Gebruiker:Natuur12/Agnes Arber

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Agnes Arber
Plaats uw zelfgemaakte foto hier
Volledige naam Agnes Robertson Arber
Geboren Londen, 23 februari 1879
Overleden Cambridge, 22 maart 1960
Geboorteland Verenigd Koninkrijk
Standaardafkorting A.Arber
Toelichting
De bovenaangeduide standaardaanduiding, conform de database bij IPNI, kan gebruikt worden om Agnes Arber aan te duiden bij het citeren van een botanische naam. In de Index Kewensis is een lijst te vinden van door deze persoon (mede) gepubliceerde namen.
Portaal  Portaalicoon   Biologie

Agnes Robertson Arber FRS (Londen, 23 februari 1879Cambridge, 22 maart 1960) was een Brits botanicus. Ze legde zich toe op de plantenmorfologie, plantenanatomie, de geschiedenis van de botanie  en filosofie. Ze werd geboren in  Londen, maar woonde het grootste deel van haar leven in Cambridge. Ze was de eerste vrouw botanicus die werd verkozen tot Fellow van de Royal Society (21 maart 1946), en de derde vrouw in het algemeen. Ze was de eerste vrouw die de Gouden Medaille van de Linnean Society of London ontving. (24 mei 1948).

Haar wetenschappelijk focuste zich vooral op eenzaadlobbigen. Ook droeg ze aan het begin van de twintigste eeuw bij aan de ontwikkeling van morfologische studies in de botanie. Haar latere werk focuste zich op de filosofie van de biologie, met name de aard van biologisch onderzoek.

Biografie[bewerken | brontekst bewerken]

Agnes Arber is geboren op 23 februari 1879 in Londen. Ze was het eerste kind van Henry Robertson, een kunstenaar en Agnes Lucy Turner. Ze had drie jongere broers en zussen. Haar vader gaf haar tijdens haar jeugd regelmatige tekenlessen wat ertoe leidde dat ze later zelf in staat was om haar wetenschappelijke publicaties te illustreren.[1]

Op achtjarige leeftijd begon ze aan de North London Collegiate School. Haar interesse voor botanie werd daar aangewakkerd. Ze publiceerde haar eerste botanische onderzoek in 1894 in de schoolkrant. Later was ze de beste leerling tijdens het examen over plantkunde waardoor ze een beurs won.[2] Ze ontmoette Ethel Sargant, een bioloog die zich bezighield met de plantenmorfologie. Later werd Sargant haar vriend en mentor waardoor hij van invloed was op de onderzoeksmethoden die Arber toepaste.

Arber begon in 1897 aan het University College, Londen, en behaalde in 1899 haar diploma. Na het behalen van een toegangsbeurs werd ze student bij het Newnham College, Cambridge waar ze een natuurwetenschappelijke opleiding volgde. Na het afronden van haar studie in 1902 Arber werkte ze voor een jaar in het laboratorium van Ethel Sargant. Daarna keerde ze terug naar het University College in Londen. In 1905 behaalde ze een doctoraat.

Arber trouwde met paleobotanist Edward Alexander Newall Arber (1870-1918). In 1909 verhuisde ze terug naar Cambridge, waar ze de rest van haar leven samen met haar man bleef wonen. Ze kregen één kind, Muriel Agnes Arber. (1913-2004). Arber werd in 2012 bekroond met een Research Fellowship van het Newnham College en publiceerde haar eerste boek, Herbals, their origin and evolution in hetzelfde jaar. Vanaf haar huwelijk tot aan de sluiting in 1927 deed ze onderzoek in het Balfour Laboratory for Women. Ook had ze een klein laboratorium in een achterkamer van haar huis, totdat ze zich in de jaren veertig met de filosofie ging bezighouden.

Agnes Arber overleed op 22 maart 1960 op 81-jarige leeftijd.

Wetenschappelijke carrière[bewerken | brontekst bewerken]

Begin van haar carrière[bewerken | brontekst bewerken]

Voordat ze begon met haar studie aan het University College in Londen werkte ze in de zomer van 1897 met Ethel Sargant in diens laboratorium te Reigate. Sargant gaf haar les in het prepareren van plantaardig materiaal. Ze keerde in de tijd dat ze in Londen studeerde tenminste één zomervakantie terug naar het laboratorium van Sargant. Arber was tussen 1902 en 1903 onderzoeksassistent van Sargant en verrichtte ze onderzoek naar zaadstructuren. In 1903 publiceerde ze haar eerste paper: Notes on the anatomy of Macrozamia heteromera' in Proceedings of the Cambridge Philosophical Society. Terwijl ze aan het University College in Londen verbonden was deed ze onderzoek naar naaktzadigen, en publiceerde verschillende papers over hun morfologie en anatomie.

