Beeld & Geluid in Den Haag

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf COMM (museum))
Beeld & Geluid in Den Haag
Beeld & Geluid aan de Zeestraat te Den Haag; 2020.
Locatie Vlag van Nederland Den Haag
Coördinaten 52° 5′ NB, 4° 18′ OL
Opgericht 1929
Personen
Directeur Eppo van Nispen tot Sevenaer (2022, algemeen directeur)
Sarah-Jane Earle (2021, zakelijk directeur)
Elke Smelt (2021-2022 algemeen directeur)
Tom De Smet (2019-2021, algemeen directeur)
Adriaan Wagenaar (2019, interim zakelijk directeur)
Tobias Walraven (2016-2019)
Heleen Buijs (2013-2016)
Arnoud van Aalst (2012-2013)
Titus Yocarini (2004-2012)
Frederieke Bakker (2004, interim)
Huisvesting
Monumentstatus Rijksmonument
Monumentnummer 18129
Gebouwd ± 1860
ingrijpend gewijzigd in 1879, 1980/1985 en 2016/2017
Aantal bezoekers 23.000 (2018)
Detailkaart
Beeld & Geluid in Den Haag (Den Haag)
Beeld & Geluid in Den Haag
Website
Portaal  Portaalicoon   Kunst & Cultuur

Beeld & Geluid in Den Haag is een Nederlands interactief museum over het leven in de media. Het is gevestigd aan de Zeestraat 82 in Den Haag. Tot 2019 was het museum bekend onder de naam COMM, eerder ook als Museum voor Communicatie en als het PTT Museum. In 2019 werd het museum overgenomen door het Hilversumse Beeld en Geluid en kreeg het de naam Beeld en Geluid Den Haag. In 2022 zijn de Stichting Beeld en Geluid Den Haag en de Stichting Nederlands Instituut voor Beeld & Geluid gefuseerd tot 1 bedrijf, en gaat het verder onder de naam Beeld & Geluid.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Het museum is gestart in 1929 en veranderde enkele malen van naam en inrichting.

Postmuseum, 1929-1989[bewerken | brontekst bewerken]

Het museum is bij wet van 18 mei 1929 als Stichting 'Het Nederlandsche Postmuseum' opgericht. De omvangrijke postwaardenverzameling van Pieter Waller vormde de basis van de collectie. Anders dan de naam doet vermoeden, is het een museum over de geschiedenis van post, filatelie (het verzamelen en de studie van postzegels en bijbehorende zaken), telegrafie en telefonie.

PTT Museum, 1989-1998[bewerken | brontekst bewerken]

In 1989 was er een naamswijziging: Postmuseum werd PTT Museum. Tot 1998 werd het museum volledig in stand gehouden door het Staatsbedrijf der PTT en zijn opvolgers. In 1998 werd het museum verzelfstandigd en vanaf 1999 kreeg het museum een nieuwe identiteit en een nieuwe naam: 'Museum voor Communicatie'.

Museum voor Communicatie, 1998-2016[bewerken | brontekst bewerken]

Het Museum voor Communicatie was een interactief museum waarin men kon ontdekken hoe mensen met elkaar communiceren. Ook werd het verschil in communicatie tussen vroeger en nu getoond. Het museum had als een van de eerste een multimediale kindertentoonstelling: Het Rijk van Heen en Weer, die tot 1 maart 2015 te bezoeken was.

Het museum organiseerde regelmatig workshops die aansloten op de tentoonstellingen en de collectie. Het aanbod was zeer gevarieerd: van liefdesbrieven schrijven en postzegels ontwerpen tot een cursus digitale beeldbewerking. Ook werden er museumlessen aangeboden voor groepen uit het basisonderwijs, voortgezet onderwijs, praktijkonderwijs en MBO.

Daarnaast werd er aandacht besteed aan films die met mobiele telefoon zijn gemaakt, zoals de eerste speelfilm ter wereld die werd gedraaid met een mobiel: Waarom heeft niemand mij verteld dat het zo erg zou worden in Afghanistan, van de Nederlandse regisseur Cyrus Frisch, over de verstoorde waarneming van een Afghanistanveteraan.

Het Museum voor Communicatie sloot op 1 maart 2016 voor verbouwing naar een nieuw concept. Voorheen was het een meer traditioneel museum over de historie van communicatie en de technische werking van communicatiemiddelen. De bezoekersaantallen liepen steeds verder terug, waarop de directie besloot een andere koers te gaan varen.

