Despotaat Arta

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Despotati i Artës
Despotaat Arta
 Keizerrijk Servië
 Despotaat Epirus
1367 – 1416 Despotaat Epirus 
Kaart
Algemene gegevens
Hoofdstad Arta
Talen Albanees
Religie(s) orthodoxe kerk
Regering
Staatshoofd Despoot

Het Despotaat Arta (Albanees: Despotati i Artës) (1367-1416) was een middeleeuwse Albanese staat dat geografisch overeen komt met Epirus, Acarnanië en Aetolië in het huidige Griekenland. De stichter Pjetër Losha deelde zijn heerschappij met zijn compagnon Gjin Shpata, die na diens dood werd opgevolgd door zijn nageslacht van de Shpata-dynastie.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Na de gewonnen veldslag bij de Slag van Achelous door de Albanese vorst Pjetër Losha, die vanaf 1359 heerste over gebieden in Zuid-Albanië, ten koste van de Griekse heerser Nikephoros II Orsini slaagden de Albanezen erin twee nieuwe vorstendommen te creëren in Epirus. Pjetër Losha regeerde over Arta, zijn compgnon Gjin Shpata over Angelokastro. De Servische keizer Simeon Uroš, heerser van Griekenland, erkende de Albanese heerschappij.

Onder Gjin Shapata reikte het despotaat tot zijn hoogtepunt, na zijn dood in 1399 werd hij opvolgd door zijn nageslacht. Onder diens heerschappijen verzwakte de despotaat en raakte het verwikkeld in oorlogen met rivaliserende legers. De laatste Albanese despoot, Jakub Shpata, lokte al snel weerstand uit bij de lokale bevolking vanwege zijn bekering naar de islam na de Ottomaanse expansie naar de Balkan, hierdoor kon Shpata echter wel rekenen op militaire steun van sultan Mehmet I. De heerschappij van Shpata duurde tot 1416, Carlo I Tocco en Leonardo II Tocco veroverden Epirus van de Albanezen waarna het Despotaat Arta werd ontbonden.

Despoten[bewerken | brontekst bewerken]

Kaarten[bewerken | brontekst bewerken]