Eerste Kamerverkiezingen 1926

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Eerste Kamerverkiezingen 1926
Datum 30 juli 1926
Land Vlag van Nederland Nederland
Te verdelen zetels 50
(25 leden waren niet-aftredend)
Opvolging verkiezingen
1923     1929
Portaal  Portaalicoon   Politiek
Nederland

De Eerste Kamerverkiezingen 1926 waren reguliere Nederlandse verkiezingen voor de Eerste Kamer der Staten-Generaal. Zij vonden plaats op 30 juli 1926.

Bij deze verkiezingen kozen de leden van de Provinciale Staten in de kiesgroepen[1] II en IV - die op 9, 11, 12 en 13 april 1923 bij de Statenverkiezingen gekozen waren - 25 nieuwe leden van de Eerste Kamer.

De door de leden van Provinciale Staten uitgebrachte stemmen hadden niet alle dezelfde waarde; zij werden gewogen aan de hand van de bevolkingscijfers van de provincies. Bij deze verkiezingen was de volgende stemwaardetabel van toepassing:

Gr D O Ge ZH
82 61 95 120 208

De uitslag van de verkiezingen was als volgt:

Partij Zetels Verschil Zetelverdeling naar kiesgroep[1]
1923 1926 I[2][3] II[4] III[2][5] IV[6]
Roomsch-Katholieke Staatspartij[7] 16 16 0 8 3 3 2
Sociaal-Democratische Arbeiderspartij 11 11 0 2 3 3 3
Christelijk-Historische Unie  7  7 0 1 2 2 2
Anti-Revolutionaire Partij  8  7 -1  1 2 2 2 (-1)
Vrijheidsbond  5  6 +1   1 2 1 2 (+1)
Vrijzinnig-Democratische Bond  3  3 0 0 1 1 1
Totaal 50 50 0 13 13 12 12

Gekozenen[bewerken | brontekst bewerken]

In kiesgroep II waren alle dertien leden periodiek aftredend, van wie twaalf herkozen werden.

In kiesgroep IV waren alle twaalf leden periodiek aftredend, van wie tien herkozen werden. Eén aftredend lid had zich niet herkiesbaar gesteld.