Balfour Laboratory, Cambridge[bewerken | brontekst bewerken]

In 1909 werd haar door het Newnham College werkruimte in het Balfour Laboratory for Women verleend. Daar bleef ze tot aan de sluiting in 1927 werken. 

Na de toekenning van een Research Fellowship door het Newnham College in de periode 1912-1913 publiceerde haar ze haar eerste boek in 1912. Herbals, their origin and evolution. Dit boek omschrijft de ontwikkeling van gedrukte kruidenboeken in de periode tussen 1470 en 1670. Arber linkt het ontstaan en de ontwikkeling van de botanie als een discipline binnen de natuurlijke geschiedenis met de ontwikkeling van plantbeschrijvingen, classificaties en identificaties in kruidenboeken gedurende deze periode. Het boek was grotendeels herschreven en uitgebreid voor een tweede druk die verscheen in 1938. Een derde druk verscheen in 1986. Het werk wordt nog steeds beschouwd als het standaardwerk voor de geschiedenis van kruidenboeken.

Arber richtte zich in haar onderzoek op de anatomie en morfologie van de eenzaadlobbige. In 1920 had ze twee boeken en 94 overige publicaties op haar naam staan. Haar tweede boek Water Plants: A Study of Aquatic Angiosperms werd in 1920 uitgebracht. In dit boek Arber presenteert een vergelijkend onderzoek naar waterplanten waarin ze de morfologische verschillen analyseert. Arber geeft ook eigen interpretaties aan de basisprincipes die ze gebruikt heeft voor haar analyse. Haar boek is het eerste werk dat een algemene beschrijving van waterplanten geeft.[3]

In 1925 publiceerde Arber haar derde boek: The Monocotyledons. De redactie van de Cambridge Botanical Handbooks series hadden in 1910 aan Ethel Sargant gevraagd om voor deze serie een boek over eenzaadlobbigen te schrijven. Zijn slechte gezondheid maakte het echter onmogelijk om dit boek te voltooien waarna Arber in 1918 voorstelde zijn werk voort te zetten. In The Monocotyledons borduurt Arber voort op de analytische methoden die ze eerder uiteen had gezet in haar boek Water Plants. Ook geeft ze een gedetailleerd overzicht van de eenzaadlobbige en vergelijkt ze hun anatomie. 

Latere werk[bewerken | brontekst bewerken]

Na de sluiting van het Balfour Laboratory begon ze met het opzetten van een klein laboratorium in een achterkamer van haar huis om haar onderzoek voort te kunnen zetten. Volgens de hoogleraar plantkunde Albert Charles Seward, verantwoordelijk voor de huisvesting binnen de botanische school was van mening dat er geen ruimte meer was voor Arber en haar werk.

Na de publicatie van The Monocotyledons  bleef Arber zich bezighouden met de eenzaadlobbigen en focuste ze haar onderzoek op de familie Gramineae. Dit leidde tot de publicatie van haar laatste boek over plantmorfologie, The Gramineae (1934). In dit boek beschrijft ze de levenscyclus, de embryologie en de reproductieve en vegetatieve cyclus van granen, grassen en bamboe. Voor dit boek deed ze vergelijkend anatomisch onderzoek. Ze begint het boek met de geschiedenis van deze planten in relatie tot de mens".[4] Dit boek werd opgevolgd door een reeks van tien papers in The Annals of Botan.

Tussen 1930 en 1942 deed Arber onderzoek naar de structuur van de bloemen. Ze onderzocht de structuur van vele bloemen met verschillende vormen en ze gebruikte morfologische informatie om interpretaties te geven aan de bloemstructuren. In deze periode publiceerde ze tien reviews waarin ze haar resultaten presenteerden. In 1937 publiceerde ze een samenvatting van de morfologische ideeën met betrekking tot bloemstructuren.

In januari 1942 gepubliceerd ze haar laatste original research paper op het gebied van botanie. Al haar latere publicaties hebben betrekking op historische en filosofische onderwerpen.

Filosofische studies[bewerken | brontekst bewerken]

Tijdens de Tweede Wereldoorlog vond Arber het lastig om haar kleine laboratorium te onderhouden. Door de oorlog werd het steeds lastiger om de juiste materialen te verkrijgen. Dit leidde tot haar besluit om te stoppen met haar laboratorium en zich te richten op filosofische en historische onderwerpen. Arber publiceerde over historische botanisten, met inbegrip van een vergelijking tussen Nehemiah Grew en Marcello Malpighi in 1942, John Ray in 1943 en Joseph Banks in 1945.[5]

Arber was tijdens haar schooltijd in aanraking gekomen met het werk van Goethe, en zijn ideeën over plantkunde bleven haar fascineren. In 1946 publiceerde ze Goethe's Botany, een vertaling van Goethe's Metamorphosis of Plants (1790) en Georg Christoph Tobler (1757-1812)  Die Natur met een inleiding voor en interpretatie van de teksten.

