2,6-dimethylnaftaleen

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Grmbl76 (overleg | bijdragen) op 7 apr 2013 om 12:07. (ten slotte (tot slot) ipv tenslotte (immers) , zie ook Gebruiker:Grmbl76/taal)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
2,6-dimethylnaftaleen
Structuurformule en molecuulmodel
2,6-dimethylnaftaleen
Algemeen
Molecuulformule C12H12
IUPAC-naam 2,6-dimethylnaftaleen
Molmassa 156,22 g/mol
SMILES
CC1=CC2=C(C=C1)C=C(C=C2)C
CAS-nummer 581-42-0
PubChem 11387
Wikidata Q2250787
Beschrijving beige poeder
Waarschuwingen en veiligheidsmaatregelen
Fysische eigenschappen
Aggregatietoestand vast
Kleur beige
Smeltpunt 106-110 °C
Kookpunt 262 °C
Tenzij anders vermeld zijn standaardomstandigheden gebruikt (298,15 K of 25 °C, 1 bar).
Portaal  Portaalicoon   Scheikunde

2,6-dimethylnaftaleen (2,6-DMN) is een polycyclische aromatische koolwaterstof. Het is één van de vele mogelijke dimethylnaftaleen-isomeren, die afgeleid zijn van naftaleen door daarop twee methylgroepen te substitueren. 2,6-DMN is van commercieel belang als uitgangsproduct voor hoogperformante polyestervezels en -films.

Synthese

Gealkyleerde naftalenen (methyl-, dimethyl- en polymethylnaftalenen, waaronder dus ook 2,6-DMN) komen in lage concentraties voor in ruwe aardolie en steenkoolteer. De afscheiding eruit is moeilijk en duur; ze vereist een aantal eenheidsbewerkingen zoals selectieve adsorptie en kristallisatie, naast eventueel isomerisatiereacties om het gehalte van 2,6-DMN te verhogen.[1] Er is daarom gezocht naar syntheseroutes van 2,6-DMN uitgaande van geschikte en liefst goedkope verbindingen. Enkele daarvan zijn:
  • Het "alkenylatieproces"[2] gebruikt orthoxyleen (2) en butadieen (1) die reageren tot 5-(orthotolyl)pent-2-een (OTP, 3). OTP wordt daarna gecycliseerd tot 1,5-dimethyltetraline (4). Dat wordt vervolgens gedehydrogeneerd tot 1,5-dimethylnaftaleen (1,5-DMN, 5) en 1,5-DMN wordt ten slotte geïsomeriseerd tot 2,6-DMN (6). Bij de laatste stap worden nog andere mono-, di- en tri-ethylnaftalenen gevormd. Er moet dus nog een scheiding plaatsvinden van dit mengsel; dit kan gebeuren door selectieve kristallisatie.

Toepassingen

2,6-Dimethylnaftaleen wordt gebruikt voor de vorming van 2,6-naftaleendicarbonzuur door oxidatie van 2,6-dimethylnaftaleen in vloeibare fase. 2,6-Naftaleendicarbonzuur is een monomeer voor de productie van hoogperformante polymeren, in het bijzonder poly(ethyleen-2,6-naftaleendicarboxylaat) of korter polyethyleennaftalaat (PEN), een polyester dat sterker is en een hogere thermische weerstand heeft dan het veelgebruikte pet. 2,6-DMN is echter duurder dan tereftaalzuur dat voor pet wordt gebruikt.