Naar inhoud springen

Ojibweg: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Jaawano (overleg | bijdragen)
Jaawano (overleg | bijdragen)
Regel 65: Regel 65:
==Externe links==
==Externe links==
* [http://www.glifwc.org/ Great Lakes Visserij & Fauna Commissie] (Engels)
* [http://www.glifwc.org/ Great Lakes Visserij & Fauna Commissie] (Engels)
* [http://www.jaawanart.com/jewelry2/vensters/Venster2c_artistprofile.htm/ JaawanArt sieraden, Anishinaabe Ahiki] (Engels)
* [http://www.jaawanart.com/jewelry2/vensters/Venster2a_artistprofileNL.htm JaawanArt sieraden, Anishinaabe Ahiki] (Engels)


{{bron|bronvermelding=*[http://www.indianen.eu/ojibway.htm indianen.eu]}}
{{bron|bronvermelding=*[http://www.indianen.eu/ojibway.htm indianen.eu]}}

Versie van 23 sep 2007 23:22

Midwewinind ("Hij die van een afstand wordt geroepen") in 1894

De Ojibwe of Chippewa zijn een volk van inheemse Amerikanen, na de Cherokee en Navajo de grootste groep Indianen in de Verenigde Staten. Tijdens de periode van de eerste contacten met de Europeanen waren ze zelfs het meest talrijke volk ten noorden van Mexico. De taal die de Ojibwe spreken is het Algonquin, dat de grootste taalgroep in Noord-Amerika is. Bekende volkeren die dezelfde taal spreken zijn o.a. in oostelijk Noord-Amerika de Eeyouch (Cree), de Mi'kmaq, de Powhatan, de Odawa, de Potawatomi, de Menomini; in het westen de Siksika (Blackfoot), de Arapaho en de Cheyenne.

De term die de Ojibwe van oudsher voor zichzelf gebruiken is Anishinaabeg (meervoud van Anishinaabe). Door de hen omringenende inheemse volkeren werden ze Ojibwe genoemd, hetgeen door de Euro-Amerikanen werd verbasterd tot Chippewa. De term Chippewa wordt nog altijd in de Verenigde Staten gehanteerd; in Canada spreekt men eerder van Ojibwe. (De schrijfwijze Ojibwa komt overigens nog altijd veel voor, echter Ojibwe verdient - fonetisch gezien - de voorkeur.) Tegenwoordig is bij de Ojibwe/Chippewa zelf, ongeacht aan welke kant van de grens ze leven, een duidelijke voorkeur merkbaar voor de benaming Anishinaabe.

Zo'n 100.000 Ojibwe Anishinaabeg wonen in de staten Michigan tot aan Montana. Ongeveer 76.000 wonen in Canada. Ze staan vooral bekend om hun kano's en rijstteelt. De Ojibwe zijn ook het enige inheemse volk dat de Dakota (Sioux) verslagen heeft. De meeste Ojibwe waren jagers en verzamelaars. Hun woningen (de waaginogan) maakten ze van berkenbast en wilgen. Ze kenden ook een soort schrift, dat gebruikt werd bij religieuze riten van de Midewiwin, en dat geschreven werd op rollen van berkenbast. Waar de Ojibwe ook bekend om stonden was hun uitzonderlijke medicinale kennis van de plantenwereld, en hun ongeevenaarde magische krachten die hun de titel 'Tovenaars van het Woud' opleverde.

Toen de Europese kolonisten de eerste Ojibwe in de 17e eeuw tegenkwamen, leefde het volk vooral bij het Bovenmeer in Michigan. Ze kregen wapens van de Fransen, waarmee ze de Fox naar Wisconsin verjoegen en de Sioux over de Mississippi dreven. Uiteindelijk bereikte een groep van Ojibwe de Turtle Mountains in het huidige North Dakota waar ze nog steeds in reservaten leven.