The Natural Philosophy of Plant Form, gepubliceerd in 1950 wordt als het belangrijkste boek van Arber beschouwd. Ze bespreektde processen achter de vorming van een onderzoeksconcept en bespreekt de filosofie van de plantmorfologie. Arber gebruikt dit om de structuur van bloeiende planten te onderzoeken, en stelt de "partial-shoot theory of the leaf" voor. Volgens deze theorie is elk element van de plant een scheut of een gedeeltelijke scheut. Bladeren zijn gedeeltelijke scheuten die een verminderde groeicapaciteit hebben.[6]

Haar studies over de filosofie van de plantmorfologie leidde ertoe dat ze een breder beeld kreeg van de koppeling tussen wetenschap en filosofie. he Mind and the Eye: A Biologist's Standpoint, gepubliceerd in 1954 geeft een introductie van het biologisch onderzoek en de ontwikkeld een methode voor het uitvoeren van biologisch onderzoek. Arber beschreven onderzoek als een proces van zes stappen: de identificatie van een vraagstelling of onderwerp; het verzamelen van gegevens middels experimenten of observatie; de interpretatie van de gegevens; het testen van de geldigheid van de interpretatie; het communiceren van de resultaten; en het in context plaatsen van het onderzoek. Volgens Arber hoort het interpreteren van het resultaat bij het in context plaatsen van het onderzoek in termen van geschiedenis en filosofie. Dit wordt beschreven in de tweede helft van het boek. Arber's boek is onderscheidend omdat het werd geschreven voordat Thomas Kuhn aantoonde dat een wetenschapper wordt beïnvloed door de opvattingen van anderen in hun vak en voordat Ernst Mayr's kritiek uitte op het beschrijven van de filosofie van de biologie op dezelfde manier als de filosofie van de natuurkunde.

Haar laatste boek, The Manifold and the One (1957) heeft betrekking op bredere filosofische vraagstukken. Het boek is een brede en veelomvattende verkenning, gesteund op literaire, wetenschappelijke, religieuze, mystieke en filosofische tradities, waarin Boeddhistische, Hindoeïstische, Taoïstische en Europese filosofieën behandeld worden.

Publicaties (selectie)[bewerken | brontekst bewerken]

  • Arber, Agnes (1912). Herbals: their origin and evolution. A chapter in the history of botany, 1470–1670 (eerste druk). Cambridge University Press.
    • Arber, Agnes (1938) [1912 (herdruk 1953)]. Herbals: their origin and evolution. A chapter in the history of botany, 1470–1670 (tweede druk). Cambridge University Press. ISBN 1-108-01671-5.
    • Arber, Agnes (1986) [1912; tweede druk 1938]. Stearn, William T., ed. Herbals: their origin and evolution. A chapter in the history of botany, 1470–1670 (derde druk). Cambridge: Cambridge University Press. ISBN 978-0-521-33879-0.
  • Arber, A. (1920). Water Plants: A Study of Aquatic Angiosperms. Cambridge.
  • Arber, Agnes (1925). Monocotyledons: a morphological study. Cambridge University Press. ISBN 9781108013208.
  • Arber, A. (1934). The Gramineae. Cambridge.
  • Arber, Agnes (1950). The Natural Philosophy of Plant Form. CUP Archive.
  • Arber, A. (1954). The Mind and The Eye. Cambridge.
  • Arber, A. (1957). The Manifold and the One. John Murray.

Referenties[bewerken | brontekst bewerken]

  1. Hanshaw Thomas, H. (1960) "Agnes Arber, 1879–1960 Biographical Memoirs of Fellows of the Royal Society Vol.6 (Nov 1960)
  2. Packer, K. (1997) Notes and records on the Royal Society of London Vol.51, No.1
  3. Wylie, R.B (1922) 'Review: Biology of Aquatic Plants' Botanical Gazette, Vol.74, No.2
  4. Arber, A. (1934) The Gramineae
  5. Flannery, M Archived copy. Gearchiveerd op 6 June 2011. Geraadpleegd op 17 February 2010. 'The Many Sides of Agnes Arber'
  6. Agnes, A. (1950) 'The Natural Philosophy of Plant Form'