COMM, 2017-2019[bewerken | brontekst bewerken]

Na een grondige transformatie en een naamswijziging in 'COMM', werd het museum, dat zich in de nieuwe opzet richt op de invloed van communicatie, op 3 november 2017 heropend voor het publiek.[1] COMM heeft eigen conferentiezalen voor meetings en events en is een centrum voor congressen, cursussen, trainingen, workshops, persconferenties, webinars, (zakelijke) ontmoetingen en flexibele werkplekken.[2][3]

Financiële nood[bewerken | brontekst bewerken]

In 2019 werd bekend dat er financiële malversaties zijn gepleegd. Directeur Tobias Walraven wordt de uitgaven verweten. Er liggen anno 2019 plannen om de collectie af te stoten en zalen te sluiten.[4] Het museum kon niet meer zelfstandig voortbestaan. In juli 2019 werd COMM overgenomen door het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid in Hilversum.[5]

Sluiting voor individuele bezoekers[bewerken | brontekst bewerken]

In juli 2019 sluit het museum zijn deuren voor individuele bezoekers. De aanleiding was, ondanks de vernieuwing van 2017, het tegenvallende aantal bezoekers. In plaats van de verwachte 40.000 bezoekers in 2018 kwamen er slechts 23.000. Het oude 'Postmuseum' was bij het publiek nog wel bekend, het nieuwe 'COMM' sloeg niet aan. Inmiddels staat het onder leiding van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid in Hilversum, waarbij er in de toekomst meer aandacht is voor 'tijdelijke exposities, debatten en evenementen'.[6]

Beeld en Geluid Den Haag, 2019-2022[bewerken | brontekst bewerken]

Op donderdag 17 september 2020 opende wethouder Robert van Asten het nieuwe mediamuseum Beeld en Geluid Den Haag. Vanwege almaar tegenvallende bezoekcijfers werd op 2 juli 2019 het bestuur van COMM overgenomen door Beeld en Geluid, het audiovisuele archief in Hilversum. De nieuwe naam is Beeld en Geluid Den Haag.[7] Bestuurder is Eppo van Nispen tot Sevenaer, van Beeld en Geluid, algemeen directeur is Elke Smelt en zakelijk directeur is Sarah-Jane Earl. De nieuwe identiteit van het museum is Beeld en Geluid Den Haag en de focus wordt gelegd op het leven in de media. Het museum behandelt thema’s zoals persvrijheid, demonstraties en fake news. Er worden tijdelijke tentoonstellingen geëxposeerd met soortgelijke thema’s of thema’s die binnen mediawijsheid passen. Ook worden er educatieve workshops geboden aan leerlingen van het primair onderwijs en het voortgezet onderwijs, waarbij zij tijdens een bezoek aan het museum kennis opdoen over media en de omgang met media. Daarnaast verhuurt het museum zalen waar bedrijven evenementen kunnen organiseren en zijn ze in het heden ook beschikbaar voor het organiseren van webinars, online evenementen en hybride evenementen.

De museumvloeren[bewerken | brontekst bewerken]

Met de verbouwing van het museum zijn de museumvloeren volledig opnieuw ingericht. De focus ligt op het leven in de media en op elke etage, van de 4 etages binnen het museum, wordt er aandacht besteed aan een ander aspect van de media. De museumvloeren zijn bedacht door Suzan Nuijen.

Op de eerste etage is er aandacht voor de verschillende rollen van burgers, politici en journalisten binnen de media. Bezoekers kunnen in de schoenen van politici stappen en de druk ervaren van het houden van een persconferentie. Daarnaast wordt het onderwerp van persvrijheid binnen de journalistiek behandeld door middel van een aanpasbare krantenpagina, verschillende voorbeelden van censuur en komen social media, waar iedereen een mediamaker is, en ‘fake news’ ter sprake. Ten slotte is er een test om de BMI (Bewust met Media Index) te berekenen, waarmee ontdekt kan worden hoe mediawijs een persoon daadwerkelijk is.

De tweede etage staat in het teken van demonstratie en de grenzen van grappen. Hoe kan aandacht voor belangrijke onderwerpen verkregen worden op social media? Op deze etage kan men ontdekken wat voor verschillende manieren van demonstreren er bestaan en wordt er aandacht besteed aan zowel online en offline demonstraties die in het verleden aandacht in de media hebben gekregen. Daarnaast kan men testen waar hun persoonlijke grenzen liggen wanneer het draait om grappen en meningsuitingen en zijn er spotprenten van cartoonisten te vinden.

Op de derde etage ligt de focus op Den Haag en hoe deze in de media verschijnt. Er is ook aandacht voor Haagse humor, symbolen, het accent en de inwoners, die mediamissies toegewezen kregen. De uitkomsten van de mediamissies zijn te bekijken op de museumvloeren. Als leuk extraatje is er een karaoke booth aanwezig waarin bezoekers mee kunnen zingen met een Haags liedje.

De vierde etage wordt gebruikt voor tijdelijke tentoonstellingen die worden aangeboden. Zo was onder andere van de opening op 17 september 2020 tot 7 december 2020 de cartoontentoonstelling van Tom Janssen te bezoeken en van 8 december 2020 tot en met 28 februari 2021 was de tentoonstelling ‘Cartooning for #PressFreedom’ te zien als tijdelijke expositie in het museum.

