Blauwe hardsteen
Blauwe hardsteen, hardsteen, blauwsteen, arduin, kolenkalksteen of petit granit is een kalksteen met een meer of minder uitgesproken blauwgrijze kleur. De steensoort wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van zeer veel resten van zeelelies (crinoïden), diertjes met een kalkskelet die veelal op de zeebodem leven. Bij het afsterven bleef hun kalkskelet op de bodem achter en samen met de calcietafzetting die het geheel aan elkaar smeedde, vormde zich in de loop van miljoenen jaren de blauwe hardsteenlaag. De steen is dus een aaneenkitting van crinoïden in een cement van microkristallijn calciet. De kleur wordt bepaald door de hoeveelheid zeer fijn verspreide plantaardige resten (koolstof).
Een aanzienlijk gedeelte van het kasseienparcours van Parijs-Roubaix in Noord-Frankrijk, aangelegd in de 19e eeuw, bestaat uit blauwe steen afkomstig uit Zinnik.[1]
Doornikse doopvonten
Vanaf de 12e eeuw vervaardigde men doopvonten uit deze blauwe hardsteen. Ze werden in of rond Doornik uit een massief blok kalksteen gehouwen en daarna gepolijst, waardoor ze een fraaie zwarte schijn kregen. Het marmerachtige resultaat woog rond de twee ton. Desondanks kenden ze verspreiding tot in Engeland, Duitsland en Frankrijk. De stedelijke gilde Charité-Saint-Christophe (caritas Sancti Christophori) speelde daarbij een voorname rol en had onder meer commerciële contacten in Winchester.
Samenstelling
Blauwe hardsteen bevat +/- 96% calciet (CaCO3), het dominerende mineraal in de meeste kalkstenen. Het gesteente bevat een hoog aandeel aan versteende fauna. Deze resten zijn soms aan het oppervlak zichtbaar. Meestal verhogen zij door hun aanblik de waarde van het materiaal. De meest voorkomende fossielen naast de crinoïden, ook wel zeelelies genoemd, zijn:
- schelpen van brachiopoden of ‘armpotigen’.
- Kolonies van poliepen of ‘bijennesten’.
- Kolonies van Syringopora.
- Sponzen van Asteractinella-soorten of ‘Wolfpoot’.
Naast deze elementen bevat de steen vaak secundaire mineralen zoals dolomiet, kwarts, pyriet, marcasiet en fluoriet. Het gehalte aan dolomiet kan variëren van 1 tot 10%. Kwarts is eerder verspreid in microscopisch kleine kristallen en in een gehalte van minder dan 2%. De ijzersulfiden, pyriet en marcasiet, metaalachtige glanzende gele mineralen die harder zijn dan calciet, kunnen voorkomen als massieve nagels of als aders in breuken. De nagels worden ook doornen, kogels, kwartskogels en mierennesten genoemd. Fluoriet komt hoofdzakelijk voor in witte aders en vlekken.
De dichtheid van blauwe hardsteen is ongeveer 2,67 kg/dm³.
Voorkomen en ontstaan
Belgische hardsteen
De Belgische hardsteen, van Laat-Devonische tot en met Vroeg-Carboon-ouderdom, komt met name voor in de Ardennen. De kalksteen is daar ontstaan in een ondiep marien afzettingsmilieu waar veel leven te vinden was. Doordat het afzettingsmilieu veelal reducerend was, zijn zwavelhoudende mineralen ontstaan en bevat de kalksteen een hoog percentage organisch materiaal. Hierom wordt het ook wel "kolenkalk" genoemd. Het H2S (waterstofsulfide) dat vrijkomt als er op het gesteente geslagen wordt, heeft het de naam "stinkkalk" opgeleverd.
Omdat het gesteente zo hard en dicht is wordt het in de volksmond ook petit granit genoemd. Graniet is echter een stollingsgesteente en de blauwe hardsteen een afzettingsgesteente.
In België zijn er vier streken waar blauwe hardsteen wordt ontgonnen.
- Écaussinnes, Neufvilles, Zinnik
- Condroz: Anthisnes, Barvaux, Clavier, Comblain-au-Pont, Modave, Ouffet, Sprimont
- Vallei van de Bocq: Yvoir
- Vallei van de Molignée: Anhée.
Met tegenwoordig twee grote productieregio's:
Andere namen voor deze steensoort:
- Belgische blauwe hardsteen, Blauwe steen, Blauwsteen, Belgische hardsteen, Hardsteen, Naamse hardsteen, Arduin, Blauwe Arduin, Escosijnse steen, Crinoïdekalksteen, kolenkalk, stinkkalk, petit granit.
- Frans: Hardouin, Pierre de taille.
- Engels: Belgian Fossil.
Ierse hardsteen
Dezelfde laag waaruit de Belgische hardsteen wordt gewonnen, komt, na honderden kilometers ondergronds, in Ierland weer boven. Hier wordt een andere variëteit gewonnen: de Ierse hardsteen, in groeven in o.a Kilkenny en Carlow. De steen is iets fijner van structuur en de crinoïden zijn kleiner en gelijkmatiger verdeeld.
Verder wordt ook in andere landen vergelijkbare steen gewonnen, bijvoorbeeld in Spanje en China.[2]
Zie ook
- ↑ Holland Sport (special) : de kasseien van Parijs Roubaix Youtube.com
- ↑ MonumentenKennis - Kennis van Natuursteen Monumentenkennis.nl