorten, twee andere soorten die ooit tot dit geslacht werden gerekend zijn inmiddels aan andere geslachten toegewezen.[2] Het betreft de Zuid-Amerikaanse grootkopschildpad (nu; Peltocephalus) en de madagaskarscheenplaatschildpad (nu; Erymnochelys). De wetenschappelijke geslachtsnaam Podocnemis betekent vrij vertaald 'scheenvoetigen'; pod = voet en cnemis = scheen. Deze naam slaat op de vergrote schubben die gelegen zijn aan de voorpoten.[3]

De voorouders van Zuid-Amerikaanse scheenplaatschildpadden waren waarschijnlijk zeebewoners die leefden in ondiepe kustwateren. Later zouden zij zich hebben ontwikkeld tot rivierbewoners. Uitgestorven verwanten zijn aangetroffen uit het Eoceen in Europa en Afrika en het Krijt in Noord-Amerika.[4] Uit het Mioceen zijn fossielen bekend uit Zuid-Amerika.[5]

Uiterlijke kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

De schildpadden worden middelgroot tot groot, en kunnen een schildlengte bereiken van ongeveer dertig centimeter tot een meter. Mannetjes blijven kleiner dan de vrouwtjes. Alle soorten hebben een vrij plat, ovaal schild met meestal een bruine tot grijze of groene kleur. Het buikschild is niet voorzien van een scharnierend deel. Het schild is bij sommige soorten voorzien van opstaande kielen, vooral bij de jongere exemplaren. Alle soorten hebben een tot drie baarddraden onderaan de kin die dienen als tastorgaan. De kop heeft vaak gele tot rode vlekken of strepen.[5] Door de relatief lange nek kunnen de schildpadden in wat dieper water leven en toch makkelijk ademhalen.

Verspreiding en habitat[bewerken | brontekst bewerken]

De schildpadden komen voor in delen van Zuid-Amerika en leven in de landen Guyana, Frans-Guyana, Venezuela, Colombia, Ecuador, Peru, Bolivia, Venezuela, Brazilië, mogelijk in Trinidad en Tobago.[2] De habitat bestaat uit tropische en subtropische laaglandbossen en grotere inlandse wateren zoals rivieren en meren.

Beschermingsstatus[bewerken | brontekst bewerken]

Door de internationale natuurbeschermingsorganisatie IUCN is aan vijf soorten een beschermingsstatus toegewezen. Een soort wordt beschouwd als 'van bescherming afhankelijk' (Lower Risk of LK) en drie soorten als 'kwetsbaar' (Vulnerable of VU). De soort Podocnemis lewyana ten slotte staat te boek als 'ernstig bedreigd' (Critically Endangered of CR).[6]

Soorten[bewerken | brontekst bewerken]

Het geslacht omvat de volgende soorten, met de auteur en het verspreidingsgebied.

Naam Auteur Verspreidingsgebied
Podocnemis erythrocephala Spix, 1824 Colombia, Venezuela, Brazilië
Arrauschildpad
(Podocnemis expansa)
Schweigger, 1812 Bolivia, Brazilië, Colombia, Ecuador, Guyana, Peru, Venezuela, mogelijk in Frans-Guyana en Trinidad
Podocnemis lewyana Duméril, 1852 Colombia
Knobbelscheenplaatschildpad
(Podocnemis sextuberculata)
Cornalia, 1849 Brazilië, Colombia, Peru
Terekayschildpad
(Podocnemis unifilis)
Troschel, 1848 Guyana, Frans-Guyana, Venezuela, Colombia, Ecuador, Peru, Bolivia, Venezuela, Brazilië, mogelijk in Trinidad en Tobago
Savannescheenplaatschildpad
(Podocnemis vogli)
Müller, 1935 Venezuela, Colombia

Bronvermelding[bewerken | brontekst bewerken]