Gebruiker:NeleRoelens/Kladblok

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is het persoonlijke kladblok van NeleRoelens.
Een kladblok is een subpagina van iemands gebruikerspagina. Het dient als testruimte voor de gebruiker en om nieuwe artikelen of langere toevoegingen aan bestaande pagina's voor te bereiden.

Let op: je kladblok opslaan gaat met de knop 'publiceren'. De pagina wordt daarmee nog niet in de openbare encyclopedie geplaatst en blijft een kladpagina. De kladblokpagina is wel zichtbaar (voor iedereen die wat meer van Wikipedia) en mag dus geen onoorbare dingen te bevatten.

Het is, ook in een kladblok, uitdrukkelijk niet toegestaan om zonder toestemming auteursrechtelijk beschermd materiaal van derden te publiceren.
Enkele handige links: Spiekbriefje | Snelcursus

Andere testplaatsen: De algemene zandbak | De probeerpagina van de snelcursus | De sjabloonzandbak

Wachten aan het hoofdkwartier in de Hoogstraat 44
Hoogstraat 44, een van de hoofkwartieren van A.O.K. IV

Tielt tijdens de Eerste Wereldoorlog[bewerken | brontekst bewerken]

Van 14 oktober 1914 tot en met 14 oktober 1918 was Tielt het hoofdkwartier van het Vierde Duitse Leger, het A.O.K. IV (Armee Over Kommando IV). Het opperbevel van het Vierde Leger coördineerde vanuit Tielt de militaire strijd aan het IJzerfront en bestuurde het burgerlijk gebied ten westen van de Schelde. Tielt bleek al vroeg in de oorlog de ideale locatie voor een hoofdkwartier. De stad lag op de ideale afstand van het front, Gent was te ver en Roeselare te dicht, daarenboven beschikte Tielt over een rechtstreekse spoorwegverbinding met Diksmuide. In Tielt werd op 22 april 1915 de eerste gasaanval bevolen.

Bezetting[bewerken | brontekst bewerken]

Opperbevelhebber van het Vierde Duitse Leger, Albrecht von Württemberg, organiseerde vanuit Tielt samen met zijn generaals de oorlog en besliste over het reilen en zeilen aan het front.

Portret van Albrecht von Württemberg

Het Vierde Duitse Leger nam alle openbare gebouwen en de mooiste burgerhuizen, onder andere in de Hoogstraat, in beslag om er hun hoofdkwartier te vestigen. De eigenaars kregen één kamer waar ze mochten leven en wonen of er werd hen een vrijgeleide naar het buitenland gegeven. Albrecht von Württemberg koos het huis van brouwer René Colle in de Hoogstraat 26 uit, de belangrijkste bureaus werden ondergebracht bij Dr. Ferdinand Vande Walle in de Hoogstraat 44.

De Duitsers leidden een luxeleven terwijl de gevolgen voor de Tieltenaar niet te overzien waren.Tielt werd volledig aangepast aan de noden van de bezetter. De stad werd moeilijk te verlaten en te betreden, waardoor de weinige voorzieningen tot honger en kou leidden. Voor de minste overtreding werden burgers gearresteerd.

Bij het begin van de 20ste eeuw werd er nagedacht over een nieuwe vorm van oorlog voeren, men dacht aan wetenschap en technologie. Tweemaal zal Tielt een belangrijke rol spelen. In 1909 krijgt Tielts mandataris August Beernaert de nobelprijs voor de vrede wegens zijn hoofdrol op de Internationale Haagse Vredesconferentie over ontwapening (1899 en 1907), waar een verbod op het gebruik van gifgas één van de besluiten was. In 1915 wordt in Tielt de militaire tactiek van de allereerste gasaanval uitgebroed.

