Naar inhoud springen

Dorpsbos

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door RomaineBot (overleg | bijdragen) op 9 sep 2019 om 04:59. (|{{Largethumb}}| is redundant, gebruik voortaan |thumb|)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Stakenbos bij Leenstertillen

Een dorpsbos(je) of ruilverkavelingsbos is in Nederland een bos dat aangeplant is bij een dorp of in een overhoek. Dergelijke bossen zijn meestal in de jaren 1970 en 1980 (onder andere in het kader van het Meerjarenplan Bosbouw) aangeplant in het kader van ruilverkavelingen nabij het betreffende dorp of op overgebleven stukjes grond die verder bij de ruilverkaveling geen functie hadden en dus "over" waren. Deze ruilverkavelingen zorgden voor een versobering van het landschap en de dorpsbossen konden gezien worden als een compensatie voor het landschappelijke verlies ten behoeve van de bewoners. In Flevoland werden ook dorpsbossen aangeplant bij de inrichting van de polders. Dorpsbossen variëren in grootte van 0,5 hectare tot enkele tientallen hectares. De meeste dorpsbossen zijn eigendom van Staatsbosbeheer.

Inrichting

Dorpsbossen zijn meestal loofbossen. De beplanting van veel dorpsbossen bestaat vaak uit essen, aangevuld met andere boomsoorten als gladde iepen, hazelaars, lijsterbessen, meidoorns, populieren, sleedoorns, vlieren, wilgen, zomereiken en zwarte elzen. Naast bosschages zijn er vaak ook vijvers en poeltjes, lanen, rietzomen en elzensingels en recreatieveldjes aangelegd. Dorpsbossen hebben doorgaans een functie als natuurgebied, recreatiegebied en als productiebos.[1][2]

Dorpsbossen worden door recreatieve gebruikers vaak ervaren als weinig aantrekkelijk doordat de aanplant vaak eenzijdig is ('stakenbos') en het onderhoud in het verleden vaak tekortschoot.[3] Ook wordt er soms illegaal puin en vuil gestort door bewoners. Sinds 2000 zijn verschillende initiatieven ontplooid om de dorpsbosjes aantrekkelijker te maken voor mens en dier (bijvoorbeeld broedvogels, insecten en zoogdieren) en de bewoners meer bij het onderhoud van de bosjes te betrekken.

In 2013 wilde het kabinet Rutte II dat Staatsbosbeheer een aantal natuurgebieden buiten de ecologische hoofdstructuur zou verkopen. Hieronder vielen ook veel dorpsbosjes.[4] Na een eerste veiling in juni 2013 werd de verkoop echter stopgezet vanwege de 'maatschappelijke onrust en discussie' die dit veroorzaakte.[5]

In 2019 werden veel essen gekapt die waren aangetast door de essentakziekte. In sommige bossen moest meer dan de helft van alle bomen worden gekapt.