Van 17 juli tot en met 30 augustus 2020 werd de World Press Photo Expositie 2020 en van 17 juli tot en met 5 september 2021 de World Press Photo Expositie 2021 er tentoongesteld in de Eventzaal op de begane grond.

Beeld & Geluid, 2022[bewerken | brontekst bewerken]

Op 1 juli 2022 zijn de Stichting Beeld en Geluid Den Haag en de Stichting Nederlands Instituut voor Beeld & Geluid gefuseerd tot 1 bedrijf. Na deze fusie gaan beide partijen verder onder de naam het Nederlands Instituut voor Beeld & Geluid (afgekort Beeld & Geluid).

Collectie[bewerken | brontekst bewerken]

Bekende stukken uit de collectie van Beeld & Geluid in Den Haag zijn de kist van Brienne[8] en de Enigma codeermachine.[9] Ook de Blauwe Mauritius-postzegel behoorde tot in 2018 tot de collectie, maar is in dat jaar overgedragen aan het Nationaal Archief.[10][11]

Depot[bewerken | brontekst bewerken]

De depots vormen eigenlijk de schatkamer van het museum. Hierin zijn circa 60.000 objecten op het gebied van post en telecomhistorie opgeslagen, evenals de uitgebreide collectie affiches van het museum.

Het museum verwierf objecten door schenkingen van bedrijven of particulieren, aankoop en legaten. Dit waren bijvoorbeeld brievenbussen, stempelmachines, emaillen loketborden, telefoon- en telegraaftoestellen en telefooncentrales. Ook staan in het algemene depot objecten opgeslagen als postkoets-, vliegtuig- en scheepsmodellen en kleding van PTT-personeel uit vervlogen tijden. De samenstelling van de collectie vloeit voort uit het verleden van het Nederlandse PTT Museum.

Gebouw[bewerken | brontekst bewerken]

In 1842 werd in opdracht van Koning Willem II aan de Zeestraat de Thermische Badinrichting gebouwd, waar zwaveldampbaden, aromatische Russische dampbaden, minerale baden met zwavel, staal, jodium etc. kwamen. Het werd groots opgezet, het terrein was omringd door een muur met kantelen. Na het overlijden van Willem II moest Koning Willem III veel verkopen om de schulden van zijn vader af te lossen. Zo verkocht hij in 1852 de badinrichting aan Krulder & Delia. Na de sloop werden er enkele huizen naast de bazar gebouwd.

De architect die het pand Zeestraat 80-82 oorspronkelijk heeft gebouwd is onbekend. Van oorsprong was hier de Groote Koninklijke Bazar (1843-1927) gevestigd, waarnaar de Bazarstraat vernoemd is. De Bazar werd gebouwd op initiatief van Koning Willem II, die zo de stadsuitbreiding wilde stimuleren. Een winkelier, D. Boer, die een veel kleinere bazar aan het Plein had, kreeg hier een grotere ruimte aangeboden. In zijn tuin waren kassen. De Bazar van Boer was een groot succes en was ver over de landsgrenzen bekend. Hij verkocht onder meer het bijzondere Arita-porselein.

Tussen 1843 en 1923 werden verschillende wijzigingen aan de gevel aangebracht. In 1879 bracht Maurits Lodewijk Schroot (1836-1894) een nieuwe gevel aan, zowel bij de Bazar als bij het woonhuis ernaast. Het museum is vanaf zijn oprichting onder meer in lokalen van de PTT aan de Haagse Kortenaerkade gevestigd. Na de Tweede Wereldoorlog werd de huidige locatie aan de Zeestraat betrokken. Het grote warenhuis van Dirk Boer werd gesloopt, de Rotterdamse architect Johannes Berghoef plaatste een gloednieuw gebouw achter de statige 19de-eeuwse gevel. Dit museumgebouw had geen depot en werd in 1980 grotendeels gesloopt. De voorgevel uit 1879 is het enige deel van het gebouw dat behouden bleef.[12][13] Architektenbureau Van Mourik en Vermeulen ontwierp een nieuw gebouw, dat in 1985 betrokken werd. Op 2 oktober 1985 heropende prins Bernhard der Nederlanden het vernieuwde museumgebouw.[12]

In 1994 werd het museum vergroot door de aankoop van een aanpalend, uit 1916 stammend gebouw, door architect Karel de Bazel ontworpen. Deze Theosofentempel is een bijzonder monument, waar ook vrijmetselaren destijds een loge gevestigd hadden. Het heeft een betonnen tongewelf en wordt soms tijdens de Monumentendagen opengesteld.

In 2016/2017 vond er een ingrijpende verbouwing van het museum plaats. Niet alleen het hele museum werd op zijn kop gegooid, ook de sfeer binnen het museum is aangepast in een toegankelijk, interactief museum dat zich richt op de wereld van communicatie.

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Zie de categorie COMM (museum) van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.