Diaphania indica

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Diaphania indica
Diaphania indica
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Arthropoda (Geleedpotigen)
Klasse:Insecta (Insecten)
Orde:Lepidoptera (Vlinders)
Superfamilie:Pyraloidea
Familie:Crambidae (Grasmotten)
Onderfamilie:Spilomelinae
Geslachtengroep:Margaroniini
Geslacht:Diaphania
Soort
Diaphania indica
(Saunders, 1851)
Originele combinatie
Eudioptes indica
Synoniemen
  • Diaphania capensis (Zeller, 1852)
  • Eudioptis capensis Zeller, 1852
  • Eudioptes indica Saunders 1851
  • Diaphania cucurbitalis (Guenée, 1862)
  • Phakellura cucurbitalis Guenée, 1862
  • Diaphania gazorialis (Guenée, 1854)
  • Phakellura gazorialis Guenée, 1854
  • Phalaena pyralis marginalis Stoll, 1781
  • Pyralis lucernalis Hübner, 1796
  • Phakellura hyalinatalis Guenée, 1854
  • Pyralis sapillitalis Weyenbergh 1873
  • Diaphania intermedialis (Dognin, 1904)
  • Glyphodes intermedialis Dognin, 1904
  • Diaphania zygaenalis (Guenée, 1854)
  • Phakellura zygaenalis Guenée, 1854
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Insecten

Diaphania indica is een vlinder uit de familie van de grasmotten (Crambidae), uit de onderfamilie van de Spilomelinae. Deze soort is voor het eerst wetenschappelijk beschreven als Eudioptes indica door William Wilson Saunders in een publicatie uit 1851.

De spanwijdte van deze soort varieert van 24 tot 30 millimeter.

Verspreiding[bewerken | brontekst bewerken]

De soort komt voor in Afrika ten zuiden van de Sahara, zuidelijk Azië, de Verenigde Staten, Midden- en Zuid-Amerika, Frans-Polynesië, Fiji, Australië en een groot aantal eilanden in de Indische Oceaan. Waarnemingen van deze soort in Europa zijn óf onzeker of het gaat om dieren die daar op niet-natuurlijke wijze zijn terecht gekomen.

Biologie[bewerken | brontekst bewerken]

Op Sri Lanka is vastgesteld dat het vrouwtje twee dagen na te zijn bevrucht gemiddeld 267 eitjes over een periode van zes dagen afzet. De eitjes zijn geel gekleurd en ongeveer 0,5 mm groot. Na een dag of vier komen de eitjes uit en na ongeveer negen dagen verpoppen de rupsen. Na gemiddeld acht dagen komt de vlinder uit de pop. De vlinder leeft maximaal negen dagen.
Op Réunion is vastgesteld dat de rups wordt geparasiteerd door de sluipwesp Trathala flavoorbitalis. Op Sri Lanka parasiteren de sluipwespen Apanteles taragamae en Elasmus indicus op de rupsen van Diaphania indica.

Waardplanten[bewerken | brontekst bewerken]

De rups van Diaphania indica leeft voornamelijk op komkommerachtigen (Cucurbitaceae).