Boomrookkorst
Boomrookkorst | |||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||
| |||||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||||
Catillaria nigroclavata (Nyl.) J. Steiner (1898 [1]) | |||||||||||||||||
Boomrookkorst op Wikispecies | |||||||||||||||||
|
De boomrookkorst (Catillaria nigroclavata) is een korstmos uit de familie Catillariaceae. Hij groeit op loofbomen met zure bast.
Determinatie[bewerken | brontekst bewerken]
Uiterlijke kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]
Het thallus is dun, fijnkorrelig, vaak ingezonken/onopvallend. Het oppervlak is witgrijs, bleek tot donkergrijs of grijsbruin. Het heeft geen kenmerkende kleurreacties (K-, C-, KC-, P-).
De apotheciën zijn donkerbruin tot zwart van kleur, vlak tot depressief-convex en hebben een diameter van 0,15 tot 0,5 mm. De pycnidiën zijn zelden aanwezig.
Microscopische kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]
De asci zijn 8-sporig en meten 35 × 10 µm. De ascosporen zijn hyaliene, overgaand in 1-septaat, langwerpig-ellipsoïde en meten 8–12 × (2–)2,5–3,5(–4) µm. Het hymenium is kleurloos en de parafysen hebben donkere, gezwollen punten.[2]
Verspreiding[bewerken | brontekst bewerken]
De boomrookkorst komt voor in Europa, West-Noord-Amerika en Nieuw-Zeeland. In Nederland komt hij vrij algemeen voor. Hij is niet bedreigd en staat niet op de rode lijst.
Bronnen, noten en/of referenties
|