De Ojibwe hadden al lange tijd een verbond met hun eveneens Algonquin-sprekende verwanten de Odawa (Ottawa) en de Potawatomi, en vochten tegen de Dakota en de Haudenosaunee/Iroquois. Ze veroverden oostwaarts meer land tot aan Lake Huron. Tijdens de Zevenjarige Oorlog tussen de Fransen en de Indianen kozen de Ojibwe de partij van de Fransen, en in de Oorlog van 1812 voor de Britten. Op 8 juli 1822 schonk de stam een groot stuk land in Ontario aan het Verenigd Koninkrijk.

Locatie

Hun thuislanden lagen ver ten noorden van de gebieden waar zich de kolonisten vestigden en daardoor hebben de krijgsoverwinningen die Ojibwe op hun vijanden behaalden nooit de juiste erkenning gekregen.

Het feit dat er zoveel verschillende namen voor de Ojibwe waren en dat er zoveel divisies waren heeft er toe bijgedragen dat nooit precies duidelijk was hoe groot het volk precies was. Daar komt nog bij dat de Ojibwe zelden met de Amerikanen vochten en ook niet vaak bij de oorlogen tussen de Fransen en Engelsen betrokken waren. Als de Chippewa sloten zij meer verdragen met de Amerikanen dan welke stam dan ook, alleen al met de Engelsen en Fransen en de Canadezen sloten zij meer dan 30 verdragen.

De Europeanen kwamen in de bovengebieden van de Grote meren om in bont te handelen, en toen zij de gronden van de Ojibwe zagen achtte zij deze niet geschikt om te bebouwen, van kolonisatie was dan ook voorlopig geen sprake. Later bezochten de blanken het gebied ook voor de mineralen grondstoffen en voor de houtkap, maar tot op de dag van vandaag is het nog steeds een dun bevolkt gebied.

Als gevolg van deze feiten slaagden de Ojibwe er goed in hun culturele erfgoed in stand te houden. Dit erfgoed is door de eeuwen heen goed bewaard gebleven - aan vele opeenvolgende generaties doorgegeven - door de Midewiwin, het filosofisch-religieuze-medicinale genootschap dat ook wel bekend staat als het Grote Medicijnhuis.

Cultuur

De cultuur van de Ojibwe Anishinaabeg bestond voornamelijk uit de zogenaamde boscultuur, maar omdat er zoveel groepen waren die verspreid over een groot grondgebied leefden waren er wel onderlinge verschillen. Zoals alle inheemse volkeren pasten de Ojibwe zich aan de omstandigheden aan. Zoals de Bungee (Plains Ojibwe) die, nadat ze de noordelijke vlakten hadden bereikt de bizon cultuur adopteerden en zo ontstonden er grote verschillen tussen hen en de andere Ojibwe. Deze verschillen ontstonden vooral op het gebied van kleding, kunst en ceremonieën.

In het zuidelijk deel van het gebied van de Ojibwe waren de dorpen groot en permanent bewoond en verbouwden zij maïs, corn en bonen en ook tabak. De meeste Ojibwe woonden echter in het gebied van de Grote Meren waar zij landbouw bedreven, het seizoen was er kort en de oogsten waren vaak slecht. Zij waren dus genoodzaakt ook te jagen en verzamelen. Zij verzamelden onder andere Manoomin (wilde rijst) en ahornsiroop.

De Bos Ojibwe hadden geen zout tot hun beschikking, dus gebruikte ze over het algemeen deze siroop om hun voedsel mee te conserveren en het ermee op smaak te brengen.

De Ojibwe waren goede jagers en stropers en dit waren eigenschappen die ook van pas kwamen bij het voeren van oorlog. Ook het vangen van vis en dan met name steur was een goede aanvulling op hun dieet en werd op een gegeven moment steeds belangrijker voor de noordelijkste stammen.