In 1914 was de spanning tussen Frankrijk en Duitsland op een hoogtepunt gekomen. Beide landen zochten hun eigen bondgenoten. Het neutrale België werd een deel van het slagveld. De geplande Blitzkrieg (zie: Von Schlieffenplan) werd gestuit aan de IJzer, na drie maanden liep het front vast: de stellingenoorlog zou vier jaar duren. Vanaf Nieuwpoort tot de Zwitserse Alpen werd één loopgravenfront gevormd. Het Belgische deel van dit front werd door het Duitse Vierde Leger bemand en werd geleid vanuit Tielt. Het stilgevallen front moest doorbroken worden. Max Bauer, een Duitse kolonel, besefte al vanaf september 1914 dat een ander soort wapens nodig zou zijn om de vijand te verslaan. Hij dacht aan scheikunde en kreeg na enig aandringen groen licht van Erich von Falkenhayn, de algemene bevelhebber van alle Duitse troepen in Oost-, Zuid- en West-Europa.

Ontwikkeling[bewerken | brontekst bewerken]

Fritz Haber

Fritz Haber ontdekte de kunstmestproductie, dit leidde ertoe dat vele duizenden mensen van de hongerdood gered werden. Hetzelfde chemisch proces om via stikstof uit de lucht kunstmest te produceren kon echter ook gebruikt worden voor de onbeperkte aanmaak van explosieven. Haber richtte zijn laboratorium in en leidde er een team van 150 wetenschappers. Hij bedacht er Chloorgas voor militair gebruik. Hij ontdekte eveneens dat langdurige blootstelling aan een lage concentratie van een giftig gas hetzelfde (dodelijke) effect heeft als een korte blootstelling aan hoge concentraties van datzelfde gas. Haber werd met deze vaststelling één van de grondleggers van de moderne toxicologie.

Niemand wilde het nieuwe wapen van Haber gebruiken, behalve von Württemberg. Met dit wapen wilde hij voorkomen dat zijn leger nogmaals een oorlogswinter in de natte loopgraven moest doorbrengen. Von Württemberg bracht zijn stafchef -Emile Ilse- op de hoogte van zijn beslissing, alsook de generaal van de sector waar hij de aanval plande. Emile Ilse was de militaire strateeg in het Vierde Leger. De sector van generaal Berthold von Deimling (Zonnebeke-Geluveld-Hollebeke) werd uitgekozen voor de aanval. Von Deimling was aanvankelijk niet gelukkig met de opdracht – hij vond gasgebruik aan het front een brug te ver - maar later draaide hij toch bij.

Gebouwen in de Nieuwstraat

Alle betrokken militairen staan vanaf dat moment rechtstreeks onder het gezag van von Württemberg. De gasaanval werd voorbereid, dit gebeurde in de Nieuwstraat 7 in Tielt. Dit is één van de Tieltse wooncomplexen waarin het Vierde Leger zijn 40 verschillende afdelingen onderbracht.

Er werden detailplannen uitgewerkt voor het plaatsen van de gasflessen, men moest leidingen en gastoevoer regelen en ook met de weersomstandigheden moest rekening gehouden worden. Bij een verkeerde windrichting kon men zichzelf schade toekennen in plaats van de vijand. Op 10 maart 1915 was het inbouwen van de gasflessen voltooid (in de regio Zonnebeke-Geluveld-Hollebeke). Een eerste poging tot gasaanval werd op het laatste moment afgeblazen, door een foute inschatting van de windrichting stierven bij deze eerste testen een vijftigtal Duitse soldaten. Dit tot zeer groot ongenoegen van generaal von Deimling. Von Württemberg besliste om een nieuwe aanval te plannen in een andere regio, namelijk Lizerne-Steenstrate-Boezinge-Langemark.

De hoogste Duitse legerleiding van het westelijk front wilde weten hoe ver het met de Tieltse plannen stond. Op 21 april 1915 kwam von Falkenhayn zelf naar het Vierde Leger in Tielt om er met von Württemberg en zijn staf het scenario te overlopen. Er werd geen uitstel meer geduld, de eerste gasaanval moest bevolen worden.

Eerste gasaanval[bewerken | brontekst bewerken]

Slachtoffers van een gasaanval

Tot vier maal toe werd alles in gereedheid gebracht om de eerste gasaanval uit te voeren, maar door de verkeerde windrichting werd de aanval telkens uitgesteld.

