Naar inhoud springen

Diderma

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Diderma
Diderma effusum
Taxonomische indeling
Rijk:Protozoa
Stam:Amoebozoa
Klasse:Mycetozoa (Slijmzwammen)
Onderklasse:Myxogastrea (Plasmodiale slijmzwammen)
Orde:Physarales
Familie:Didymiaceae
Geslacht
Diderma
Pers. (1794)
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Diderma op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie

Diderma[1] is een geslacht van slijmzwammen (Myxomycetes[2]) uit de orde Physarales. Het geslacht omvat meer dan 70 soorten wereldwijd. Voor Centraal-Europa worden ongeveer 30 soorten gegeven. De typesoort is Diderma globosum.

De vruchtingen worden gevormd als gesteelde of sessiele sporocarp of plasmodiocarp. De omslag (peridia) heeft twee, zelden drie lagen. Hun buitenste laag bestaat uit een vaste korst van amorfe kalkbolletjes (onderklasse Diderma) of uit kraakbeenachtige, amorfe kalk of pseudokristallijne kalkschilfers (onderklasse Leangium). De binnenste laag is dun en transparant als een membraan. Bij dubbele peridia is het losjes of stevig verbonden met de buitenste laag. Bij triple peridia zit de middelste laag stevig vast aan de buitenste. De dunne hoofdhuid is vertakt of in een netwerk. Soms zijn er korrelige tot nodulaire afzettingen of spilachtige verdikkingen. Meestal is de hoofdhuid kalkvrij. Een columella is meestal aanwezig. Het is vaak bolvormig tot halfrond of cilindrisch van vorm. Meer zelden wordt het alleen gevormd uit een verdikte basis van vruchtvorming. De sporen zijn in bulk donkerbruin tot zwart. Ze lijken grijs tot paarsbruin in doorvallend licht.

Geslachtsafbakening

[bewerken | brontekst bewerken]

Het geslacht Didymium is verwant aan Diderma. Zie daar om onderscheid te maken tussen de twee groepen.

Binnen het geslacht wordt onderscheid gemaakt tussen de onderklasse Diderma en Leangium. De eerste heeft een fragiele, ruwe of eierschaalachtige, gladde buitenste peridiumlaag, die nauwelijks of stevig is verbonden met de binnenste laag. Soorten van het ondergeslacht Leangium hebben een kraakbeenachtige en gladde buitenlaag, die meestal stevig is verbonden met de middelste of binnenste laag. De peridia scheuren vaak stervormig open. Plasmodiocarps[3] worden meestal alleen gevormd uit het Diderma-subgenus.

Volgens Index Fungorum telt het geslacht 70 soorten (peildatum februari 2023):

