2,6-dimethylnaftaleen
2,6-dimethylnaftaleen | ||||
---|---|---|---|---|
Structuurformule en molecuulmodel | ||||
Algemeen | ||||
Molecuulformule | C12H12 | |||
IUPAC-naam | 2,6-dimethylnaftaleen | |||
Molmassa | 156,22 g/mol | |||
SMILES | CC1=CC2=C(C=C1)C=C(C=C2)C
| |||
CAS-nummer | 581-42-0 | |||
PubChem | 11387 | |||
Wikidata | Q2250787 | |||
Beschrijving | beige poeder | |||
Waarschuwingen en veiligheidsmaatregelen | ||||
Fysische eigenschappen | ||||
Aggregatietoestand | vast | |||
Kleur | beige | |||
Smeltpunt | 106-110 °C | |||
Kookpunt | 262 °C | |||
Tenzij anders vermeld zijn standaardomstandigheden gebruikt (298,15 K of 25 °C, 1 bar). | ||||
|
2,6-dimethylnaftaleen (2,6-DMN) is een polycyclische aromatische koolwaterstof. Het is één van de vele mogelijke dimethylnaftaleen-isomeren, die afgeleid zijn van naftaleen door daarop twee methylgroepen te substitueren. 2,6-DMN is van commercieel belang als uitgangsproduct voor hoogperformante polyestervezels en -films.
Synthese
Gealkyleerde naftalenen (methyl-, dimethyl- en polymethylnaftalenen, waaronder dus ook 2,6-DMN) komen in lage concentraties voor in ruwe aardolie en steenkoolteer. De afscheiding eruit is moeilijk en duur; ze vereist een aantal eenheidsbewerkingen zoals selectieve adsorptie en kristallisatie, naast eventueel isomerisatiereacties om het gehalte van 2,6-DMN te verhogen.[1] Er is daarom gezocht naar syntheseroutes van 2,6-DMN uitgaande van geschikte en liefst goedkope verbindingen. Enkele daarvan zijn: |
|
|
Toepassingen
2,6-Dimethylnaftaleen wordt gebruikt voor de vorming van 2,6-naftaleendicarbonzuur door oxidatie van 2,6-dimethylnaftaleen in vloeibare fase. 2,6-Naftaleendicarbonzuur is een monomeer voor de productie van hoogperformante polymeren, in het bijzonder poly(ethyleen-2,6-naftaleendicarboxylaat) of korter polyethyleennaftalaat (PEN), een polyester dat sterker is en een hogere thermische weerstand heeft dan het veelgebruikte pet. 2,6-DMN is echter duurder dan tereftaalzuur dat voor pet wordt gebruikt.