Gebruiker:Quintenl123/Kladblok

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Archaeoceratops[bewerken | brontekst bewerken]

Archaeoceratops
archaeoceratops
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia
Stam:Chordata
Klasse:Reptilia
Superorde:Dinosauria
Orde:Ornithischia
Onderorde:Ceratopsia
Familie:Archaeoceratopsidae
Geslacht:Archaeoceratops
Soort:- A. oshimai Dong & Azuma, 1997 (type) - A. yujingziensis You et al., 2010[1]
Soort
Quintenl123/Kladblok
Dong & Azuma, 1997
Portaal  Portaalicoon   Biologie

Archaeoceratops, is een geslacht van plantetende ornithischische dinosauriërs uit de groep van de Ceratopia, die tijdens de vroege Krijt periode in het gebied van het huidige China zo een 110 miljoen jaar geleden op aarde leefden. Het is een van de best bewaarde dinosaurussen gebleken van de vroege neoceratopidae en daarnaast een van de kleinste hoornachtige dinosaurussen die ooit heeft bestaan.

Etymologie[bewerken | brontekst bewerken]

Archaeoceratops is afgeleid uit het Grieks, de naam heeft meerdere Griekse woorden in zich en samen vormen ze de naam voor deze dinosauriër. Ten eerste het woord “arkhaios” de Griekse betekenis hiervan is “aloud”. Het tweede deel van deze dinosauriër “ceras” betekent hoorn. Het laatste deel van de naam vormt “ops” en dit betekent gelaat of gezicht. Gezamenlijk vormt dit “aloud gehoord gelaat”. Ondanks de naam “aloud gehoornd gelaat” heeft deze dinosauriër nooit horens gehad. De dinosaurus heeft alleen een knokig franje gehad op de achterkant van zijn of haar kop.

Eerste ontdekking en soorten[bewerken | brontekst bewerken]

De eerste resten van Archaeoceratops werden gevonden tijdens een Chinese-Japanse expeditie in 1992. Deze expeditie stond onder leiding van Dong Zhiming en Azuma. De Sino-Japanse zijderoute dinosaurus expeditie heeft deze resten gevonden bij de Xinminbao Group te midden van de Gongpoquan bekken. Deze ligt in het Mazongshan gebied en is onderdeel van de Gansu Provincie in China.

Holotype van eerste ontdekking Archaeoceratops

Het holotype (IVPP V 11114) omvat een goed bewaard zo goed als compleet schedel. Daarnaast is er een gedeeltelijke wervelkolom gevonden met een onvolledig bekken. Naast het eerste exemplaar werd er ook nog een tweede Archaeoceratops gevonden. Een tweede exemplaar werd het eerste paratype (IVPP V 11115) en deze behelst een partiële wervelkolom, een bijna complete staart en een onvolledig bekken. Verder omvat dit paratype gefragmenteerde botten van ledematen en een complete voet van een veel kleiner specimen ten opzichte van het oorspronkelijke holotype. In 1997 zijn deze soorten echter pas beschreven door de ontdekkers van het nieuwe specimen, Azuma en Zhiming Dong. Zes jaar later hebben Hai-Lu You en Peter Dodson de dinosaurus opnieuw bestudeerd. Na grondige analyses concludeerden de onderzoekers dat de neoceratopidae in twee aparte divisies kunnen worden ingedeeld. In Azië waren dit de protoceratopidae, terwijl het andere deel van de neoceratopidae in Noord-Amerika leefden. Dit waren de ceratopsoidea, beiden groepen zijn allebei op hun continent volledig geëvolueerd. Reden hiervoor zijn de gevonden resten, deze zijn alleen gevonden op de continenten waar zij geleefd hebben.

Tweede specimen[bewerken | brontekst bewerken]

A. yujingziensis.

In 2002 werd er een tweede soort van deze dinosaurus gevonden (CAGS-IG-VD-003). Terwijl Zhang Yu-Qing bezig was met het opgraven en klaarmaken van een Iguanodon kwam een partieel skelet tegen van een ander soort Archaeoceratops. Deze versie was zelfs kleiner dan de andere specimen, de A. Oshimai, en heeft de naam A. yujingziensis gekregen door You et al in 2010.

Kenmerken Archaeoceratops[bewerken | brontekst bewerken]

De Archaeoceratops kan omschreven worden als een kleine tweevoetige herbivoor met een relatief groot hoofd. Deze dinosaurus kon op zijn achterste twee poten gaan staan om zo weg te kunnen rennen van mogelijke roofdieren die te dicht bij kwamen.

De dinosaurus is kenmerkend voor zijn twee soorten, beiden hebben andere afmetingen. De A. oshimai heeft gemiddeld een lengte van 120 centimeter en een hoogte van 50 centimeter. Het andere soort Archaeoceratops, de A. yujingziensis, is een slag kleiner. Deze heeft een gemiddelde lengte van 55 centimeter in de lengte en een hoogte van maximaal 23 centimeter. Verder is het opmerkelijk dat deze dinosaurus geen horens heeft in tegenstelling tot andere soorten uit de Ceratopsia-familie. Een franje aan de rand van het achterhoofd is het enige wat in de buurt kan komen van een hoorn.

De mannetjes en vrouwtjes zijn bijna identiek in hun lichaamsbouw. De mannetjes zijn over het algemeen een slag groter en hebben een hogere kraag op het begin van hun staart. Naar aanleiding van de gevonden resten kon geconcludeerd worden dat vrouwtjes een iets kortere kraag op hun rug hadden.

Gebit Archaeoceratops

Rechts een afbeelding van het gebit die werd aangetroffen bij deze dinosaurus. De stompe boventanden en de kroonvormige ondertanden zijn herkenbaar bij herbivoren. Deze tanden werden gebruikt om allerlei flora te eten om te overleven tijdens het krijttijdperk.

Levenswijze[bewerken | brontekst bewerken]

Leefgebied en voedsel[bewerken | brontekst bewerken]

Deze dinosaurus leefde in wat nu noord centraal China is en is net als de andere Ceratopsiaanse dinosaurussen een planteneter oftewel herbivoor. Echter leefde de Archaeoceratops tijdens de krijtperiode. Tijdens de krijtperiode was er een geografisch gezien weinig natuur of er groeide heel weinig. Voor Archaeoceratops een missie om aan het juiste voedsel te komen. Een uitkomst war er uiteindelijk wel, er zijn een aantal planten die konden overleven tijdens de krijtperiode om zo de dinosaurus van voldoende voedsel te voorzien.

Biesvarens[bewerken | brontekst bewerken]

Een groenplant die een afstammeling is van primitieve sporenplanten. Deze plant heeft een geschiedenis die teruggaat naar het Carboon-tijdperk wat 300 miljoen jaar geleden plaatsvond. In andere gevallen gaat deze plant zelfs 400 miljoen jaar terug naar het Devoon-tijdperk.

Palmvarens[bewerken | brontekst bewerken]

Een plantengroep die al minstens 250 miljoen jaar op de planeet groeit zorgden tijdens het krijttijdperk voor een uitstekend ecosysteem. De dinosauriërs hadden voldoende voedsel aan deze palmvarens en de Archaeoceratops hebben ook veel gehad aan deze oeroude plant.

Coniferen[bewerken | brontekst bewerken]

Een plantengroep die ook werd gegeten door de Archaeoceratops, de conifeer was een kegeldragende boom die tijdens de krijtperiode floreerde. Voor de dinosaurus een goede voedingsbron in het geografisch beperkt groene landschap.

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]