Bijlzalmen

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Bijlzalmen
Carnegiella strigata (gemarmerde bijlzalm)
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Superklasse:Osteichthyes (Beenvisachtigen)
Klasse:Actinopterygii (Straalvinnigen)
Onderklasse:Neopterygii (Nieuwvinnigen)
Infraklasse:Teleostei (Beenvissen)
Superorde:Ostariophysi (Meervallen en karperachtigen)
Orde:Characiformes (Karperzalmachtigen)
Familie
Gasteropelecidae
Bleeker, 1859
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Bijlzalmen op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Vissen
Eigenschappen
Watertemperatuur 22-30 °C
pH 5-8.
°dH 4-18°
Grootte vis 3 tot 9 cm
Minimum aquariumgrootte Ligt aan de soort: Vanaf 60 cm voor de kleine soorten; vanaf 80 cm voor de grotere soorten
Portaal  Portaalicoon   Vissen

Bijlzalmen (Gasteropelecidae) zijn een familie van straalvinnige vissen uit de orde van karperzalmachtigen (Characiformes). De vissen komen voor in Zuid-Amerika en worden vaak in aquaria gehouden, met name G. sternicla en de gemarmerde bijlzalm.

Verspreidingsgebied[bewerken | brontekst bewerken]

Bijlzalmen komen voor in vrijwel het gehele stroomgebied van de Amazone en zijn te vinden in Brazilië, Colombia, Guyana, Peru, Suriname en Venezuela. Ze worden aangetroffen in zoet water, van zwartwaterstromen tot heldere rivieren en van beschaduwde oerwoudbeekjes tot overstromingsgebieden.[1][2]

Gedrag en kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

Bijlzalmen kenmerken zich door hun zijdelings sterk afgeplatte lichaam, dat van opzij lijkt op het blad een bijl.

Een opvallende eigenschap van bijlzalmen zijn de grote en krachtige, vleugelachtige borstvinnen. De bijbehorende spieren vormen een kwart van het totale lichaamsgewicht. In geval van nood kunnen sommige soorten zich hiermee – net als vliegende vissen – met kracht uit het water verheffen.[3] Dit gebeurt soms met wel twintig bijlzalmen tegelijk.

Volgroeid variëren de Bijlzalmen in grootte van 3 cm voor de dwergbijlzalm (Carnegiella myersi),[4] tot 9 cm voor de reuzenbijlzalm (Thoracocharax securis).[5][6]

Voortplanting[bewerken | brontekst bewerken]

In het wild gebeurt het paaien vlak onder de oppervlakte, waarna de eitjes in de beplanting vallen.[7] De eitjes kunnen vanaf 30 uur na het leggen al uitkomen.[8]

Voeding[bewerken | brontekst bewerken]

De vissen zwemmen in hun oorspronkelijke habitat over het algemeen in kleine scholen vlak onder het wateroppervlak. Ze speuren dan naar fruitvliegjes en andere kleine vliegende insecten. Ze eten echter ook verschillende soorten muggenlarven en kleine kreeftachtigen als watervlooien.

Aquarium[bewerken | brontekst bewerken]

Bijlzalmen zijn in een kleine school makkelijk te houden in een aquarium. Voor volwassen dieren moet dat goed afgesloten zijn omdat ze uit het water kunnen springen. Droogvoer wordt geaccepteerd, maar levend voer als fruitvliegjes of diepvriesvoer mag ook niet ontbreken.[1]

Geslachten[bewerken | brontekst bewerken]

Boven een karperzalm, dan tweemaal de gemarmerde bijlzalm en onder de bijlzalm Gasteropelecus sternicla
Boven een karperzalm, dan tweemaal de gemarmerde bijlzalm en onder de bijlzalm Gasteropelecus sternicla
Een enigszins beschadigd skelet van de gestippelde bijlzalm, met de grote borstvinnen
Een enigszins beschadigd skelet van de gestippelde bijlzalm, met de grote borstvinnen