Gabrielle Fontan

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Gabrielle Fontan
Plaats uw zelfgemaakte foto hier
Algemene informatie
Volledige naam Gabrielle Marie Joséphine Pène-Castel
Geboren Bordeaux, 16 april 1873
Overleden Juvisy-sur-Orge, 8 september 1959
Land Frankrijk
Werk
Jaren actief 1927 - 1959
Beroep Acteur
(en) IMDb-profiel
(mul) TMDb-profiel
(en) AllMovie-profiel
Portaal  Portaalicoon   Film

Gabrielle Fontan, pseudoniem van Gabrielle Marie Joséphine Pène-Castel, (Bordeaux, 16 april 1873 - Juvisy-sur-Orge, 8 september 1959) was een Franse actrice. Dertig jaar lang (1928-1959) verscheen ze in bijrolletjes of als figurante in ongeveer 130 films.

Leven en werk[bewerken | brontekst bewerken]

Toneelactrice[bewerken | brontekst bewerken]

Fontan vatte haar toneelcarrière reeds aan aan het einde van de 19e eeuw. Later bracht ze jaren door in het Théâtre de l'Atelier, eerst onder toneelregisseur Charles Dullin. Dullin nam haar tien jaar onder zijn vleugels en Fontan bloeide helemaal open als toneelspeelster. Daarna werd ze onder meer geregisseerd door André Barsacq, Dullins opvolger.

In de jaren twintig was haar reputatie van die aard dat ze haar eigen toneellessen gaf. Ze bleef de bühne trouw tot in 1956.

Filmactrice[bewerken | brontekst bewerken]

Fontan maakte heel laat, op 54-jarige leeftijd, haar debuut in de filmwereld, en dit dankzij haar vriend Dullin. Hij vroeg haar op een dag cineast Jean Grémillon uit de nood te helpen door een bijrolletje te spelen in diens debuutfilm, het drama Maldone (1928), waarin hijzelf de hoofdrol vertolkte.

In 1929 kreeg ze een solidere rol aangeboden in de komedie Ces dames aux chapeaux verts van André Berthomieu. Berthomieu en Grémillon begeleidden verder haar eerste stappen als filmactrice: Berthomieu castte haar nog in negen films, Grémillon nog in vijf.

Vervolgens kreeg ze in de loop van de jaren dertig de gelegenheid mee te spelen in werk van belangrijke cineasten als Jean Renoir, Julien Duvivier en Marcel Carné. Carné (6) en Duvivier (4), Marc Allégret (6), Maurice Tourneur (4), André Cayatte (4), Jean-Paul Le Chanois (4) en Claude Autant-Lara (4) deden in de loop der jaren regelmatig een beroep op haar aanwezigheid.

Fontan speelde zes keer samen met Jean Gabin en met Gérard Philipe, twee van de grootste 'monstres sacrés' van de Franse film van de 20e eeuw.

Ze was vaak te zien in literatuurverfilmingen, van het werk van Georges Simenon (8) voorop. Met een kwarteeuw tussentijd werd ze gecast in twee filmversies van Victor Hugo's Les Misérables. Ze verscheen eveneens in filmadaptaties van andere klassieke schrijvers zoals onder meer Charles De Coster, Gérard de Nerval, Fjodor Dostojevski, Émile Zola, Alphonse Daudet, Guy de Maupassant, Colette, Jacques Prévert en Jean Anouilh.

Voorkomen[bewerken | brontekst bewerken]

Fontan was klein en schraal van gestalte, krom en gebogen, als het ware ineengekrompen. Met haar uitgemergeld benig gezicht en haar diep ingevallen ogen kwam ze dikwijls bits en pinnig over. Haar voorkomen was heel geschikt om zure, nijdige, giftige, misnoegde personages te vertolken.

Typische rollen[bewerken | brontekst bewerken]

Fontan nam meestal bijrolletjes voor haar rekening. Soms verscheen ze maar eventjes, vluchtig, in beeld, soms beperkte haar tekst zich tot één zin of enkele woorden zoals in Le jour se lève (1939).

Fontan was voor alles een karakterspeelster. Ze belichaamde het vaakst een dienstmeid (10) die in de ene film toegewijd was en in de andere ongezond nieuwsgierig of een al dan niet bemoeizuchtige conciërge (10) of hospita (4). Met evenveel gemak gaf ze gestalte aan een roddelaarster (3), een oud dametje (12), een moeder (8), een grootmoeder (5), een tante (2), een religieuze (3), een kaartlegster/waarzegster/helderziende (3), een verkoopster (2), een herbergierster (2) of een boerin (2). Soms oefende ze een leidinggevende functie (3) uit (winkelbazin, moeder overste, schoolhoofd). Ze was eenmalig te zien als kruidenierster, kleedster, voddenverkoopster, clocharde, woekeraarster, gouvernante, muzieklerares en hofdame.

Ze maakte opgemerkte verschijningen als:

  • de trouwe dienstmeid die de dochter van de drankverslaafde advocaat heeft opgevoed in het Simenon-drama Les Inconnus dans la maison (1942),
  • de oude moeder die uit haar eigen huis wordt verjaagd en wordt afgevoerd naar een bejaardentehuis door haar onbeschaamde schoondochter in het drama Le Val d'enfer (1943),
  • de oude schooldirectrice die in de komedie Papa, maman, ma femme et moi (1956) een leraar van middelbare leeftijd, half zo oud als zij, ontslaat omdat de jeugd nu eenmaal moderne en jonge leerkrachten verkiest,
  • de moeder overste van het klooster waar Jean Valjean en Cosette onderduiken in het Victor Hugo-drama Les Misérables (1958),
  • de kruidenierster die ontroerd is commissaris Maigret, die ze als kind heeft gekend, na vele jaren terug te zien wanneer deze naar zijn geboortedorp komt in verband met een moordzaak, in de Simenon-misdaadfilm Maigret et l'Affaire Saint-Fiacre (1959),

Fontan overleed in 1959 op 86-jarige leeftijd aan kanker.

Filmografie (selectie)[bewerken | brontekst bewerken]