Frits van der Meer

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Frederik Gerben van der Meer)
Frederik Gerben Louis van der Meer
Van der Meer (links) ontvangt de P.C. Hooft-prijs uit handen van Staatssecretaris van O.K. en W. Louis van de Laar.
Priester van de Rooms-Katholieke Kerk
Wapen van een priester
Geboren 16 november 1904
Plaats Bolsward
Overleden 19 juli 1994
Plaats Lent
Wijdingen
Priester 22 juli 1928
Portaal  Portaalicoon   Christendom

Frederik Gerben Louis (Frits) van der Meer (Bolsward, 16 november 1904Lent, 19 juli 1994) was een Nederlands archeoloog, kunsthistoricus, literator en katholiek priester.

Levensloop[bewerken | brontekst bewerken]

Van der Meer volgde het Magister Alvinus-gymnasium in Sneek. Hij besloot in 1919 priester te worden en volgde de middelbare opleiding op het Aartsbisschoppelijk Kleinseminarie in Culemborg. Daarna studeerde hij tussen 1924 en 1928 aan het Groot-seminarie Rijsenburg en werd op 22 juli 1928 tot priester gewijd. In 1932 begon hij christelijke archeologie te studeren aan het Pontificio Istituto di Archeologia Cristiana in Rome. Hij promoveerde in 1934 op een iconografisch proefschrift over de representaties van de Apocalyps: Maiestas Domini. Théophanies de l'Apocalypse dans l'art chrétien. Étude sur les origines d'une iconographie spéciale du Christ. De handelsuitgave (1938) werd zijn eerste boek.

In 1939 werd hij benoemd tot lector aan de Katholieke Universiteit van Nijmegen. In 1941 verscheen zijn Catechismus die in vele edities veel katholieke huisgezinnen zou bereiken. Hij werd in 1946 bijzonder hoogleraar christelijke archeologie en liturgie. Internationaal maakte hij naam met zijn studie naar Aurelius Augustinus, Augustinus de zielzorger uit (1947). In 1955 volgde zijn benoeming tot gewoon hoogleraar Schoonheidsleer en kunstgeschiedenis, christelijke archeologie en iconografie. Hij stond bekend als een zeer enthousiast docent. Met de bestuurlijke kant van het hoogleraarschap hield hij zich niet bezig en hij bezocht ook vrijwel nooit congressen of symposia. Hij had een aansprekende en bevlogen stijl van schrijven, waaruit een sterk religieus besef sprak. Zijn Atlas van de Westerse beschaving (1951) en Atlas van de Oudchristelijke wereld (1958) zijn in diverse talen vertaald en worden internationaal nog steeds door zowel studenten als docenten veel gebruikt. Na zijn emeritaat in 1974 woonde hij in het Lentse klooster Huize St. Jozef bij de Zusters Franciscanessen van Waltbreitbach alwaar hij dagelijks de Mis opdroeg en werkte aan enkele iconen en publicaties.

Van der Meer schreef in een zeer verzorgde, ietwat barokke stijl.

Positie in de Katholieke Kerk[bewerken | brontekst bewerken]

In de jaren zestig toonde Van der Meer zich een tegenstander van bepaalde tendensen binnen de Katholieke Kerk in Nederland, met name waar het de liturgie betrof. Het vieren van de Mis met een voorganger die knielt tegenover zijn volk beschreef hij als een anti-sacrale nieuwigheid die noch historisch, noch om redenen van gepastheid, orde of indrukwekkendheid te rechtvaardigen viel. In 1973 trachtte hij katholiek Nederland wakker te schudden met de Open Brief over Geloof en Eredienst, waarin hij de vloer aanveegde met de manier waarop in Nederland werd omgegaan met de besluiten van het Tweede Vaticaanse Concilie.

