Langteensalamander

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Ambystoma macrodactylum)
Langteensalamander
IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2021)
Langteensalamander
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Amfibia (Amfibieën)
Orde:Caudata (Salamanders)
Familie:Ambystomatidae (Molsalamanders)
Geslacht:Ambystoma
Soort
Ambystoma macrodactylum
Baird, 1849
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Langteensalamander op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Herpetologie

De langteensalamander[2] (Ambystoma macrodactylum) is een salamander uit de familie molsalamanders (Ambystomatidae). De soort werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door Spencer Fullerton Baird in 1849. Later werd de wetenschappelijke naam Amblystoma macrodactylum gebruikt.[3]

Uiterlijke kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

Alle tenen zijn wat langer dan bij verwante soorten, echter vooral de vierde teen van de achterpoten is sterk verlengd. De kleur is zwart, meestal zonder flanktekening en duidelijk zichtbare gifklieren (parotoïden) en ribben (costale groeven). Kenmerkend is de heldergroene tot -gele brede rugstreep op het midden van de rug die soms bestaat uit een vlekkenrij. De lichaamslengte varieert van 10 tot 17 centimeter. Op het lichaam zijn 12 toit 13 costale groeven aanwezig.

Verspreiding en habitat[bewerken | brontekst bewerken]

De langteensalamander komt voor van zuidoostelijk Canada tot Californië in de Verenigde Staten.[4] De habitat bestaat uit zowel drogere graslanden als hoger gelegen bergmeertjes en de soort kan in vele biotopen leven, maar blijft bij water in de buurt. Zelfs tot 3000 meter boven zeeniveau kan de salamander worden aangetroffen, waar het voor veel andere soorten te koel en te droog is. Overdag zit het dier meestal verstopt onder stenen of bladeren en komt pas tijdens de schemering tevoorschijn om te jagen op insecten en andere kleine ongewervelden.

Voortplanting[bewerken | brontekst bewerken]

Larve

De paartijd begint vroeg in het jaar en er worden zelfs al eitjes afgezet als het water nog half bevroren is. De salamanders komen naar de afzetplaats toe als het regent en meestal 's nachts en het aantal eitjes varieert sterk; van 80 tot wel 400. De eitjes worden zowel aan waterplanten vastgemaakt als op de bodem afgezet, en de larven eten kleine micro-organismen, algen en ook elkaar.

Bronvermelding[bewerken | brontekst bewerken]