Gebouwen in de Ieperstraat

Uiteindelijk gaf von Württemberg zelf op 22 april 1915 om 18u Duitse tijd het bevel om de gaskranen te openen. Het gas sleepte zich laag boven de grond verder en het volledige gebied kleurde geel-groen. De uitwerking was verschrikkelijk. De acute symptomen waren vuurrode, brandende ogen; gezwollen slijmvliezen van de neus en keelholte met een kwellende hoest; overvloedige gelige slijmsecretie in de keel. Bij sterkere vergiftiging kon door zwelling van de slijmvliezen in neus, keel en longen verstikking optreden, werden bloedfluimen opgegeven en ontstond longoedeem. Als de troepen al een vergiftiging overleefden, bleven de chronische hoest en ernstige zuurstofnood meestal levenslang.

Gevel Ieperstraat 18

Het vastgelopen frond scheurde, de aanval had zijn effect dus niet gemist. Na zes maanden blokkage ontstond er een bres tussen Langemark en Bikschote. Von Württemberg kon echter geen gebruik maken van de panieksituatie om het openliggende front verder uit te buiten. Meermals hadden von Deimling, Ilse en von Württemberg aan algemeen opperbevelhebber Erich von Falkenhayn gevraagd om een extra divisie manschappen toe te voegen aan het Vierde Leger. Met extra manschappen hadden ze de bres die in het front geslagen was kunnen uitbreiden om zo door te stoten naar Ieper, maar von Falkenhayn weigerde.

De besluiten van de Haagse Vredesconferenties – een verbod op het gebruik van oorlogsgassen - bleken net zo dood als hun promotor, de Tieltse mandataris en Nobelprijswinnaar August Beernaert. Gas werd een officieel erkend en gebruikt oorlogswapen. Het Vierde Leger in Tielt richtte een apart bureau op: de Gasdienst. Het was gevestigd in de Ieperstraat 18. Uiteindelijk zullen de geallieerden meer gasaanvallen uitvoeren dan de Duitsers.

De directe dodelijke impact van oorlogsgas was niet zo groot, maar toch maakte het gas een verpletterende indruk. Tot in de late jaren 80 van de 20ste eeuw kende iedereen wel oud-strijders die ‘van de gaze gepakt waren’ en een leven van chronisch lijden en zuurstofnood kenden. Haber kreeg in november 1919 de Nobelprijs voor scheikunde, zij het onder luid protest. Hij bleef zijn leven lang volhouden dat zijn gifgassen indirect veel levens gered heeft door het verkorten van de oorlog.

Von Württemberg creëerde een nieuw soort oorlog: het doden op afstand zonder explosieven noch uitwendig zichtbare kwetsuren. Bovendien liep 'de vijand’ gemaskerd rond. Hij had geen menselijk gelaat meer, geen identiteit. Men doodde geen mensen meer, maar gemaskerde wezens.


Bibliografie[bewerken | brontekst bewerken]

  • (2014) Tielt, strategisch hoofdkwartier. De Groote Oorlog in en om West-Vlaanderen, extra bijlage 2014 Knack. p. 56
  • Thielt 1914-1918. Bezette stad. Stadsmagazine Tielt ‘Op de hoogte’, januari 2015-nr 45, p.31
  • Vandermeulen, J. (2008). Thielt 1914-1918. Strategische hoogte voor Hertogen en Prinsen. Tweede druk. Tielt: heemkundige kring De Roede van Tielt.
  • Van Coillie, P. (4 en 5 december 2014). Huis Mulle De Terschueren toont het leven tijdens WO I. Tielt krijgt oorlogsmuseum. Het laatste nieuws, p. 39
  • Vandermeulen, J. (2010). De wieg van de chemische oorlog staat in Tielt. De roede van Tielt, driemaandelijks heemkundig tijdschrift voor de gemeenten van de vroegere roede van Tielt, nr. 4/jaargang 41, p.279-331.

https://nl.wikipedia.org/wiki/Help:Nieuwe_pagina_aanmaken