Onderscheidingen en eerbetoon[bewerken | brontekst bewerken]

Van der Meer werd in 1950 gevraagd als lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. In 1964 ontving hij de P.C. Hooft-prijs. In 1978 verscheen een herdruk van zijn rijkelijk geïllustreerde proefschrift uit 1938 gelijktijdig in het Nederlands, Duits, Frans en Engels. Hij ontving in 1980 de Karel de Grote-prijs van de stad Nijmegen.

Prijzen[bewerken | brontekst bewerken]

Bibliografie[bewerken | brontekst bewerken]

  • 1937 - De kerk en de schilderijen van Jacob Ydema, in: Gedenkboek uitgegeven bij gelegenheid van het 600-jarig bestaan der parochie van Sint Michael te Woudsend, 1337-1937 (ed. not indicated) 1937
  • 1938 - Maiestas Domini. Théophanies de l'Apocalypse dans l'art chrétien: étude sur les orgines d'une iconographie spéciale du Christ.
  • 1939 - Iets over de oorspronkelijkheid der oud-christelijke kunst
  • 1940 - Geschiedenis eener kathedraal
  • 1941 - Catechismus, dat is onderrichting in het ware geloof
  • 1943 - Praeses van Schaik
  • 1947 - Augustinus de zielzorger
  • 1949 - Christus' oudste gewaad. Over de oorspronkelijkheid der Oud-Christelijke Kunst
  • 1950 - Edelsmid. Eerste der ambachten (Uitgegeven n.a.v. een tentoonstelling van werken van Nico Witteman te Amsterdam)
  • 1950 - Rome. Een keur uit haar kunstwerken, 300 v.C.-1800
  • 1950 - Keerpunt der Middeleeuwen. Tussen Cluny en Sens
  • 1951 - Atlas van de Westerse beschaving
  • 1951 - Chartres
  • 1952 - Beknopte atlas van de westerse beschaving (samen met M.A. Schwartz)
  • 1955 - Rembrandt's Evangelie (inleiding)
  • 1957 - Uit het oude Europa. Twintig herinneringen.
  • 1958 - Atlas van de Oudchristelijke Wereld (met medewerking van Christine Mohrmann)
  • 1959 - Oudchristelijke kunst
  • 1959 - Bildatlas der frühchristlichen Welt (met medewerking van Christine Mohrmann)
  • 1959 - Paasmorgen. Bij het altaarluik van Rogier van der Weyden in het museum te Berlijn en de feestikoon genaamd Anástasis
  • 1962 - Bildatlas der abendländischen Kultur
  • 1962 - Zeven ware legenden
  • 1964 - Kleine atlas van de Westerse beschaving (met medewerking van G. Lemmens)
  • 1965 - Atlas de l'Ordre cistercien
  • 1967 - Onbekende kathedralen in Frankrijk
  • 1968 - Van den heiligen Johannes den Damascener de derde verhandeling tegen hen die de heilige ikonen smaden
  • 1970 - Lofzangen der Latijnse Kerk
  • 1973 - Open Brief over Geloof en Eredienst
  • 1976 - Zestien preken van Asterius, bisschop van Amaseia (vertaling en inleiding)
  • 1978 - Apocalypse. Visioenen uit het Boek der Openbaring in de kunst
  • 1979 - De kleine stad lang geleden
  • 1979 - Phoenix. Vertalingen en ander tijdverdrijf.
  • 1980 - Imago Christi. Christusbeeltenissen in de sculptuur benoorden Alpen en Pyreneeën
  • 1981 - Het toneel is in de hemel. Bloemlezing uit het werk van F. van der Meer (bewerkt en ingeleid door Kees Fens)
  • 1982 - Rome en Chartres. Een stad, een kathedraal
  • 1982 - Die Ursprünge christlicher Kunst
  • 1984 - Tekeningen
  • 1995 - Feestelijke gedachtenis. Beschouwingen over het kerkelijk jaar (gekozen en ingeleid door Wouter Kusters en Gerard Lemmens, met een complete bibliografie)

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]