Over het algemeen gebruikte de Bos Ojibwe bijna geen paarden en ook jaagden zij weinig op de bizon. Honden waren eigenlijk hun enige huisdieren en ze waren bij hun feesten een belangrijk gerecht. De Ojibwe gebruikten berkenbast (wiigwaas) voor vele doeleinden. Zij maakten er potten en pannen (makakoon) van en ook werd de bast gebruikt om er kano’s van te maken. Deze kano was een stuk lichter in gebruik dan de uitgehakte kano die de Dakota gebruikten en ze waren ook veel sneller. Ook werd de berkenbast gebruikt om er hun koepelvormige Wigwams (waaginogan) mee te bekleden.

De zomerkleding van de Ojibwe bestond uit gelooid leer waaraan in de winter bontstukken werden toegevoegd. De mannen droegen hemden en beide seksen droegen broeken. Hun mocassins waren typisch met een gepofte naad, zo kwamen ze ook aan de naam Ojibwe. Ze waren meestal rood, geel blauw of groen gekleurd. De lange koude winters dwongen de Ojibwe lange tijd in hun wigwams te verblijven, alwaar zij zich bezig hielden met het maken van ingewikkelde borduurpatronen en ontwerpjes gemaakt van elandshaar. Over het algemeen droegen de mannen en vouwen hun haar lang en gevlochten, sommige mannen droegen een scalplok. De Ojibwe scalpeerden soms, maar over het algemeen werden hun vijanden meteen gedood en niet gemarteld. Polygamie was niet de gewoonte. Hun sociale organisatie bestond uit de 15 tot 20 clans (diertotems) en vaak breidde de contacten zich uit tot buiten de eigen clan.

Voordat het eerste contact met de blanken daar was, waren de taal en de familiebanden het enige dat de bands aan elkaar verbond en zij heetten toen de Anishinaabeg. De levensstijl van jagen en verzamelen vereiste van hen dat zij zich opsplitste in kleine bands, die volgens een vast patroon rondtrokken om zo optimaal gebruik te maken van hetgeen de natuur hen gaf. In de winter splitsten zij zich op in uitgebreide familiegroepen en bewoonden zij kleine geïsoleerde dorpjes. Dit stelde de jagers in staat een groot gebied te bejagen zonder de andere groepen voor de voeten te treden.

Tijdens de warmere maanden, verzamelden de groepen zich tot bands van zo’n 300-400 mensen op een bekende plaats waar voldoende vis en andere voedingsbronnen aanwezig waren. Er was bijna geen sprake van een centrale organisatie en de macht van de door erfopvolging benoemde Ogimaag (Chiefs) bleef beperkt tot hun eigen band. Een stammenraad vond zelden plaats, alleen als verschillende bands een gezamenlijke vijand tegemoet gingen. Dit veranderde wel toen de bonthandel met de Fransen begon en verschillende bands zich hiermee gingen bemoeien. Zoals al gezegd waren de Ojibwe goede stropers en jagers en het bont van de bevers was als gevolg van de strenge winter van betere kwaliteit en kleur dan in andere gebieden.

Bonthandel

De Ojibwe waren zo intensief bij de bonthandel betrokken dat de Fransen hun taal, de onofficiële taal van de bonthandel bij de noordelijke grote meren maakten.

Zowel de Ojibwe als de Fransen voeren wel bij de bonthandel. De Bonthandel bracht de Ojibwe wapens en de wapens brachten de Ojibwe welvaart en macht. Maar tegelijkertijd werden ze ook afhankelijk van de Fransen met hun handel en goederen.

Omdat zij onderhandelden met de Fransen werd de macht van de Ogimaag (Chiefs) steeds groter, de bands groeiden en ze begonnen op steeds grotere schaal met elkaar samen te werken en dit vooral tijdens de Beveroorlogen(1630-1700) tegen de Haudenosaunee. Deze ontstane traditionele banden droegen ook bij aan de gemeenschappelijke eenheid en aan het gemeenschappelijke doel.

Enkele bekende Ojibwe


Naslagwerken

  • F. Densmore, Chippewa Customs (1929)
  • H. Hickerson, The Chippewa and Their Neighbors (1970)
  • R. Landes, Ojibwa Sociology (1937)
  • R. Landes, Ojibwa Woman (1938)

Gerelateerde onderwerpen

[bron?]