Fritz Freitag
Fritz Freitag | ||
---|---|---|
Geboren | 28 april 1894 Olsztyn, Polen | |
Overleden | 10 mei 1945 Graz, Oostenrijk | |
Rustplaats | Begraafplaats Allenstein, Oost-Pruisen[1] | |
Land/zijde | Duitse Keizerrijk Weimarrepubliek Nazi-Duitsland Flensburgregering Duitsland | |
Onderdeel | Deutsches Heer Vrijkorps Schutzpolizei Waffen SS | |
Dienstjaren | 1914 - 1919 1939 - 1945 | |
Rang | SS-Brigadeführer en Generalmajor der Polizei | |
Bevel | 4. SS-Polizei-Panzergrenadier-Division 17 april 1943 - 1 juni 1943 8. SS-Kavallerie-Division Florian Geyer 15 februari 1943 - 20 april 1943 14. Waffen-Grenadier-Division der SS (galizische Nr. 1) 20 november 1943 - 24 april 1945 1. SS Infanterie-Brigade | |
Slagen/oorlogen | Eerste Wereldoorlog
| |
Onderscheidingen | Zie decoraties |
Fritz Freitag (Olsztyn, 28 april 1894 - Graz, 10 mei 1945) was een Duitse generaal (SS-Brigadeführer) van de Waffen SS tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Biografie
Freitag werd geboren op 28 april 1894 als zoon van een spoorwegbeambte. Na de middelbare school ging hij in het Pruisische leger en nam actief deel aan de Eerste Wereldoorlog. Hij vocht zowel aan het Oostfront als aan het Westfront en raakte viermaal gewond. in 1915 werd hij bevorderd tot luitenant en had hij de leiding over een compagnie.
Na de oorlog werd Freitag lid van het Vrijkorps en later van de Schutzpolizei.
Toen de Tweede Wereldoorlog begon was Freitag opgeklommen tot Oberstleutnant (Luitenant-kolonel) van de politie. Tijdens de Poolse Veldtocht had hij de leiding over het 3e Politieregiment en was hij stafchef van het 14. Armee (14e Leger).
In september 1940 ging Freitag bij de Waffen SS en werd toegevoegd aan de staf van Heinrich Himmler en later als commandant van de 1. SS Infanterie Brigade. De brigade was gelegerd aan het Oostfront en was voornamelijk belast met het opruimen van verzetsgroepen en het assisteren van de Einsatzgruppen met hun jacht op de Joden en andere untermenschen. In december 1941 kreeg hij voor het eerst het bevel over een regiment, toen hij werd toegewezen aan het 2. SS Polizei Regiment.
Freitag werd tot Standartenführer bevorderd, nadat hij de leiding had genomen over een kampfgruppe tijdens gevechten om het industriegebied van Volchov. In februari 1943 nam hij het bevel over de 8. SS-Kavallerie-Division Florian Geyer over van Wilhelm Bittrich, maar werd al na enkele maanden vervangen toen hij langdurig ziek was. Toen hij hersteld was van zijn ziekte kreeg Freitag het bevel over de 2. SS Infanterie Brigade, van april tot augustus 1943. Van augustus tot oktober had hij het bevel over de 4. SS-Polizei-Panzergrenadier-Division en uiteindelijk het bevel over de 14. Waffen-Grenadier-Division der SS (galizische Nr. 1). Hier nam hij op 24 april 1945 ontslag. Fritz Freitag pleegde zelfmoord op 10 mei 1945[2].
Militaire loopbaan
- Generalmajor der Polizei: 1944[3]
- SS-Brigadeführer: 20 april[2] 1944[3]
- SS-Oberführer: 6 augustus 1943[3][2]
- Oberst der Schutzpolizei: 6 augustus 1943[3]
- SS-Standartenführer: 24 april 1943[2] - 20 april 1942[3][2]
- SS-Obersturmbannführer: 1 september 1940[3][2]
- SS-Mann: 1940[3]
- Oberstleutnant der Schutzpolizei: 20 april 1939[3][2]
- Major der Schutzpolizei: 1 juli[2] 1934[3]
- Hauptmann der Polizei: 24 december[2] 1923[3]
- Oberleutnant der Polizei: 20 juli[2] 1921[3]
- Leutnant der Polizei: 3 februari 1920[2]
- Leutnant der Reserve: 6 november 1915[3][2]
Registratienummers
- NSDAP-nr.: 3 052 501[2] (lid geworden 1 mei 1934[2])
- SS-nr.: 393 266[2] (lid geworden 1 september 1940[2])
Decoraties
- Ridderkruis van het IJzeren Kruis op 30 september 1944 als SS-Brigadeführer en Generalmajor der Waffen-SS en Polizei, Commandant van 14. Waffen-Grenadier-Division der SS (Oekraïense nr. 1), Heeresgruppe Noord-Oekraïne, Oostfront[4][5][6][7][2]
- Duitse Kruis in goud op 30 april 1943[5][2]
- IJzeren Kruis 1914, 1e Klasse[2] en 2e Klasse[2]
- Herhalingsgesp bij IJzeren Kruis 1939, 1e Klasse (6 maart 1942} en 2e Klasse (5 februari 1942)[5][2]
- Gewondeninsigne 1939 in goud op 11 augustus 1944[4][3][5][2]
- Gewondeninsigne 1918 in zilver[2]
- Medaille Winterschlacht im Osten 1941/42 op 20 augustus 1942[3][5]
- Erekruis voor Frontstrijders in de Wereldoorlog[4][5][2]
- Kruis voor Oorlogsverdienste, 2e Klasse met Zwaarden in 1942[4][3]
- Duits Olympisch Ereteken, 2e Klasse "Voor bijzondere verdienste bij het organiseren van de spelen" in 1936[3][5][2]
- Ridderkruis in de Huisorde van Hohenzollern met Zwaarden op 4 juni 1918[3][2]
- Kruis voor Militaire Verdienste (Oostenrijk-Hongarije), 3e Klasse met Oorlogsdecoratie[2] in 1917[3]
- Dienstonderscheiding van de Politie, 1e Klasse (25 dienstjaren) in 1938[2] - 1945[5]
Bronnen, noten en/of referenties
|