Gebruiker:JorisEnter/Kladblok/Urgenda-zaak
Uiterlijk
Urgenda | ||
---|---|---|
Datum | 20 december 2019 | |
Partijen | Staat der Nederlanden t. Stichting Urgenda | |
Zaak | 19/00135 | |
Instantie | Hoge Raad der Nederlanden | |
Rechters | C.A. Streefkerk, G. Snijders, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, H.M. Wattendorff | |
Proc.-gen. | F.F. Langemeijer (plv.) | |
Adv.-gen. | M.H. Wissink | |
Soort zaak | Civiel | |
Procedure | Cassatie | |
Wetgeving | art. 2 en 8 EVRM, art. 3:305a BW | |
Vindplaats | NJ 2020/41, m.nt. J. Spier AA 2020, p. 955, m.nt. A.T. Marseille en K.J. de Graaf AB 2020/24, m.nt. G.A. van der Veen en Ch.W. Backes JA 2020/29, m.nt. J. van de Klashorst JB 2020/37, m.nt. D.G.J. Sanderink JBPR 2020/20, m.nt. H.W. Wiersma FED 2020/112, m.nt. G.C.D. Grauss M en R 2020/8, m.nt. T.J. Thurlings-Rassa | |
ECLI | ECLI:NL:HR:2019:2006 |
De zaak Stichting Urgenda/Staat der Nederlanden, kortweg bekend als Urgenda of de Urgenda-klimaatzaak, was een Nederlandse rechtszaak aangespannen door de Stichting Urgenda tegen de Staat der Nederlanden om de Staat te dwingen tot een vermindering van de uitstoot van broeikasgassen om de opwarming van de Aarde tegen te gaan. In december 2019 oordeelde de Hoge Raad in hoogste instantie dat de vordering van Urgenda diende te worden toegewezen en dat de Staat verplicht was de uitstoot te verminderen.
Rechtbank
[bewerken | brontekst bewerken]Urgenda | ||
---|---|---|
Datum | 24 juni 2015 | |
Partijen | Stichting Urgenda t. de Staat der Nederlanden | |
Zaak | C/09/456689 / HA ZA 13-1396 | |
Uitspraak | De Staat moet ervoor zorgen dat de uitstoot van broeikasgassen in Nederland in 2020 ten minste 25% lager is dan in 1990 | |
Instantie | Rechtbank Den Haag | |
Rechters | H.F.M. Hofhuis, J.W. Bockwinkel en I. Brand | |
Soort zaak | Civiel recht | |
Procedure | Eerste aanleg | |
Vindplaats | AB 2015/336, m.nt. Ch.W. Backes O&A 2015/58, m.nt. G.A. van der Veen & T.G. Oztürk M en R 2016/38 | |
ECLI | ECLI:NL:RBDHA:2015:7145 |
Gerechtshof
[bewerken | brontekst bewerken]Urgenda | ||
---|---|---|
Datum | 9 oktober 2018 | |
Partijen | Stichting Urgenda t. de Staat der Nederlanden | |
Zaak | 200.178.245/01 | |
Uitspraak | De Staat moet ervoor zorgen dat de uitstoot van broeikasgassen in Nederland in 2020 ten minste 25% lager is dan in 1990 | |
Instantie | Gerechtshof Den Haag | |
Rechters | M.A.F. Tan-de Sonnaville, S.A. Boele en P. Glazener | |
Soort zaak | Civiel recht | |
Procedure | Hoger beroep | |
Vindplaats | JM 2018/128, m.nt. W.Th. Douma AB 2018/417, m.nt. G.A. van der Veen & Ch.W. Backes O&A 2018/51, m.nt. G.A. van der Veen & T.G. Oztürk SEW 2019, p. 35 JB 2019/10, m.nt. D.G.J. Sanderink |