Abrikozenbuisjeszwam
Abrikozenbuisjeszwam | |||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
![]() | |||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||
| |||||||||||||
Soort | |||||||||||||
Schizopora flavipora (Berk. & M.A. Curtis ex Cooke) Ryvarden (1985) | |||||||||||||
![]() | |||||||||||||
De abrikoosbuisjeszwam onder de microscoop | |||||||||||||
Afbeeldingen op ![]() | |||||||||||||
Abrikozenbuisjeszwam op ![]() | |||||||||||||
|
De abrikozenbuisjeszwam (Schizopora flavipora) is een paddenstoel uit de familie Schizoporaceae. De soort is een Saprofiet op loofhout en soms op naaldhout. Het meest komt hij voor op de eik (Quercus) en de berk (Betula), soms op naaldbomen (Spar, Picea).[1]
Kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]
De dikte van de zwam varieert tussen de 2 en 6 millimeter. Niet alle kenmerken kunnen daardoor met het blote oog waargenomen worden. De buisjes zijn crèmekleurig tot geeloranje van kleur. De sporen zijn wit. De poriën zijn tussen de 4 en de 7 millimeter in doorsnee en hebben een hoekige vorm. Ze zijn crèmekleurig, geeloranje of oker. Het vruchtlichaam is eenjarig en heeft een leerachtige textuur. De korst kan meerdere decimeters lang worden met meerdere uitlopers.
Verspreiding[bewerken | brontekst bewerken]
Hij komt zeer algemeen voor in Nederland en België.[1]
Bronnen, noten en/of referenties
|