Gebruiker:Smiley.toerist/Noorderlicht (zeilschip)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Smiley.toerist/Noorderlicht (zeilschip)
Tweemastschoener Noorderlicht
Geschiedenis
Werf Flensburger Schiffbau-Gesellschaft
Gedoopt Kalkgrund II
Kostprijs 184,000 Goldmark (1910), ƒ 180,000 (1992)
In de vaart genomen 1910
Uit de vaart genomen 11.06.1963
In dienst opnieuw in 1992
Omgedoopt Flensburg (1925), Noorderlicht (1992)
Status Varende
Eigenaren
Vlag Nederlands
Eigenaar Ted van Broeckhuysen en Gert Ritzema
Charteraar oceanwide-expeditions (zeiltochten (zomer)), basecampexplorer (wintersledetochten)
Algemene kenmerken
Type Oorspronkelijk driemastschoener, daarna tweemastschoener
Breedte 6.60 meter
Diepgang 4.00 meter
Hoogte Oorspronkelijke middelmast 27 meter
Tonnenmaat 250 ton
Passagiers meerdaagse zeereis 20
Hutten 10 2 persoonshutten
Voortstuwing en vermogen Wind, motor
Bemanning maximum 5 (passagiers helpen mee) Meestal 2 tot 4
Bepantsering Verstevigd voor het invriezen
Verdiensten en onderscheidingen Lichtschip tot 1963, vanaf 1992 zeilschip voor charter
Portaal  Portaalicoon   Maritiem

Het zeilschip Noorderlicht vaart in de zomer in de Spitsbergen-archipel voor wandel- en zeiltochten. In de winter / lente wordt het schip ingevroren in een fjord om als basiskamp te dienen voor sledetochten met honden en andere tochten voor toeristen in Spitsbergen. Dit is na een lange bewogen geschiedenis beginnend als lichtschip bij Flensburg in Duitsland.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Lichtschip (1910 - 1963)[bewerken | brontekst bewerken]

Het lichtschip Flensburg in 1961, twee jaar voor buitendienststelling

Het lichtschip, toen gedoopt, Kalkgrund II, naar de gelijknamige zandbank dicht bij Flensburg, werd in 1910 gebouwd door de Flensburger Schiffbau-Gesellschaft voor 184,000 Goldmark. Het schip was oorspronkelijk getuigd als driemastschoener en niet uitgerust met een motor. Als lichtschip was het schip verankerd en werden de zeilen alleen gebruikt voor noodgevallen of om naar de haven te varen voor groot onderhoud. Het schip was tot in 1919 in dienst van de Duitse Reichsmarine, waarna het lichtschip beheerd werd door Seezeichenbehörde, Küstenbezirk III Kiel en vanaf 1925 door de Wasserbauamt Kiel onder de naam Flensburg.

In de oorlogsjaren 1939-1945 kwam het schip in handen van de Kriegsmarine die de middelste mast verwijderde om plaats te maken voor een dekhuis. Na de oorlog bleef het schip in dienst als lichtschip tot 1953, waarna het werd herbouwd door de Staatswerft Rendsburg-Saatsee en werd verlengd met zes meter (bij de waterlijn van 30 meter naar 36 meter). In 1954 is het lichtschip in opnieuw in dienst gesteld, waarna het op 11 juni 1963 buiten dienst gesteld werd en de lichtbakenfunctie vervangen werd door een vuurtoren.

Het lichtschip zorgde voor de beloodsing van haven en uitkijkpost van Flensburg. Het schip had een bemanning van 15 man voor het onderhoud van het schip en de loodsdiensten. De grootste problemen waren het ijsvrij houden van het schip en het zee-ijs. In 1941 werd het schip met ketting en anker in het ijs meegesleurd tot bij Neukirchen. In de Oostzee is het zeewater veel zoeter en er is vaker zee-ijs.

Woonschip, clubhuis, wrak (1963 - 1992)[bewerken | brontekst bewerken]

In 1963 werd het schip verkocht aan Fa. Holm & Moltzen in Flensburg en aangepast en gebruikt als woonschip voor expatriates. In 1967 werd het schip verkocht aan de Kielse zeilvereniging Möltenorter Seglerkameradschaft voor DM 16,000.- en versleept naar Möltenort in de Kieler Fjord om vanaf 1968 als clubhuis te dienen. De individuele leden waren verantwoordelijk voor het onderhoud, maar door interne onenigheid werd het schip slecht onderhouden en verkeerde na deze periode in zeer slechte staat. Het schip werd in 1986 van Möltenort versleept en het is onduidelijk waar het schip zich daarna bevond.

Noorderlicht Spitsbergen/Canarische eilanden (1993 - 2003)[bewerken | brontekst bewerken]

In 1992 ontdekten de huidige eigenaren, Ted van Broeckhuysen en Gert Ritzema, in Friesland een roestige romp, die ze voor 180.000 gulden kochten. In twee en een half jaar werd de roestige romp gestript, volledig verbouwd en opnieuw getuigd met twee masten. Het schip werd ingericht voor meerdaagse groepszeiltochten en geschikt voor alle zeeën. In de lente van 1994 was het eerste seizoen in Spitsbergen in samenwerking met de SNP Natuurreizen reisorganisatie die gecombineerde zeil/wandel-groepsreizen organiseerde in Spitsbergen.

Varend tussen de ijsschotsen

Het seizoenschema was daarna als volgt:

  • In de zomer (juni tot en met augustus) werden zeilwandeltochten uitgevoerd in Spitsbergen. In de winter vriest de zee dicht en is een lange poolnacht.
  • In de herfst voer het schip terug naar Nederland en werd daar onderhouden waarna het schip doorvaarde naar de Canarische eilanden.
  • In de winter werden zeiltochten uitgevoerd in en rond de Canarische eilanden. Dit werd gecombineerd met wandelexcursies op de eilanden.
  • In de lente voer het schip terug naar Nederland voor onderhoud en voer daarna door naar Spitsbergen.