Soortnaam Auteur(s) Publicatiejaar
Diderma aglomerosporum D.I. Barbosa & L.H. Cavalcanti 2021
Diderma alexopouli T.N. Lakh. 1978
Diderma alpinospumarioides K.S. Thind 1977
Diderma alpinum (Meyl.) Meyl. 1917
Diderma areolatum M.L. Farr 1979
Diderma asteroides (Sterkalkschaaltje) (Lister & G. Lister) G. Lister 1911
Diderma aurantiacum Y. Yamam. & Nann.-Bremek. 1990
Diderma badhamioides K.S. Thind 1977
Diderma berkeleyanum (Rostaf.) Kuntze 1898
Diderma botryosum Nann.-Bremek. & Y. Yamam. 1986
Diderma brooksii Kowalski 1968
Diderma carneum (Roze kalkschaaltje) Nann.-Bremek. 1968
Diderma chondrioderma (Vliezig kalkschaaltje) (de Bary & Rostaf.) Kuntze 1898
Diderma cinereum (Parelgrijs kalkschaaltje) Morgan 1894
Diderma cingulatum (Knotskalkschaaltje) Nann.-Bremek. 1968
Diderma circumscissile S.D. Patil, R.L. Mishra & Ranade 1979
Diderma corrugatum T.E. Brooks & H.W. Keller 1977
Diderma crustaceum Peck 1874
Diderma darjeelingense K.S. Thind & H.S. Sehgal 1964
Diderma deplanatum (Plat kalkschaaltje) Fr. 1829
Diderma diadematum Schokn. & J.L. Crane 1978
Diderma donkii (Dof kalkschaaltje) Nann.-Bremek. 1973
Diderma effusum (Versmolten kalkschaaltje) (Schwein.) Morgan 1894
Diderma europaeum (Buyck) Kuhnt 2017
Diderma evelinae (Meyl.) Kowalski 1975
Diderma fallax (Rostaf.) E. Sheld. 1895
Diderma floriforme (Tulpvormig kalkschaaltje) (Bull.) Pers. 1794
Diderma fragile Aramb. 1973
Diderma gigantocolumellae M.L. Farr 1971
Diderma globosum (Bol kalkschaaltje) Pers. 1794
Diderma gracile Aramb. 1973
Diderma hemisphaericum (Schijfvormig kalkschaaltje) (Bull.) Hornem. 1829
Diderma indicum K.S. Thind & H.S. Sehgal 1964
Diderma lohgadense S.D. Patil, R.L. Mishra & Ranade 1979
Diderma lucidum Berk. & Broome 1861
Diderma luteoalbum Buchet 1941
Diderma lyallii (Massee) T. Macbr. 1899
Diderma maculatum Buyck 1984
Diderma marieae S.D. Patil, R.L. Mishra & Ranade 1979
Diderma meyerae H. Singer, G. Moreno, Illana & A. Sánchez 2003
Diderma microcarpum Meyl. 1924
Diderma miniatum Nann.-Bremek. 1989
Diderma montanum (Dunstelig kalkschaaltje) (Meyl.) Meyl. 1921
Diderma nigrum Kowalski 1968
Diderma niveum (Rostaf.) E. Sheld. 1895
Diderma ochraceum (Okerkleurig kalkschaaltje) Hoffm. 1795
Diderma petaloides Buyck 1983
Diderma peyerimhoffii (Maire & Pinoy) H. Neubert, Nowotny & K. Baumann 2000
Diderma platycarpum Nann.-Bremek. 1966
Diderma punense S.D. Patil, Ranade & R.L. Mishra 1979
Diderma radiatum (Bruinwit kalkschaaltje) (L.) Morgan 1894
Diderma reticulosporum Nann.-Bremek., Mukerji & Pasricha 1984
Diderma rimosum (Bros kalkschaaltje) Eliasson & Nann.-Bremek. 1983
Diderma robustum Aramb. 1973
Diderma rufostriatum (Roodgevlekt kalkschaaltje) Nann.-Bremek. & Lado 1985
Diderma rufum (Roodbruin kalkschaaltje) Nann.-Bremek. 1968
Diderma saundersii (Papierdun kalkschaaltje) (Berk. & Broome ex Massee) E. Sheld. 1895
Diderma sauteri (Rostaf.) E. Sheld. 1895
Diderma scabrum Eliasson & Nann.-Bremek. 1983
Diderma sessile (Brândz?) Mar. Mey. & Poulain 1999
Diderma simplex (Vuilgeel kalkschaaltje) (J. Schröt.) E. Sheld. 1895
Diderma spumarioides (Witvoetig kalkschaaltje) (Fr. & Palmquist) Fr. 1829
Diderma stellulum M.L. Farr 1988
Diderma subasteroides M.L. Farr 1971
Diderma subcaeruleum Kowalski 1968
Diderma subincarnatum Kowalski 1967
Diderma subviridifuscum (Groenvliezig kalkschaaltje) Buyck 1988
Diderma testaceum (Kussenkalkschaaltje) (Schrad.) Pers. 1801
Diderma umbilicatum (Robuust kalkschaaltje) Pers. 1801
Diderma velutinum Bortnikov 2018
  • Hermann Neubert, Wolfgang Nowotny, Karlheinz Baumann, Heidi Marx: Die Myxomyceten Deutschlands und des angrenzenden Alpenraumes unter besonderer Berücksichtigung Österreichs. Band 2. Karlheinz Baumann Verlag, Gomaringen 1995, ISBN 3-929822-01-6, S. 32 f.