Gebruiker:OlafJanssen/Kladblok13

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

De Arnhemsche Eau de Cologne-fabriek was een Nederlandse parfumfabriek die vanaf 1 oktober 1873 tot 1 mei 1937 in Arnhem en omstreken gevestigd was. Ze nam deel aan meerdere wereldtentoonstellingen, was opdrachtgever voor Pierre Cuypers, ontving internationale onderscheidingen, droeg het predicaat Koninklijk en was hofleverancier van de tweede keizer van Brazilië. De fabriek verkocht haar producten door het hele land en in het buitenland.


Oprichting[bewerken | brontekst bewerken]

Bericht in de Arnhemsche Courant van 20-03-1875 over de (retrospectieve) oprichting van de Arnhemsche Eau de Cologne-fabriek m.i.v. 1 oktober 1873

De Arnhemsche Eau de Cologne-fabriek werd op 1 oktober 1873 in Arnhem opgericht door de toen 26-jarige Nicolaas (Leendert Johannes) van den Bergh en de fabrikant Theodoor (Henrie Johan Marie) Verwaaijen.[1] Dit was hun tweede bedrijf, een jaar eerder hadden ze de stoomolieslagerij “Van den Bergh & Co” opgericht, tevens handel in oliën, petroleum, granen en zaden.[2] Het richtte zich op het fabriceren van Eau de Cologne, het drijven van handel in dat artikel met al wat daartoe behoort.[1] De fabriek werd vestigd aan de Bergstraat 211.[3]

Beginjaren 1873-1876[bewerken | brontekst bewerken]

Verkoop in Nederland[bewerken | brontekst bewerken]

Drie maanden na de oprichting verschenen de eerste recensies over de fabriek in de krant.[4] De kapperszaak van J.A. Neervoort in de Roggestraat had de primeur, daar waren de kistjes reukwater als eerste te koop, voor 4,50 gulden.[5] Kort daarna was de eau de cologne ook te koop bij coiffeur-parfumeurs in Zutphen en Deventer.[6]

Binnen enkele jaren werd een landelijk dekkend verkoopnetwerk opgezet. De handelsreiziger Johann (Bernard Heinrich) Baro reisde het hele land door om de Eau d’Arnhem[7] bij drogisten, parfumerieën, kappers en galanteristen[8] van Middelburg tot Dokkum en van Medemblik tot Enschede in de schappen te krijgen.[9]

Handelsmerk 1876[bewerken | brontekst bewerken]

In februari 1876 lieten de twee eigenaars bij de Arondissements Regtbank te Arnhem een fabrieks- en handelsmerk vastleggen. Hiermee werd de exclusiviteit van hun merk en firma gewaarborgd.[10]

Kwaliteit[bewerken | brontekst bewerken]

en geprezen om haar zuiverheid en fijne bestanddelen.[11] Over het product werd met lof gesproken:

...een voortbrengsel der Nederlandsche Nijverheid, dat men ten onregte in het buitenland blijft zoeken, daar het niet voor het Keulsche wijkt .... Met overtuiging kunnen wij goede verwachtingen voor het succes der Arnhemsche Eau de Cologne-fabriek koesteren, want haar product doet voor het Keulsche niet onder

In advertenties uit die periode weten ze op slimme wijze de vermeende kwaliteit van hun reukwater onder de aandacht te brengen. Eerst worden ‘hare zuiverheid en fijne bestanddeelen’ door ‘verschillende deskundigen’ ‘boven alle ander soorten’ geroemd, maar vervolgens worden positieve recensies uit andere kranten geciteerd:

De Arnhemsche Courant van 9 november 1875 (...) noemt deze Eau de Cologne ‘een voortbrengsel der Nederlandsche Nijverheid, dat men ten onregte in het buitenland blijft zoeken, daar het niet voor het Keulsche wijkt.’

Het Dagblad van Zuidholland en 's Gravenhage van 11 november 1875 (...) zegt: ‘Met overtuiging kunnen wij goede verwachtingen voor het succes der Arnhemsche Eau de Cologne-fabriek koesteren, want haar product doet voor het Keulsche niet onder.’

Het Nieuws van den Dag, terzelfder tijd (...) dit fabrikaat besprekende, besluit met: ’t Is ons gebleken dat de Arnhemsche “Eau de cologne” werkelijk voor het echte Keulsche water niet onderdoet.’

Koninklijk predicaat[bewerken | brontekst bewerken]

Deze advertentie uit 1878 laat zien dat de Arnhemsche Eau de Cologne-fabriek hoflevenacier van de Peter II, de tweede keizer van Brazilië was. Tevens zijn de medailles gewonnen tijdens de wereldtentoonstelling van 1876 te zien

In maart 1876 ontving de fabriek van Koning Willem III als eerste parfumfabriek van Nederland het Predicaat Koninklijk.[12] Vanaf dat moment noemde de fabriek zich de Koninklijke Arnhemsche Eau de cologne-fabriek noemen en werd het Koninklijk wapen gebruikt in krantenadvertenties.[13][14]

In die zelfde maand werd Gelderland getroffen door een watersnoodramp. De directie en vrouwelijke werknemers van de fabriek zamelden 10 gulden in voor de ‘geteisterden’.17 In 1875-76 Jaarlijks werd voor ongeveer 50.000 gulden aan goederen geproduceerd, waarvan voor 5000 gulden werd geëxporteerd.


Deelname aan (wereld)tentoonstellingen, onderscheidingen[bewerken | brontekst bewerken]

Eerste Medaille op de Wereldtentoonstelling te Philadelphia.

