Onechte koraalslang

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Anilius)
Onechte koraalslang
IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2013)
Detail van de kop met de kleine ogen en rode snuitpunt.
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Reptilia (Reptielen)
Orde:Squamata (Schubreptielen)
Onderorde:Serpentes (Slangen)
Familie:Aniliidae (Woelslangen)
Geslacht:Anilius
Soort
Anilius scytale
Linnaeus, 1758
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Onechte koraalslang op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Herpetologie

De onechte koraalslang[2] ook wel valse koraalslang (Anilius scytale) is de enige soort uit de familie woelslangen (Aniliidae).[3]

Naam en indeling[bewerken | brontekst bewerken]

De soort werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door Carl Linnaeus in 1758. Oorspronkelijk werd de wetenschappelijke naam Anguis Scytale gebruikt. De soort behoorde later tot het geslacht Tortrix, waardoor de verouderde wetenschappelijke naam in de literatuur wordt gebruikt. Het is tegenwoordig de enige soort uit het monotypische geslacht Anilius en de eveneens monotypische familie woelslangen.

Er worden twee ondersoorten erkend, die verschillen in uiterlijk en verspreidingsgebied.

Naam Auteur Verspreidingsgebied
Anilius scytale phelpsorum Roze, 1958 Venezuela
Anilius scytale scytale Linnaeus,1758 De rest van het verspreidingsgebied.

Verspreiding en habitat[bewerken | brontekst bewerken]

De onechte koraalslang komt alleen voor in het noorden van Zuid-Amerika, ten oosten van het Andesgebergte. De slang leeft in de landen Brazilië, Venezuela, Trinidad, Colombia, Bolivia, Ecuador, Frans-Guyana, Guyana en Peru.[3] De soort is aangetroffen van zeeniveau tot op een hoogte van ongeveer 1000 meter boven zeeniveau.[4]

De habitat bestaat uit vochtige tropische en subtropische laaglandbossen en vochtige savannen. Ook in door de mens aangepaste streken zoals weilanden, landelijke tuinen, kanalen, greppels en vijvers kan de slang worden gevonden. De slang is een typische bodembewoner die de strooisellaag bewoont. Het dier graaft zelf holen en gebruikt geen holen van andere dieren.[5]

Beschermingsstatus[bewerken | brontekst bewerken]

Door de internationale natuurbeschermingsorganisatie IUCN is de beschermingsstatus 'veilig' toegewezen (Least Concern of LC).[4]

Uiterlijke kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

Exemplaar uit Brazilië.

Deze slang bereikt een lichaamslengte van ongeveer 75 tot 85 centimeter,[6] maximaal 91 cm.[5]

De slang is te herkennen aan het rode lichaam met zwarte dwarsbanden. De dwarsbanden komen soms samen aan de buikzijde. De buikzijde zijn veel minder breed dan die van andere slangen. De snuitpunt is altijd rood en heeft een afgerond uiteinde, evenals de staartpunt. Hierdoor zijn het begin en einde van deze slang moeilijk uit elkaar te houden. Dit is een voordeel bij predatie, omdat vijanden verward raken.

Het lichaam heeft een cilindrische vorm en de kop is niet duidelijk afgesnoerd van de nek. De kop is onopvallend en heeft en gladde schubben, de ogen zijn klein en worden bedekt door een schub. De oogschub is grillig van vorm en niet rond zoals bij de meeste andere slangen. De bek kan niet ver worden opengesperd zoals bij veel andere slangen het geval is, waardoor alleen relatief kleine of dunne prooidieren.[6]

Mimicry[bewerken | brontekst bewerken]

De onechte koraalslang lijkt op vertegenwoordigers van de koraalslangen, die meestal zeer giftig zijn. Deze gelijkenis van een onschuldige soort op gevaarlijke soorten wordt wel mimicry genoemd. De slang lijkt met name op soorten uit de geslachten Atractus, Oxyrhophus en Micrurus.[7]
De slang lijkt voornamelijk op de zeer giftige harlekijnkoraalslang (Micrurus fulvius), een zeer giftige slangensoort met een overlappend verspreidingsgebied. Het imiteren van gevaarlijke soorten door niet-gevaarlijke soorten wordt overigens ook wel mimicry genoemd. Een andere slang die dit trucje gebruikt is de melkslang (Lampropeltis triangulum). Het verschil zit hem in de kleuren van de dieren, de harlekijnkoraalslang heeft erg brede rode en smallere zwarte banden, met tussen iedere schakeling een zeer smalle oranje of gele band. Bij de onechte koraalslang ontbreken gele of oranje kleuren, en zijn de zwarte en rode banden veel smaller, slechts een vierde.

Levenswijze[bewerken | brontekst bewerken]

Deze soort leeft fossorisch- ingegraven in de grond- maar komt ook wel boven, echter zelden overdag. De onechte koraalslang heeft een kleine mondopening en leeft voornamelijk van kleine smalle dieren zoals slangen, waaronder koraalslangen uit het geslacht Atractus, wormsalamanders en paling-achtige vissen uit het geslacht Synbranchus. De bek van de slang is te klein om bredere prooien op te nemen.[6]

De onechte koraalslang is eierlevendbarend er worden dus geen eieren afgezet maar de jongen komen levend ter wereld. Het aantal jongen varieert van vier tot vijftien.[7] De juvenielen zijn al relatief groot in vergelijking met het moederdier.

Bronvermelding[bewerken | brontekst bewerken]