De lange zeiltochten van en naar Nederland vanuit Spitsbergen en de Canarische eilanden waren ook als "lange mijlen" zeilvaarten boekbaar voor de liefhebbers.[1] In de zomer van 2003 werd voor het laatst op de Canarische eilanden gevaren. In de beginjaren werd samengewerkt met de SNP reisorganisatie. De zeiltochten waren later ook boekbaar bij het zeilvaart Enkhuizen agentschap en de thuishaven was Hoorn.

Het zeilen[bewerken | brontekst bewerken]

De boegspriet met kluiverboom en net om aan de zeilen te kunnen werken.

Het zeilschip is opgezet om de passagiers zoveel mogelijk te actief laten deelnemen aan het zeilen.[2] Alles moet met mankracht gebeuren, er is geen automatische piloot en geen stuurhut. De enige gemotoriseerde lier is die om het anker te bedienen. De bemanning coördineert en begeleidt de deelnemers die in diverse ploegen werken bij handelingen zoals het overstag gaan en het hijsen van de zeilen. Bij meerdaagse overtochten worden de deelnemers in vierentwintig uurs ploegdiensten ingedeeld, bijvoorbeeld drie ploegen die 4 uur op en 8 uur af zijn.[3] De ploeg die af gaat zorgt voor het ontbijt van de opkomende ploeg. Voor de grote manoeuvres zoals het overstag gaan is het "alle hens aan dek", de ploegen houden zich hoofdzakelijk bezig met het sturen en de zeilen bijstellen. Gebruikelijk is dat de nachtrust in twee periodes wordt genomen. Bijvoorbeeld: Gaan slapen om 22:00, opstaan voor nachtdienst van 2:00 tot 6:00, om daarna uit te slapen alvorens de dagdienst van 14:00 tot 18:00 waar te nemen. Een vaste gewoonte is dat iedereen samen aan de avondmaal zit. Tijdens de lange pooldag is het dag/nachtritme minder van belang daar het 24 uur licht is.[4] Alle bedden zijn in de lengte richting tegen een wand georiënteerd en zijn voorzien losse inzetbare planken zodat passagiers niet uit het bed kunnen rollen. Alles is ingericht om dagenlang op een scheef schip te kunnen leven. Bij de douches moeten de gebruikers zelf door middel van trekkers zorgen dat het water goed afgevoerd wordt. De tafel wordt gedekt met kleefmatjes zodat borden niet kunnen wegschuiven.

De tien tweepersoons passagiershutten bevinden zich in het midden van het schip, evenals de keuken, de eettafel en de lounge. De kapitein en eerste maat slapen in de achtersteven. Bij de ingang hiervan bevind zich de navigatietafel, de navigatieapparatuur en radio. In de voorsteven bereikbaar door middel van een luik slapen de andere bemanningsleden. De slaapvertrekken van de bemanning zijn verboden terrein voor de passagiers. Ook verboden is de machinekamer beneden.

Bijzonderheden[bewerken | brontekst bewerken]

De twee stalen masten hellen licht naar achter en zijn gestengeld. Er is een houten kluiverboom en metalen boegspriet. Er wordt een bakstag gebruik bij voormast. Bij het overstag gaan moet de bakstag aan de loefzijde naar achter gebracht worden en aangespannen worden. De bakstag aan de lijzijde moet losgemaakt worden en naar voren gebracht worden om het het grootzeil niet te hinderen.

In verband met de veiligheidsvoorschriften voor passagiersschepen is alle energieverbruik (warm water, koken, etc) elektrisch.[5] De elektriciteit wordt geleverd door twee generatoren: Een kleine die continue draait voor de verlichting en de navigatie en communicatiesystemen van het schip. Een grotere generator wordt gebruikt voor warm water.

Ingevroren basiskamp (2004 - heden)[bewerken | brontekst bewerken]

De ingevroren Noorderlicht in Tempelford gebruikt als basiskamp en hotel.

In 2003 vroegen Noorse reisorganisaties of het mogelijk was het schip te laten invriezen om als basiskamp te gebruiken. De eigenaren stemden hiermee en hebben het schip op een Noorse scheepswerf hiervoor aangepast. Met onder onder andere de versteviging van de romp tegen de ijsdruk en voorzieningen om sledehonden te huisvesten. Een groot voordeel is dat een schip veel beter te beveiligen is tegen ijsberen dan tenten of hutten. Voor het invriezen op een veilige plek is goede lokale kennis en expertise nodig. Dit wordt zo laat mogelijk gedaan (februari), daar zo een basiskamp in het hartje winter weinig zin heeft wegens de poolnacht. De sledehonden en andere tochten op het ijs vinden plaats op einde van de winter en de begin van de lente. (Tot in mei)

Van juni tot oktober vaart het schip in en rond de Spitsbergen eilanden. Hierbij worden dagtochten op het land/ijs gehouden. Voor de zomer wordt een ander agentschap gebruikt, oceanwide-expeditions. In november worden rond de Lofoten eilanden tochten georganiseerd om het poollicht te zien. Het schip wordt in Noorwegen onderhouden en vaart niet meer terug naar Nederland.

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]

Zie de categorie Noorderlicht (ship, 1910) van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
Zie de categorie Flensburg (ship, 1910) van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
    • Categorie:Schoener**
    • Categorie:Spitsbergs eiland**