Naar inhoud springen

Dwergrus

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Wikiwerner (overleg | bijdragen) op 27 mrt 2020 om 19:36. (Dode externe link weg)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Dwergrus
Dwergrus
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Stam:Embryophyta (Landplanten)
Klasse:Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade:Bedektzadigen
Clade:Eenzaadlobbigen
Clade:Commeliniden
Orde:Poales
Familie:Juncaceae (Russenfamilie)
Geslacht:Juncus (Rus)
Soort
Juncus pygmaeus
L.C.M. Richard (1798)
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Dwergrus op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie

De dwergrus (Juncus pygmaeus, synoniem: Juncus mutabilis) is een eenjarige plant uit de russenfamilie (Juncaceae). De dwergrus komt voor in het Middellandse Zeegebied en kustgebieden van West-Europa. De soort staat op de Nederlandse Rode lijst van planten als zeer zeldzaam en sterk afgenomen.

De plant wordt 2 - 10 cm hoog en heeft dunne, rechtop tot iets schuin afstaande, lichtgroene of iets rode weinig vertakte stengels. De bladeren zitten alleen op de onderste helft van de stengel of vaak alleen maar aan de voet. De zwak gootvormige bladeren hebben een overlangse holte die door van buiten nauwelijks zichtbare dwarsschotjes in kamertjes is verdeeld. De onderste, open bladschede heeft twee, witvliezige, afgeronde oortjes. Het onderste schutblad is ongeveer even lang als de langste schermtakken.

De dwergrus bloeit van mei tot in september met rechtopstaande en afstaande, langwerpige, tot 5 mm lange bloemen, die in groepjes (kluwens) van 1 - 5 bloemen en aan de voet enkele bracteeën in een gevorkt bijscherm zitten. De lijnvormige tot langwerpige, 3 - 6 mm lange bloemdekbladen hebben een smal vliezig randje en een stompe tot vrij spitse top. De buitenste bloemdekbladen zijn evenlang als de binnenste. De bloem heeft 3 - 6 meeldraden en 3 korte stijlen.

De vrucht is een doosvrucht. Het zaad is 0,5 mm groot.

Ecologie en verspreiding

De dwergrus staat op open, zonnige en warme, natte en basenrijke, voedsel- en vooral fosforarme, zwak zure, kalkarme tot kalkloze zand- en leembodems op plekken die een groot deel van het jaar onder water staan, maar in de zomer droogvallen. Ze groeit op de bodems van droogvallende vennen en plassen, op plagplekken, op ijsbaantjes en langs duinplassen. Nederland valt geheel binnen het Europese deel van het areaal dat onder andere het kustgebied van West-Europa omvat. De plant is zeer zeldzaam in de duinen van Terschelling en Vlieland en bij Schoorl, in de Achterhoek en in Noord-Brabant. De eenjarige, kleine en pionierende soort is sterk achteruitgegaan door ontginning en ontwatering maar vooral door de sterk toegenomen bemesting. De dwergrus groeit meestal in polletjes met rechtop tot iets schuin afstaande stengels[1]

Zie de categorie Juncus pygmaeus van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
Wikispecies heeft een pagina over Juncus pygmaeus.