Frisisme
Een frisisme is een barbarisme dat gevormd is naar voorbeeld van het Fries.
Lexicale frisismen in het Nederlands[bewerken | brontekst bewerken]
Frisisme Betekenis aankomen langskomen aanmaken opschieten aanwillen; het wil me niet aan ik geloof het niet met zin met opzet anders geen mogelijkheid geen andere mogelijkheid asvat prullenbak, vuilnisvat begroten; het begroot me dat jammer vinden erover kunnen ertegen kunnen mogen lusten (ook een germanisme) onder beneden over (Leeuwarden) gaan via (Leeuwarden) gaan ongelijk verschillend praten van een taal spreken van een taal waar kom je weg? waar kom je vandaan? ik heb mijn nocht ik heb er genoeg van wat komt er voor de televisie? wat komt er op televisie? televisie zien televisiekijken (ook een germanisme) zien naar kijken naar afvallen tegenvallen uit van huis gaan gaan logeren om drinken gaan wat te drinken halen thee ingieten thee inschenken pan schotel, bord ik wist niet als... ik wist niet dat... sneupen snuffelen, met name in winkels op bed gaan naar bed gaan van bed af gaan uit bed gaan beurs portemonnee neef/mug mug/vlieg ergens wijs mee zijn blij mee/trots op zijn aan tijd hebben de tijd ervoor hebben zien ziet u netjeser netter opfietsen samen ergens naartoe fietsen het spoelt het regent erg hard het is net of ben je erbij het is net of je erbij bent hemelen schoonmaken wegnemen kopen, halen op sprong en stuit op stel en sprong
In Bokwerder Belang, een wekelijks verschijnend cursiefje dat tussen oktober 1970 en april 1992 wekelijks in de Leeuwarder Courant stond, gebruikte Rink van der Velde 'met zin' zo veel mogelijk frisismen.
Syntactische frisismen in het Nederlands[bewerken | brontekst bewerken]
Weglaten van de te + infinitief na om. Voorbeelden:
- Ik heb zin om naar Frankrijk. (Ik heb zin om naar Frankrijk te gaan.)
- Het is misschien wel leuk om er even heen. (Het is misschien wel leuk om er even heen te gaan.)
Onjuiste invoeging van 'te' voor een infinitief bij de absentief. Voorbeelden:
- We gaan te kamperen. (We gaan kamperen.)
- Ik was te varen. (Ik was aan het varen.)