De fabriek neemt in de jaren '70 deel aan diverse (inter)nationale tentoonstellingen:

De Nederlandse afdeling was gevestigd in het hoofdgebouw (Main Hall) van de tentoonstelling en lag naast dat van Brazilië.[16][17] In dit paviljoen had de Arnhemse fabriek een speciaal ontworpen Eau de Cologne-fontein als publiekstrekker en verkoopunt ingericht.

ontmoeting met de Keizer van Brazilië, aanbieden etui aan de Keizerin,[18]

1876 bekroond met de Eerste Medaille[19][20]

Braziliaanse keizerlijk wapen

In 1877 werd de fabriek hofleverancier van Peter II, de tweede keizer van Brazilië en mocht dus ook het Braziliaanse keizerlijk wapen voeren.[21] Waarschijnlijk heeft het aanbieden van de parfum-etui aan de keizerin tijdens de tentoonstelling in Philadelphia hier een rol in gespeeld.



De Arnhemsche Eau de Cologne-fontein[bewerken | brontekst bewerken]

Gravure van de Arnhemsche reukwater-fontein op de wereldtentoonstelling in Philadalphia, naar ontwerp van Pierre Cuypers

In 1875 liet de fabriek een speciale verkoopetalage ontwerpen door de architect Pierre Cuypers.[22] Deze ontwierp een Eau de Cologne-fontein die dienst kon doen als eyecatcher bij tentoonstellingen[23] en tegelijkertijd plaats kon bieden aan een voorraad flesjes Eau d' Arnhem.[24]

De fontein werd vervaardigd bij de Arnhemsche Zinkfabriek van Van der Made.[25] Eind december 1875 en begin januari 1876 was hij te bezichtigen in het Paleis voor Volksvlijt in Amsterdam[26] voordat hij richting Philadelphia zou vertrekken.

Foto van de Arnhemsche Eau de Cologne-fontein in het Nederlandse paviljoen in het hoofdgebouw van de Wereldtentoonstelling van 1876 in Philadelphia

De fontein werd met de rest van de Nederlandse inzending voor de tentoonstelling op 21 of 22 februari 1876 vanuit Vlissingen met de W.A Scholten van de Nederlandsch Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij (NASM) naar New York verscheept.[27][28] Hij kwam daar op 8 maart aan[29] en werd vandaar per trein naar het tentoonstellingsterrein in Philadelphia vervoerd.[30] De fontein werd uiteindelijk in het Nederlandse paviljoen in het hoofdgebouw tentoongesteld.

Beschrijving en functie[bewerken | brontekst bewerken]

De fontein in gotische stijl was ongeveer zes meter hoog. Bovenop stond een verguld vrouwenbeeld dat haar hoofd met reukwater bevochtigde. In het bovenstuk waren drie wapenschilden verwerkt, die van Nederland, de Verenigde Staten en de stad Keulen. Het bovenstuk werd gedragen door een viertal beelden. Uit drie slangenbekken spoten stralen reukwater die werden opgevangen in drie lagergelegen geëmailleerde kommen. Die kommen waren versierd met levend groen en bloemen en werden omringd met twee lagen van flesjes reukwater. Het voetstuk mat ongeveer 5 bij 5 meter en was bijna twee el hoog en was bekleed met goud en email. Het in het voetstuk verborgen reservoir kon zo'n 300 liter water bevatten. Om dit resevoir waren kastjes met deuren gebouwd om de flessen Eau d'Arnhem op te kunnen bergen.

Naast deze praktische functie was de fontein vooral bedoeld als lokmiddel om indruk te maken op de tentoonstellingsbezoekers en de verkoop en bekendheid van het Arnhemse reukwater te stimuleren:

Het geheel vormt eene imposante en bevallige groep, die ongetwijfeld een prachtig effect zal maken op de wereldtentoonstelling, en de welverdiende bekendheid geven zal aan dit voortbrengsel eener nederlandsche nijverheid...[24]

Wij vertrouwen, dat dit ook te Philadelphia zal worden erkend en zeker zullen de dames, die de tentoonstelling bezoeken, bij voorkeur zich naar de fontein begeven, daar door de exposanten expresselijk vervaardigde flacons met Eau d'Arnhem gratis haar worden aangeboden. Ook dit is een middel, dat, evenals de prachtige étalage, mede zal werken om de aandacht te vestigen op een nederlandsch fabrikaat...[24]

Gebruik bij andere tentoonstellingen[bewerken | brontekst bewerken]

De fontein werd bij de wereldtentoonstellin in Parijs van 1878 ook ingezet.[31] Hij was begin dat jaar te bezichtigen in het gebouw van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen in Arnhem.[32]


Directie en medewerkers[bewerken | brontekst bewerken]

  • In 1875-76 had de fabriek zo’n 60 werklieden, onder wie 18 mannelijke in dienst.[bron?]
  • N.L.J. (Nicolaas Leendert Johannes) van den Bergh, directeur en oprichter. Korte bio - Hij overleed op 62-jarige leeftijd op 29 juli 1907.[33]
  • T.H.J.M. (Theodoor Henri Joan Marie) Verwaaijen , directeur en oprichter - Korte bio
  • J.B.H. (Johann Bernard Heinrich) Baro, handelsreiziger. Deze vertegenwoordiger bezocht drogisten, parfumerieën, kappers en galanteristen door het hele land om de producten van de fabriek te verkopen.[34][35][36][37]
  • P.M. (Pieter Menso) Starke.[38] voormalig likeurstoker uit Amsterdam.[39] Hij vertegenwoordigde de fabriek tijdens de tentoonstelling in Philadelphia in 1876 en overleed daar door een zonnesteek op 20 augustus 1876[40][41]
  • C. Vincent, functie onbekend, ontslagen per 1 april 1877[42]


Zie de categorie Arnhemsche Eau de Cologne-fabriek van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.

Categorie:Parfum Categorie:Geschiedenis van Arnhem Categorie:Voormalig Nederlands bedrijf