Dwergzijdeaapje
Dwergzijdeaapje IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2008) | |||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
![]() | |||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||
| |||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||
Callithrix pygmaea Spix, 1823 | |||||||||||||||
![]() | |||||||||||||||
Verspreidingsgebied van het dwergzijdeaapje | |||||||||||||||
![]() | |||||||||||||||
Afbeeldingen Dwergzijdeaapje op ![]() | |||||||||||||||
Dwergzijdeaapje op ![]() | |||||||||||||||
|
Het dwergzijdeaapje of dwergoeistiti (Callithrix (Cebuella) pygmaea) is een klauwapensoort van het geslacht Callithrix uit Zuid-Amerika.
Inhoud
Kenmerken[bewerken]
Het dwergzijdeaapje heeft een donzige, bruinachtige vacht met geelbruine vlekken, en een geringde staart die net zo lang als zijn lichaam kan zijn. De klauwen zijn speciaal bedoeld om in bomen te klimmen, een eigenschap uniek voor deze soort. Met een lengte van tussen de 14-16 cm (exclusief de staart van 15-20) is het een van de kleinste primaten en de kleinste aap. Mannetjes wegen rond de 140 gram, vrouwtjes slechts 120 gram.
Leefwijze[bewerken]
Als omnivoor, eten ze fruit, bladeren, insecten, en af en toe zelfs kleine reptielen. Een groot deel van hun dieet bestaat echter uit hars van bomen. Een groot deel van de tijd wordt besteed aan het halen van hars uit boomschors. Dit actieve dwergzijdeaapje heeft hiervoor speciale tanden om in schors te kunnen bijten. Door zijn kleine afmetingen en snelle manier van bewegen is het moeilijk om dit aapje goed te kunnen observeren.
Dialect[bewerken]
Het dwergzijdeaapje is de eerste Zuid-Amerikaanse aap waarbij het gebruik van dialecten is vastgesteld. Tot op heden is onbekend of het gebruik van dialecten komt door een voordeel van bepaalde geluiden in een zekere habitat of dat dit een sociaal aspect is, zoals bij mensen.[2]
Voortplanting en ontwikkeling[bewerken]
Meestal worden er meer dan één jong geboren, in de regel zijn dat meestal twee- of drielingen. De mannetjes dragen de jongen rond, totdat ze door de vrouwtjes worden overgenomen om te worden gevoed. Daarna nemen de mannetjes het weer over.
In gevangenschap kan het dwergzijdeaapje ongeveer 11 jaar oud worden.
Verspreiding en leefgebied[bewerken]
Deze soort komt oorspronkelijk in het westen van Brazilië, het zuidoosten Colombia, het oosten van Ecuador, en het oosten van Peru in het regenwoud voor bij de bovenloop van de Amazone.
Taxonomie[bewerken]
Ondanks de indeling, verschilt het dwergzijdeaapje nogal van de Atlantische oeistiti's (Callithrix) en is als zodanig ondergebracht in een apart ondergeslacht, wat voorheen een geslacht op zich was, namelijk: Cebuella.
- Ondersoorten
- Callithrix (Cebuella) pygmaea niveiventris
- Callithrix (Cebuella) pygmaea pygmaea
Externe links[bewerken]
- (en) Beeldmateriaal, foto's en informatie over Dwergzijdeaapjes
- (en) Primate Info Net Callithrix pygmaea Factsheet
- (en) Albino tweeling dwergzijdeaapjes geboren in Zweden
- (en) Callicebus moloch
Bronnen, noten en/of referenties
|